John de Crane: producent en theatermaker

John de Crane (1928- 1982) was in een goed nest in Rotterdam geboren, dat wil zeggen: financieel hadden ze het goed. Zo kreeg hij op zijn achttiende een sportwagen cadeau, waardoor John veel bekijks (en vrienden) kreeg, want wie had er net na de oorlog zoveel geld om zo’n auto te kopen?

Vader De Crane wilde na het overlijden van zijn vrouw in 1945 – en met de drukte van de goedlopende zaak – de aandacht voor zijn jongste zoon compenseren. John kreeg genoeg geld om zich te vermaken. En voor John was bedacht dat hij de opvolger van zijn vader in diens zaak ‘makelaar in assurantiën’ zou worden. Maar John vond dit niet zo’n fijne gedachte: hij was een vrijbuiter en wilde erop uit.

Gislebert Thierens, Josephine van Gasteren en John de Crane
bij de uitreiking van de John Kaart Prijs (foto: ANP)

De vader van John was een theaterfanaat en bezocht de theaters in Rotterdam en Den Haag. Zoon John ging vaak mee en zag reeds op jonge leeftijd Louis Davids spelen, wat hem intrigeerde.

Met de auto ging John ‘even’ een weekend naar Parijs waar hij Wim Sonneveld ontmoette. De artiest die hij voor de oorlog zo had bewonderd en die daar in Parijs met Conny Stuart kostuums aan het kopen was voor de nieuwe show. Het werd een vriendschap voor eeuwig tussen de drie en John werd later hun producent.

Begin jaren vijftig voelde John zich niet lekker in Nederland. Zijn liefde voor mannen kon hij hier niet uiten en hij besloot om naar Zweden te vertrekken. Daar waren al gay cafés, bijvoorbeeld. John nam zijn geld op, leerde Zweeds en vertrok.

Na anderhalf jaar was hij echter alweer terug. Hij was in Zweden niet gelukkig, had geen vaste baan en geen vaste partner en hij miste de aandacht. Vader De Crane had zijn oudste zoon Wim als opvolger van de zaak benoemd en John kreeg er een baan.

Om zijn vader tevreden te stellen trouwde John met Marie Sleutelberg, en zij kregen als bruidsschat van vader een appartement in Voorburg. Het huwelijk was – uiteraard – niet gelukkig. John viel op mannen en Marie op vrouwen, maar zij moesten dit voor de buitenwereld verborgen houden.

Na een jaar zijn ze toch gescheiden en John voelde zich weer vrij. Hij was dagelijks in Scheveningen te vinden, om daar in de Pianobar van Pia Beck zich te vermaken met zijn vriend en modeontwerper Ger Brouwer. Ook nam John enkele maanden vrij om te gaan reizen en theaterstukken te gaan zien. Londen, Parijs, Madrid: John genoot van het theater en van zijn vrijheid.

Annie M.G. Schmidt en John de Crane (foto: Henk Pothoff)

In een café in Madrid leerde hij de danser José kennen en ze spraken af om elkaar weer te ontmoeten als José met zijn danspartner Susanne naar Nederland zou komen. Enkele maanden later kwamen Susanne y José naar Nederland om op te treden, maar tijdens het tournee door Nederland nam de inspiciënt ontslag. John bood aan om voorlopig zijn taken over te nemen en zo ging hij met het danspaar op tournee.

Het impresariaat Ernst Kraus, dat Susanne y Jose naar Nederland had gehaald, vond dat die De Crane tijdens de tournee veel geregeld had. Kraus kon zo iemand ook wel op zijn kantoor gebruiken. Het impresariaat haalde buitenlandse voorstellingen naar Nederland: Anna Pavlova, Devi Dja, Harald Kreutzberg en het Ballet van Trudi Schoop zijn enkele van de vele bekende artiesten uit de jaren vijftig en zestig. John deed er wat kantoorwerk, onderhield de contacten met de theaters en de artiesten en deed dat met veel succes.

Kraus, die al op leeftijd was, wilde het rustiger aan doen en bood zijn impresariaat aan John te koop die met behulp van zijn vader het bedrijf wilde kopen. In een kantoortje van een groot pand aan het Sarphatipark begon John zijn eigen impresariaat.

Hij bleef theaters in het buitenland bezoeken om zo producties naar Nederland te halen, maar zijn droom was om zelf producties te ontwikkelen. Toen kreeg hij een script van een Engelse musical in handen.

Hij belde Annie. M.G.Schmidt op en vroeg haar deze voor hem te vertalen.

‘Beste meneer de Kramer,’ antwoordde Annie M.G. Schmidt, ‘Zolang ik zelf nog genoeg ideeën heb, schrijf ik mijn eigen voorstellingen.’ En ze legde de hoorn op de haak.

John belde haar terug: ‘Oké, schrijft u voor mij maar een Nederlandse musical dan.’

En zo geschiedde. Op 2 oktober 1965 ging in Het Nieuwe de La Mar Theater, Johns eerste musical in première: Heerlijk duurt het Langst. Op deze manier kon hij ook zijn vriendin Conny Stuart aan zijn impresariaat binden: ze kreeg hoofdrollen in vele van zijn musicals.

Naast de musicals produceerde John ook de voorstellingen van onder andere Wim Sonneveld, Rienst Gratama en vele andere artiesten die hierdoor de vrije sector in konden gaan.

In 1978 kreeg John de Johan Kaart Prijs, een prijs die door theatermaker John Lanting en theaterproduct Jacques Senf in het leven was geroepen voor mensen die blijspelen en kluchten in theaters voorzet voetlicht brachten. John kreeg de prijs voor het stuk Een doos vol kruimels, met Josephine van Gasteren en Willem Nijholt in de hoofdrollen. Nijholt zou later in meerdere producties van De Crane spelen, waaronder Foxtrot in 1977. Daarvoor ontving Nijholt eveneens de Johan Kaart Prijs. In 1978 jaar kreeg De Crane ook de Ere Harlekijn toebedeeld, een prijs die producent Harlekijn Holland van Herman van Veen bedacht had. Harlekijn Holland bewonderde John de Crane en waardeerde de wijze waarop hij Nederlandstalige vrije producties stimuleerde.

Met het produceren van theater ging het John voor de wind, maar in de liefde niet zo. Hij had korte relaties (met onder andere Willem Nijholt) maar vond dat hij geen tijd voor de liefde had. Hij wilde produceren.

Tijdens de voorbereidingen van de musical De dader heeft het gedaan in december 1982 stierf John in zijn slaap aan een hartaanval.

Maar the show must go on, en in overleg met de artiesten werd de avond na zijn dood toch een try-out gegeven. In deze musical zit een begrafenisscène, die deze avond wel zeer beladen was voor het theatergezelschap.

John de Crane is maar 54 jaar geworden, maar zijn levenswerk, zijn  theaterproducties, worden tot op de dag van vandaag geroemd.

En zullen dat voor altijd blijven.

*

Mari Kant (1962) is in 1977 na een bezoek aan de musical Foxtrot begonnen met het verzamelen van alles wat met Nederlands theater te maken heeft. Een verzameling die – met name door het enthousiasme van theatermensen zelf – uit de hand liep en uiteindelijk ‘Het Theaterarchief’ is geworden. In 2002 is van de verzameling een stichting gemaakt, vanwaaruit tentoonstellingen en lezingen gegeven worden en bijdragen geleverd worden aan media en onderzoek.

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.