In de rubriek In de RegenboogStoel interview ik vertegenwoordigers van dubbele minderheden binnen de regenbooggemeenschap, of mensen die door hun werk met deze groep in aanraking komen. Deze keer interview ik de twee hoofdredacteuren in mijn leven: Liorah Hoek van WijRollen en Rick van der Made van Gaykrant.
Tekst: Maurits Huijbrechtse
Foto’s: Johannes Odé
Het zal sommigen niet zijn ontgaan: een liftstoringsgolf hield Nederland in zijn greep. Zo bleek ook toen ik in mijn rolstoel op weg ging naar het Rotterdamse Hilton Hotel. De lift van mijn vaste opstapstation bleek kapot. Gelukkig was er na een telefoontje naar de NS en een uur wachten vervangend taxivervoer en kwam ik een halfuur na de afgesproken tijd aan in Rotterdam.
Het thema van ons gesprek was: ‘Wat kunnen mensen met een beperking leren van LHBTI+activisme en van de strijd voor gelijke rechten, en omgekeerd?’ De directe aanleiding voor het gesprek is de samenwerking die WijRollen en Gaykrant zijn aangegaan.
De strijd voor representatie
Rick: Voor mij is diversiteit altijd belangrijk geweest. Dat probeer ik in mijn werk voor Gaykrant ook altijd mee te nemen. Vooral mijn ervaringen als docent hebben mij hierin gesterkt. Diversiteit begint bij zoiets simpels als het neerleggen van representatief speelgoed op een peuterspeelzaal: een zwarte pop, twee Kenns en een pop in een rolstoel. Volgens mij is het juist die laatste die vaak ontbreekt, terwijl de LHBTI+ers en mensen van kleur steeds zichtbaarder en meer geaccepteerd zijn. Mijn hoofredacteurschap probeer ik actief voor het uitbannen van achterstelling in te zetten.
Liorah: Mijn uitgangspunt is niet wezenlijk anders: de seksualiteit van rollers blijft nog te vaak onderbelicht. Rollers worden over het algemeen gezien als eendimensionale wezens waar geen andere diversiteit in meespeelt. De representatie in de media is dan ook erg ondermaats. In die zin kunnen we als mensen met een handicap een voorbeeld nemen aan de LHBTI+emancipatie als een minderheidsgemeenschap die het voor wat betreft representatie al beter voor elkaar heeft.’
Rick beaamt: ‘Bij de LHBTI+ers is het in de media komen – en blijven – al gelukt, op een manier dat het ook niet permanent over iemands gender of seksualiteit hoeft te gaan. Als ik denk aan mensen met een handicap is het algauw: ‘Hoe heet zij ook alweer van Lingo?’
Liorah: Lucille Werner! Dat wat je net noemde – dat de regenbooggemeenschap niet alleen maar in de media komt om over de eigen status als minderheid te praten – dat is voor rollers echt onmogelijk. Kijk in vergelijking eens naar iemand als Jos Brink en hoe er in de media naar mensen met een handicap wordt gekeken. Jos Brink maakte gewoon zijn show. Dat was geen ‘homo-show.’ Als iemand in een rolstoel in de media verschijnt, valt het frame waarin iemand wordt geplaatst van tevoren te voorspellen. Rollers zijn óf een inspiratie óf zielig.
Door dit frame komt er dus nooit een rollende wetenschapper iets vertellen over een nieuwe ontdekking. Dit is te staven met het onderzoek dat is gedaan naar mensen met een handicap als gasten in talkshows. Van alle gasten had 1% een zichtbare beperking en in 97% van de gevallen kwam de persoon in kwestie praten over diens beperking.
Recent gloorde er een klein beetje hoop bij Max Meldpunt waar ervaringsdeskundige en juriste Jiska Ogier aanschoof om over toegankelijkheid te praten vanuit juridisch perspectief. Op zich prima, maar het ging toch weer verkeerd. Haar rolstoel paste namelijk niet achter de desk. In de uitzending moest dat natuurlijk even worden getoond en gezegd. De rolstoel stond naast de desk in beeld en de presentator moest natuurlijk weer benoemen hoe fijn het was dat ze desondanks toch bij de uitzending kon zijn. Dat is toch de wereld op zijn kop?
Rick: Je hebt natuurlijk wel bekende voorbeelden zoals Stephen Hawking.
Liorah: Ja, Hawking is de uitzondering die de regel bevestigt en het is natuurlijk geen Nederlander. Rollende deskundigen zoals hij zie je in de Nederlandse media dus bijna niet.
Rick: Lea Dasberg, de Nederlands-Israëlische historisch pedagoge komt misschien enigszins in de buurt van Hawking. Zij was lange tijd toonaangevend in haar discipline. Mensen zoals Hawking en Dasberg daar kunnen mensen niet omheen.
Internationale voorbeelden
Als we het met Hawking toch over het buitenland hebben: in het Verenigd Koninkrijk is het bij wet geregeld dat er een percentage van de mensen die voor de camera werken een zichtbare beperking moet hebben.
Rick: Ja, in het Verenigd Koninkrijk doet men het inderdaad beter. Kortgeleden zag ik een comedyprogramma waar een dame met een spastische handicap gewoon deel was van het panel.
Liorah: Je ziet het ook bij de Britse versie van het programma First Dates. In Nederland heb ik welgeteld één persoon gezien die zichtbaar een fysieke beperking had. In Nederland tuigen we daar toch algauw een speciaal programma voor op zoals (Un)dateables, dat we grappig genoeg ook weer hebben van de Britten. Zo’n programma zet mensen gelijk weer weg als ‘speciale gevallen.’ Netflix heeft ook een lichtend voorbeeld naar Nederland gehaald van hoe het wel kan in de media. De documentaire Crip Camp over de ontstaansgeschiedenis van activisme voor rechten van mensen met een handicap.
Een miskende geschiedenis
Rick: Hoe zit dat in Nederland eigenlijk? Zelf heb ik het idee dat de regenboogemancipatie al veel langer bezig is.
Liorah: Dat zou je misschien kunnen denken maar dat is dus niet zo. Activisme van mensen met een handicap vindt zijn oorsprong in dezelfde periode als het eerste grootschalige regenboogactivisme. Alleen blijkt het voor activisten met een handicap moeilijker om kritische massa te organiseren om zaken blijvend op de agenda te houden.
In de jaren zeventig en tachtig zijn er bijvoorbeeld al vanuit het activisme richtlijnen opgesteld voor de toegankelijkheid van gebouwen. Het probleem is alleen dat overheden en bedrijven niks in de weg staat om zich er niet aan te houden. Dat heeft als gevolg dat activisten voor rechten van mensen met een beperking als het ware steeds opnieuw moeten beginnen. Je ziet het nu bij het VN-verdrag voor mensen met een beperking dat pas vijf jaar geleden door Nederland is ondertekend. Het werd met veel tamtam binnengehaald, maar heeft nog niet de gehoopte verandering gebracht.
De strijd van mensen op het kruispunt
Rick: De voorgaande voorbeelden laten erg goed zien dat de Nederland echt achterloopt. Dat merkten we bij Gaykrant recent nog naar aanleiding van het interview dat Maurits heeft gedaan voor WijRollen en Gaykrant met Menko die in een rolstoel zit. In dat interview merkte Menko op dat hij tijdens Pride de vraag kreeg: ‘Wat doe jij hier?’ Heel veel mensen die dat lazen zijn hiervan geschrokken.
Liorah: Terwijl je dit zegt vraag ik mij af of seksualiteit in de rollergemeenschap ook een issue is. Ik denk dat dit soort zaken vooral te verklaren is vanuit de heersende maatschappelijke ‘hiërarchie’: rollers staan op deze hiërarchie lager. Dit bevordert het feit dat verschillen in seksualiteit een minder groot issue zijn.
Daarentegen bestaat er zeker ook een hiërarchie onder rollers. Het kruispunt waar rollers van kleur op staan, is een problematische. Er zijn ook binnen de rollende gemeenschap vooroordelen en uitsluitende mechanismen. Rollers groeien net zo goed als ieder ander op in een wereld waar allerlei normen over mensen wel kunnen en niet kunnen. Laatst interviewde ik iemand die zelf in een rolstoel zit en zij verwachtte niet dat de cameraman die ik meebracht ook in een rolstoel zou zitten. Benoemen van dat soort ongemak is denk ik de eerste stap om ons verder te brengen: iedereen maakt onderscheid.’
Rick: Je ziet het ook terug in de regenbooggemeenschap. Bijvoorbeeld als het gaat om de pridevlag en de progressieve pridevlag met zwarte en bruine strepen. De gemeenschap is over dat thema echt diep verdeeld. Bij mezelf merk ik dat er binnen de gemeenschap soms – bewust of onbewust – een neiging is om mee te gaan in die hiërarchie die er bestaat, waarin de witte cis-homoman de boventoon voert en hierdoor het hoogst op de barricade lijkt te staan. De andere letters in het regenboogalfabet worden dan weleens vergeten en dan zeker de mensen die op het kruispunt van verschillende minderheidsidentiteiten staan.
Daarom is zichtbaarheid zo belangrijk. Van vroeg af aan worden kinderen gevoed door allerlei onuitgesproken normen. Je moet kinderen dus al heel vroeg bewust met diverse voorbeelden laten kennismaken. In speelgoed, in boeken, in lesmethoden. Dit is een grote opdracht voor opvoeding en onderwijs: de strijd van eenieder op een kruispunt van identiteiten faciliteren. Stel met een open houding vragen en kom zo nader tot elkaar.
*
Maurits Huijbrechtse (Purmerend, 1997) studeert geschiedenis aan de UvA. Voor Gaykrant schrijft hij regelmatig over LHBTI+geschiedenis, vaak in samenwerking met IHLIA, neemt hij interviews af en schrijft hij over zijn eigen ervaring als deel van een dubbele minderheid: homoseksueel en lichamelijk gehandicapt. Naast zijn werk voor Gaykrant is hij actief bij Museum Engelandvaarders en binnen D66.
Rick van der Made (Breda, 1968) is hoofdredacteur van Gaykrant. Hij is ook dichter en columnist. Rick woont met zijn huisgenote Pascale en hun twee katten Boris en Klaas in Hooge Zwaluwe.
Liorah Hoek (Tel Aviv, 1968) is met veel plezier de hoofdredacteur van WijRollen. Zelf is zij slechtziend en getrouwd met een dove vrouw, waarmee ze samen een zoon heeft. In haar rijkgeschakeerde loopbaan werkte zij zowel in de queer als in de crip gemeenschap. In 2019 rondde zij een dubbele master Cultural Studies en Literatuurwetenschappen af aan de KU Leuven.
*
Klik hier voor de website van WijRollen.
*
Liorah, Maurits en Rick willen het Hilton Rotterdam en restaurant JAQ bedanken voor de gastvrije en rolstoeltoegankelijke ontvangst.
One thought on “Twee hoofdredacteuren in de RegenboogStoel”