Pionieren met Peanut Pie

De voorstelling Peanut Pie van StrikeMePink Productions staat op 4, 5, 9, 10 en 11 december in het NDSM Theater in Amsterdam.  Gaykrant ging in gesprek met theatermaker Ralph Remers en mag speciaal voor haar lezers en volgers korting op het toegangskaartje voor deze verrassende voorstelling aanbieden. 

In gesprek met de jonge bevlogen theatermaker Ralph Remers over zijn aankomende productie kwam het volgende thema meerdere malen voorbij: hoe is het om ergens onweerstaanbaar toe aangetrokken te worden en te weten dat eraan toegeven je kan schaden? Tot ernstig aan toe?

Nu is dit thema geen directe verwijzing naar door in een lekkere taart verpakte noten veroorzaakte voedselallergie, maar in bredere zin slaat het wel op dilemma’s die in de Engelstalige eersteling van Remers’ StrikeMePink Productions aan de orde komen. Insteek voor dit interview is de aanstaande première van Peanut Pie – Remers eerste toneelstuk – in het NDSM-theater in Amsterdam-Noord.

‘Zeker,’ vertelt Remers, ‘Er komen beladen thema’s in de voorstelling voorbij. Maar door met humor en een lichte toets te werken kunnen deze thema’s, zonder te forceren of juist te relativeren, bij de toeschouwer ook binnenkomen.’ Inspiratie voor deze tragikomische ‘aanvliegroute’ haalde hij uit een van zijn grote voorbeelden, acteur en auteur Noël Coward. ‘Daarbij moet gezegd,’ merkt Remers op, ‘dat ook Oscar Wilde zich van deze aanpak bediende.’

Hoewel Peanut Pie zeker een queer-gerelateerde voorstelling is, speelt als rode draad een universeel thema een belangrijke rol in de verhaallijnen: hoe ga je om met rouw. Om het breder te trekken: in wat voor diverse vormen kunnen rouwbeleving en rouwverwerking zich aandienen? Maar ook: op wat voor manier, en ook wanneer, wordt door de buitenwacht op rouw een label geplakt?  Wanneer wordt het ‘ongezond’ bevonden? En dat dan niet alleen door de maatschappij, maar ook door de geestelijke gezondheidszorg? Remers wist me te vertellen dat ‘gecompliceerde rouw’ recentelijk als diagnose in de DSM (diagnostisch handboek voor psychische klachten) is opgenomen.

Remers’ achtergrond als hulpverlener in de psychiatrie schemert door als hij vertelt over hoe destijds alles wat maatschappelijk ongewenst was snel als ziekte werd weggezet en over de ingrijpende methodes die werden ingezet om de ‘ziekte’ te genezen of te ‘herstellen’. Zijn onderzoek en zijn opgedane ervaringen hierin vormden een voedingsbron voor het schrijven van zijn debuut.

Door het in zijn voorstelling verweven van etiketten over rouwvormen met labels over homoseksualiteit, queerness en gender krijgt de voorstelling ook een hedendaagse relevantie.

Peanut Pie is gesitueerd in het Londen van de naoorlogse jaren veertig van de vorige eeuw. Een periode waarin, na de ravage van de Tweede Wereldoorlog, alles wat afweek van de witte heteroseksuele norm stevig onderhevig was aan oordelen. Een tijd waarin ‘afwijkend gedrag’ versneld werd weggezet als zonde, ziekte of zelfs als perversiteit. Met de dreiging van repressieve reacties daarop. Sla de geschiedenisboeken over het lot van Alan Turing er maar op na.

In deze setting volgen we in Peanut Pie de levens van een aantal queer en non-queer personages, en zien we hoe zij in het overleven na tegenslagen troost zoeken en (soms) ook vinden. Daarbij komen – ook als running gag – peanut pie’s in beeld. Pindataart als afleiding, als comfort; als troostvoer. Letterlijk en figuurlijk.

Een van de prikkels om Peanut Pie te schrijven, en StrikeMePink productions op te richten, was de behoefte om meer ‘queer characters’ op toneel te zien. ‘Mensen hebben nu eenmaal behoefte om zichzelf te herkennen in voorstellingen. En het aanbod mag best groter.’ Het viel Remers ook op hoe hoog het percentage is van niet-Nederlandssprekenden in de queer community, zeker in de Randstad. De keuze om in het Engels te schrijven lag voor hem toen ook voor de hand. Bovendien: ‘Ik kan me er ook makkelijker in uitdrukken. Daarnaast spreekt men tegenwoordig, zeker de jongere generatie, makkelijker Engels’.

In zekere zin is deze taalkeuze, net als deze voorstelling, een gok en een sprong in het diepe. ‘Het is spannend, ook een beetje eng, om vanuit het niets met een dergelijke productie te komen, om gelijkgestemden te verzamelen, om een droom te verwezenlijken. Het voelt ook een beetje als pionieren,’ beaamt Remers. De grote stilte die de lockdowns met zich meebrachten waren een stimulans om de spreekwoordelijke koe bij de horens te vatten en energiek vorm te gaan geven aan zijn theatrale plannen. Die stonden immers bij hem al een tijdje op een laag pitje te pruttelen. Met financiële ondersteuning van diverse fondsen, waaronder het Amsterdamse Fonds voor de Kunsten, het VSB- en Prins Bernhard Cultuurfonds, alsmede een crowdfundingactie, kan de sprong naar voren gemaakt worden. Met de intentie om meer queer-gerelateerde producties, van al dan niet oorspronkelijk werk, te gaan produceren.

Remers’ fascinatie voor menselijk gedrag in zijn vele vormen is voelbaar in het gesprek. Naast zijn HBO-opleiding tot verpleegkundige doorliep hij ook een acteursopleiding. In beide werkvelden was en is hij werkzaam. Hij refereert aan zijn onzekerheid in zijn jongere jaren, aan zijn schroom om echt voor zichzelf te kiezen. Dat laatste werd destijds ook ingegeven door lichte drang als: ‘Kies nou iets normaals’.

Maar bloed kruipt waar het niet gaan kan. In het kiezen en bewandelen van zijn eigen weg overwon hij zijn schuchterheid. En in dit overwinnen is het zoeken naar wegen om beide ervaringswerelden met elkaar te verbinden een inspiratiebron geworden. Niet alleen ontleende hij zelfvertrouwen aan deze persoonlijke ontwikkeling, het leidde ook tot compassie voor hen die elders en eertijds geworsteld hebben om hun passie en verlangen te kunnen en mogen volgen en vormgeven.

Het door openlijk buiten gebaande paden treden kon, en kan, consequenties hebben. En in sommige milieus zelfs zware. Dat aangaan alleen al is een uitdaging. En dan daarin ook nog geconfronteerd worden en moeten omgaan met verlies. ‘Ik zie mezelf niet als activistisch’ zegt Remers. Maar begaan is ‘ie wel, en hieruit ontsproot zijn eerste toneelstuk Peanut Pie. Als zijn gepassioneerdheid, zeg maar begeestering, een indicatie is voor wat de voorstelling te bieden heeft, dan staat ons iets mooi te wachten.

*

Peanut Pie van StrikeMePinkProductions

26, 27 en 28 mei in Het Amsterdams Theaterhuis

*

Jules Opstap werd ergens in de vorige eeuw, vanwege een fikse etnische DNA mix en met zijn Antilliaanse achtergrond, door zijn zus bestempeld tot ‘koninkrijkskind’. Het kwartje viel, en dat beviel wel. Jules schrijft als profi graag voor en over theater, en in zijn gedachten woont hij half in Londen.

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.