Sinds ik nu langer dan een jaar aan de hormonen ben, en mijn transitieoperatie een goeie anderhalf jaar geleden is, heb ik niet meer zoveel te maken met mensen die mij verkeerd aanspreken.
Toen ik net aan mijn metamorfose begon, om het zo te zeggen, merkte ik dat er best wat mensen waren die daar moeite mee hadden.
Niet per se de acceptatie dat ik een jongen ben, maar de juiste voornaamwoorden gebruiken. De meeste mensen in mijn directe omgeving, behalve mijn directe familie, accepteerden het direct, maar dat hoeft nog niet te betekenen dat er gelijk een knop omgaat.
Dat ik van de een op de andere dag ‘Nick’ en ‘hij’ was, kostte tijd. En dat was oké. Voor mijn familie was het wat moeilijker om te begrijpen en te accepteren. Door de situatie was het voor mijn vader en broer ook moeilijk om mij Nick en hij te noemen maar dat is zodanig gegroeid dat het nu niet meer anders is of aanvoelt.
Waar ik het meeste moeite mee had, waren de momenten in de fase dat ik voor de buitenwereld nog een ‘twijfelgevalletje’ was. Als ik tegen mensen zei dat ik Nick heet en een jongen ben, en dat het daarna nog steeds niet goed ging.
Het is eigenlijk een lastig fenomeen als je veel bezig bent met de hokjes man en vrouw. Of met het hokje non-binair.
Op een avond ging ik uiteten met mijn familie en vrienden van ons. Ik ging naar het toilet. Het vrouwentoilet, want ook al was mijn verhaal inmiddels bekend, ik dacht dat ik me als meisje moest voordoen. Ik durfde het ook nog niet aan om naar het mannentoilet te gaan.
Toen ik naar de wasbak liep om mijn handen te wassen, kwam er een vrouw binnen. Ze keek me aan en zei: ‘Dit is het vrouwentoilet hè.’
Ik werd rood van schaamte en antwoordde: ‘Ja, dat weet ik’, hopende daarmee genoeg te hebben gezegd en zo snel mogelijk uit deze ongemakkelijke situatie te kunnen ontsnappen.
‘Ja, maar wat doe jij hier dan?’ ging ze door.
Nu ik hier op terug kijk was dit eigenlijk een compliment, maar toen kon ik alleen maar met het schaamrood op mijn kaken antwoorden: ‘Ja, ik ben een meisje,’ en toen was het haar beurt om met het schaamrood op haar kaken het dichtstbijzijnde toilethokje te vinden.
En nu ik erop terugkijk, vind ik het eigenlijk bijzonder komisch, maar toen voelde ik me zo vernederd. Dat heeft misschien niks met die dame te maken: zij reageerde op wat ze zag zonder na of even door te denken.
Het lastige van mensen die je verkeerd aanspreken, is dat ze misschien oprecht niet weten hoe ze je moeten aanspreken. Of ze zijn ervan overtuigd dat je een man bent terwijl je een vrouw bent, of andersom.
Het wordt pas een probleem als je aan mensen vraagt om anders aangesproken te worden en dat niet gehoord en gehonoreerd wordt. Of zelfs iemand die daar gewoon stug tegenin gaat.
Maar waarom eigenlijk?
Ik zou het antwoord niet kunnen geven.
Mijn moeder is een van die mensen. In haar geval is het misschien een mechanisme om de waarheid niet onder ogen te hoeven komen. Een mechanisme dat mij troebleert.
Misschien moeten we hokjes wat meer durven loslaten en gewoon accepteren hoe de ander graag aangesproken wil worden. Man. Vrouw. Hen. Luister naar de ander en wees iets meer bewust van je eigen mechanismen.
*
Nick is een trans man van 19. Hij werd in 2001 geboren, enkele minuten na zijn tweelingbroer. In zijn pubertijd had hij het gevoel dat het lichaam dat hem was meegegeven niet bij hem paste. Eind 2017 kwam hij op de wachtlijst voor transitie van het VUMC in Amsterdam. Na anderhalf jaar begonnen de gesprekken. Begin 2020 kreeg hij de borstverwijderende operatie. In augustus van dat jaar begon hij aan hormonen.