Jerry Haimé: 25 jaar hiv-voorlichter in de migrantengemeenschap

Jerry Haimé (54) is een hiv-activist die dit jaar de Mikel Haman Award in ontvangst mocht nemen voor zijn werk op dat gebied. Mikel Haman was een Surinaamse LHBTI+- en hiv-activist die in 2018 op 54-jarige leeftijd overleed. Haman kwam met het door hem opgerichte Survibes op voor belangen van Surinaamse LHBTI+ers en de award wordt elk jaar uitgereikt.

Tekst: Floor Brands
Foto: Jerry Haimé bij de uitreiking van de Mikel Haman Award

Ik denk dat er heel veel mensen zijn die je nog niet kennen, kun je iets meer over jezelf vertellen?

Ik ben Jerry Haimé. Ik ben sinds eind jaren tachtig, begin jaren negentig actief bij Strange Fruit, een zelfhulporganisatie die is opgericht door queer Afro-Caribische en moslimjongeren. Ik ben daar als vrijwilliger begonnen en heb vanuit deze organisatie later verschillende activiteiten opgezet.

Eén van die activiteiten was Surinaamse hoofddoeken binden. Op die manier bereikten we ook de Surinaamse moeders. Ook organiseerde ik Safer Sex and Culture. Hierbij werden in een informele sfeer in een koffieshop van het COC Amsterdam informatieavonden georganiseerd voor mensen met individuele hulpvragen.

Die hulpvragen werden er echter zo veel en deze werden zo serieus dat we een samenwerking zijn aangegaan met de hiv-vereniging Amsterdam. Van daaruit is Together We Live ontstaan en hebben we de eerste ontmoetingsavonden georganiseerd voor mensen met hiv en aids die een migratieachtergrond hebben, voor hun familie en hun directe omgeving.

Bij Together We Live hebben onder andere de moeders die betrokken waren bij het hoofddoeken binden een grote rol gespeeld om de doelgroep te bereiken.

Uit welke mensen bestond die doelgroep precies? Mensen uit de LHBTI+ gemeenschap en hun familie?

Nee, niet alleen LHBTI+ maar eigenlijk alle mensen die waren besmet met hiv en aids. Ook heteroseksuelen en hun omgeving, dus dat was heel breed. En het was in die tijd ook heel bijzonder dat we dat deden, maar het werkte wel.

We spraken toen eigenlijk alleen nog maar van aids, niet van hiv. Wij vonden dat als het de migrantenpopulatie aanging, het eigenlijk iedereen aanging. Daarom hebben we dat toen ook samengetrokken.

Hoe kwam je er in eerste instantie bij om je hiervoor in te gaan zetten, meestal gaat het dan om een soort persoonlijke passie, of heb ik het mis?

Het begon eigenlijk met het feit dat er geen preventie- of voorlichtingsmateriaal was waar we ons mee konden identificeren, daarnaast vond ik preventie heel erg belangrijk. Met knippen en plakken deden we zelf materiaalontwikkeling en werkten aan beeldvorming. Ik verloor in die periode twee mensen aan de gevolgen van aids.

Ik durfde me op dat moment zelf niet te laten testen. Ik had het idee dat als ik besmet zou zijn, ik het dan wel zou merken. Het was heel dubbel, juist omdat ik op dat moment met aidspreventie bezig was. Omdat het niveau professioneler werd, zijn we uiteindelijk de samenwerking met de hiv-vereniging aangegaan.

In 1996 kreeg ik mijn eigen hiv-status. Vanaf dat moment stond ik er wel wat anders in en kwam ook de zorg erbij. Niet alleen maar de preventie, maar ook voorlichting voor mensen met hiv. En daarbij gaat het vooral over hoe te leven met hiv en hoe de kwaliteit van leven te waarborgen.

Jerry Haimé (foto door Gerda Dalen)

Je bent nu zelf patiënt, en je ervaart nu ook zelf hoe deze zorg is geregeld, neem je die kennis nu ook mee in wat je doet?

Ja dat is zeker waar. Ik merk bij veel migranten dat heel veel mensen te laat laten testen, bijvoorbeeld als er al complicaties zijn. Toen ik positief werd getest was het voor mij kantje boord, maar in 1996 kwam er ook goede medicatie. Ik geef als ervaringsdeskundige advies en ondersteun personen die bijvoorbeeld net positief zijn getest of ga bijvoorbeeld mee naar de internist of consulent.

Merk je ook dat er nog een taboe hangt boven hiv en aids?

Absoluut! Toen ik de award won, moest ik er over nadenken wat ik hierover nu precies zou gaan zeggen. Ik vroeg me namelijk af tot in hoeverre we zelf taboe en stigma in stand houden of voeden. En binnen de migrantengemeenschap heerst zeker een groot taboe. Vaak door vooroordelen, maar ook cultuur, religie en angst spelen hierin een grote rol.

Maar ook als ik kijk naar Nederlanders, dan is het zeker nog niet sociaal maatschappelijk geaccepteerd. Er is wat dat betreft nog heel veel werk te doen.

Waar denkt je dat dat aan ligt, dat er nog zo’n schaduw overheen hangt?

Mensen zijn denk ik vooral bang om veroordeeld te worden, en hierdoor geïsoleerd te raken. Ik heb met mensen in verschillende landen contact, en mensen hier in Nederland zijn toch wel iets nuchterder en weten inmiddels ook wel dat je relatief oud kan worden met de medicatie die er is. Sommige mensen slaan daar ook wel eens wat in door, ze zeggen dat iedereen met hiv één pilletje per dag slikt en on-detecteerbaar is, maar dat is niet het geval.

En als je dan de grens over gaat bijvoorbeeld naar Suriname, dan is het taboe zo groot dat er niet over gesproken wordt. Ik ken voorbeelden van vrouwen die besmet zijn, maar die het niet aan hun mannen durven te vertellen. Omdat ze bang zijn voor de negatieve reacties, maar ook omdat de vrouw afhankelijk is van de man.

Heel veel mensen zien hiv en aids als gevolg van seksueel gedrag of van iets wat je fout hebt gedaan in je leven. Mensen in Nederland, maar ook mensen uit het buitenland houden dat taboe ook wel erg in stand. Mensen durven bijvoorbeeld ook niet met mij gezien of geassocieerd te worden. Ik wil met Positive Tribe echt met een groep mensen naar buiten treden die wel zichtbaar durft te zijn. Het is wel erg lastig om hiervoor mensen te vinden.

Bizar eigenlijk. Welke doelgroep zou je vooral nog willen benaderen om je werkzaamheden kenbaar te maken, om die zichtbaarheid te vergroten?

Personen van Surinaamse en Antilliaanse afkomst in Nederland en landen van herkomst. Er is nog zoveel vooroordeel, misinformatie, taboe en stigma. Ik denk verder vooral onverzekerden en niet geregistreerde mensen en bijvoorbeeld asielzoekers. De situatie van deze mensen is soms echt mensonterend. LHBTI+ en/of personen die leven met hiv noemen hun seksuele identiteit of hiv-status niet uit angst voor homofoob geweld en andere gevolgen. Niet alleen binnen Nederland maar ook daarbuiten. En ik denk dat het het mooiste is als je naast voorlichting over LHBTI+ ook de voorlichting over hiv en aids zou kunnen toevoegen.

Kom je vaak een bepaalde leeftijdsgroep tegen?

Ik kom over het algemeen veel ouderen tegen die onlangs met hiv besmet zijn geraakt, maar ook steeds meer jongeren. Die groep groeit de laatste tijd. Maar die kijken er dan over het algemeen wel iets anders tegenaan en gaan er wel iets anders mee om ook. Het lijkt of preventie weer opnieuw moet worden uitgevonden. Bij de jongeren loopt het wel echt op. Dus ik zou zeggen dat de nadruk zou moeten liggen op voorlichting met betrekking tot preventie bij de jongeren. Ik maak me daar ook zorgen over.

Maar het punt van grote aandacht natuurlijk, de Mikel Haman Award. Had je verwacht dat je die zou krijgen?

Ik had het gehoopt, maar niet verwacht. De nominatie op zich was al een enorme eer. Ik ben inmiddels een jaar of dertig vrijwillig activist en al vele jaren zichtbaar als zwarte homoseksueel die leeft met hiv. En daar is nu een mooie waardering voor gekomen. Ik vind het heel fijn om die waardering te krijgen, dit komt heel erg binnen. Ik geniet daar heel erg van, elke dag weer.

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.