Horas Simanullang: ‘In mijn leven gaat eigenlijk alles vanzelf’ 

Horas Simanullang (59) runt zijn eigen modezaak Magasin Horaz in de Haagse Molenstraat.  Horas is gay en heeft een Indonesische achtergrond. In dit interview doorloop ik met hem zijn levensgeschiedenis.  We zitten voor de winkel en Horas is een graag geziene buurman. Hij kent iedereen en wordt voortdurend aangesproken.  De smalle Molenstraat blijkt automobilisten niet tegen te houden, tijdens ons gesprek razen personenauto’s en vrachtwagens voorbij. 

Tekst: Maurits Huijbrechtse
Foto’s: Privécollectie

Kun je iets vertellen over jezelf? 

Dat is meteen een lastige vraag, ik ben dus Horas. Ik ben in Den Haag geboren en getogen. Mijn ouders zijn afkomstig uit Indonesië.  Mijn vader werkte in de horeca, en ik heb altijd gezegd: ‘Dit ga ik hem nooit nadoen!’ Voor zover ik weet is mijn vader na de Tweede Wereldoorlog in Nederland gekomen. Hij behoorde tot de christelijke minderheid op Sumatra. Hier in Nederland ontmoette hij mijn moeder.

Mijn moeder is islamitisch maar smokkelde toen ik klein was weleens met de regels wat betreft varkensvlees. Thuis was integreren het devies. Dit maakte dat ik weinig meekreeg van de Indonesische cultuur. Achteraf vind ik dat wel jammer want daardoor heb ik bijvoorbeeld de Indonesische taal nooit goed leren spreken. Mijn ouders hebben pas op latere leeftijd aansluiting gezocht bij de Indonesische gemeenschap.

Anders dan je misschien zou denken maakten mijn ouders geen probleem van homoseksualiteit.  Ze hebben mijn grote liefde Hans opgenomen in hun leven als hun schoonzoon. Mijn ouders leven allebei nog. Mijn vader is inmiddels 101, heeft Alzheimer en woont sinds kort in een verzorgingshuis. Mijn moeder is nog redelijk zelfstandig en gaat er nog graag op uit.  Ondanks mijn eerdere bedenkingen belandde ik tijdens mijn middelbareschooltijd in de horeca. Daarna deed ik de hotelschool.

Hoe was je coming-out?  

Mijn coming-out ging zoals zoveel dingen in mijn leven vrij vanzelf. Zoals ik al zei was het voor het thuisfront geen probleem en voor mij dus ook niet. De horeca was ook mijn ingang in de gay-scene. Ik was zestien toen ik door een oudere collega voor het eerst werd meegenomen naar gaycafés en disco’s. Daar mocht ik als zestienjarige eigenlijk nog helemaal niet zijn. Uiteraard werd ik als ‘lekker hapje’ bekeken. Mijn Indonesische achtergrond speelde daarbij geen rol.

Na de middelbare school ben ik een halfjaar op Ibiza geweest. Ondanks de vrijheid daar ben ik nooit echt van de losse contacten geweest.  Door mijn horecawerk heb ik ook mijn levenspartner Hans van Westreenen  ontmoet in Café Tabac, Anime Schlemmer.  Hans was daar stamgast en ik werkte in de bediening. De eerste keer dat we elkaar troffen dacht ik al meteen ‘wat een charmante man!’ Vijf jaar later sloeg de vonk echt over op een bedrijfsfeest waar Hans als stamgast nu eens het personeel bediende.

Hij had bij wijze van flirt een gewoonte van mij overgenomen, het dragen van drie horloges. Dat vond ik toen leuk en Hans blijkbaar ook.  Hans nodigde mij daarna prompt uit voor een weekend in Brussel.  Hans is verreweg het mooiste dat ik aan mijn horecawerk heb overgehouden. De horeca heeft mij echt gevormd tot wie ik nu ben.

Hoe zou je jullie relatie typeren? 

Er was een groot leeftijdsverschil van 24 jaar tussen Hans en mij. Dat betekende dat we in heel verschillende levensfases zaten. Daarom was vrijheid wel ons sleutelwoord. Hans en ik deden veel samen maar lieten elkaar ook de vrijheid om zelf dingen te ondernemen. Dat moest ook wel vanwege onze schema’s, ik in de horeca en hij in het theater. We brachten later ook veel tijd door in Frankrijk.

Hans woonde daar en ik kwam in de weekenden over. Hans was een groot boekenliefhebber. Hij wist veel van de Eerste Wereldoorlog en legde dus een grote eigen bibliotheek aan. Naast onze tijd in Frankrijk ondernamen we samen reizen. Eén reis is er helaas niet van gekomen, namelijk een reis naar Indonesië. Zelf ben ik daar maar een keer geweest op elfjarige leeftijd. Ik had Hans graag Sumatra laten zien.

Onze relatie veranderde natuurlijk wel toen Hans van de ene dag op de andere hoorde dat hij ongeneeslijk ziek was.  Ik had net mijn horecazaak verkocht en kon dus bij Hans zijn. Na de eerste emoties ging ik direct in de zorgstand. Die laatste maanden waren mooi. We wisten ons gesteund door een grote groep vrienden. Hans bleef ook theaterdirecteur tot het einde.

Hij plande zijn uitvaart tot in detail. Het was mooi om mee te maken dat Hans in het leven van zovelen positieve sporen heeft nagelaten. Na het overlijden van Hans heeft het nog tot mijn eigen ineenstorting door een herseninfarct geduurd voor ik toekwam aan de rouw die ik nog niet had verwerkt.

Hoe ben je na het infarct verdergegaan? 

Tijdens mijn revalidatie van vijftien weken hebben mijn vrienden mijn eerste winkel leeg verkocht. Na het revalideren kon ik via vrienden bij verschillende bedrijven proberen weer aan het werk te gaan. Dat was mijn therapie. Al snel bleek dat ik niet meer terug kon in de horeca, dat trok ik gewoonweg niet meer. Ik ben alle vrienden die mij toen hebben geholpen heel erg dankbaar. De schone lei die zij mij hebben bezorgd stelde mij in staat Magasin Horaz te beginnen.

Deze modezaak met iets extra’s run ik met veel plezier. Er hangt elke maand een wisseltentoonstelling van mooie kunst aan de muur en ik verkoop ook kookboeken en olijfolie uit de boomgaard van vrienden. Officieel is Magasin Horaz een herenmodezaak maar ik hou helemaal niet van denken in hokjes dus: iedereen is welkom in mijn winkel!

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.