M’n ex: ‘Ik kneedde het gereedschap waarmee Anne was verwekt’ | René uit Zwolle

In menige gay adult movie draait het om de vleselijke eenwording van een jongvolwassene en zijn stief- of schoonvader. Het is zelfs een geheel eigen genre, wat betekent dat er een forse markt voor is. Het prikkelt kennelijk de fantasie van een groot aantal pornokijkers; zowel de liefhebbers van jong vlees als die van rijpere daddy’s. Ik heb het verhaal in het echt meegemaakt, al was het veel mooier, minder vulgair en uiteraard gecompliceerder dan op de pornoset. En, helaas, zonder happy ending.

Redactie: Rits de Wit
Illustratie: Wilbert van der Steen

Ik woonde denk ik net samen met mijn vriendinnetje Anne toen ik, twintig jaar oud, voor het eerst een bewuste erotische droom over hem had. Ik vertelde die de volgende morgen aan Anne. Ze moest er smakelijk om lachen, maar vroeg er verder niet op door. Dat was het mooie van Anne, ik hield van haar omdat ze me de ruimte gaf om de complexiteit van mijn identiteit te ontdekken. Ik hield ook van haar omdat ze me stimuleerde in mijn creativiteit en mijn doorzettingsvermogen. Ik betekende voor haar, denk ik, een baken; niet dat ze van mij afhankelijk was, maar ze vond bij mij de rust en de sparringpartner die ze nodig had. Ik vond het geweldig dat ze zo mooi was, maar wat haar nóg sprankelender maakte was dat ze zo op hem leek – haar vader.

Op de middelbare school kreeg ons bondgenootschap gestalte; in Havo 3 zaten Anne en ik naast elkaar in de klas en vertelden we elkaar tijdens de pauzes intieme verhalen uit ons prille leven. Anne had een stiekeme relatie met Tilda W., de slimste meid van school die dat jaar eindexamen deed; ik was smoor op meneer P., die ons Frans en maatschappijleer gaf. We fantaseerden dat we samen kinderen zouden maken, Anne en ik; tolerante, slimme, creatieve kinderen, goede mensen die we een bijdrage zouden leren leveren aan een betere wereld.

‘Op school waren we zo fysiek met elkaar dat we vaak commentaar kregen’

Constructie

Anne en ik waren tijdens en tussen de lessen zó overdreven fysiek met elkaar dat we regelmatig corrigerend commentaar kregen van docenten én geïrriteerde, jaloerse blikken van klasgenoten; iedereen dacht immers dat wij een paartje waren, misschien niet het allerknapste – wat dat betreft was er te veel concurrentie – maar toch beslist het meest flamboyante en originele, en daarmee scoorden we vooral in het artistieke, linkse deel van de school bijzonder hoge punten.

Toen we samen in een voormalig kapperszaakje aan de rand van de stad gingen wonen wisten we precies wat we aan elkaar hadden. We sliepen in lits jumeaux, want dat was gezellig, en soms ook wel eens héél gezellig, maar er was ook een ‘logeerruimte’ waar de milde geur van haarverf nog niet uit verdreven was; daar stond een bed waarop we beiden onze avontuurtjes beleefden als die niet buiten de deur konden plaatsvinden.

We wisten dondersgoed dat het mogelijk een tijdelijke constructie zou zijn, ons huishouden; we zouden beiden iemand kunnen ontmoeten met wie we verder wilden of andere plannen zouden hebben, maar daar waren we niet bang voor, het maakte onze band juist nog intenser. Zolang ze mij bij zich zou hebben zou ze van me genieten, met volle teugen, verzekerde Anne me vaak als ze me naar een mooie man zag staren. Ze wist precies op wat voor heren ik viel en kon mijn blik lezen voor ik zelf in de gaten had dat ik van opwinding volledig was afgeleid. In die zin was het dan ook vreemd dat ze het net níet in de gaten had toen ik de liefde van mijn leven leerde kennen, pal onder haar ogen.

Bizar

Het is soms bizar hoe je voelt dat iemand naar je kijkt, een bepaalde belangstelling voor je heeft, zonder dat hij bovenmatig naar je loert of opzichtig je aandacht probeert te trekken. Het was in ons geval dan ook niet zo dat één van de twee het initiatief nam en de ander volgde; Paul en ik voelden vanaf een bepaald moment aan dat we elkaar wilden, meer dan iets of iemand anders, zonder dat bewust uit te dragen, zonder er werk van te maken.

Als ik Paul zag, was dat aanvankelijk altijd samen met Anne, zijn dochter; we kwamen bij hem over de vloer om samen te koken en te eten, om te klussen, om een wijntje te drinken in Pauls serre of tuin waar alle rust van de wereld altijd leek te zijn verzameld. Anne bewoog zich daar alsof ze er thuis was, terwijl ze er nooit echt gewoond had; ze plukte ongevraagd bloemen uit de tuin voor in een vaas op tafel, nam te eten en te drinken uit de koelkast, zette muziekjes op en kroop tegen Paul aan als ze weer eens in een pappabui was.

Paul vond alles best, vriendelijk en geduldig als hij was. En zeer belangstellend bovendien; hij informeerde naar mijn studie en werk, naar het welzijn van mijn moeder en broers, naar mijn blessures als ik weer eens te fanatiek gesport had. Opvallend was dat hij kon luisteren zonder oordeel, zonder over zichzelf te beginnen, zonder onmiddellijk op de proppen te komen met tips en adviezen. Ik kende niemand die dat zo goed kon als hij.

Zodra hij met Anne in gesprek was over een recept, een politieke kwestie of muziek die ze allebei prachtig vonden greep ik de kans om Paul ongegeneerd gade te slaan, zijn mooie kalende hoofd, zijn scherp gesneden, krachtige kaak, zijn dunne, lange nek vol zwarte stoppels, zijn sierlijke, behaarde handen die altijd in beweging waren, woorden kracht bijzettend, verduidelijkend. Ik zag Anne in hem en er was liefde in mij voor allebei, een intense genegenheid die veel verder ging dan vriendschappelijke affectie; ik voelde me één met hen, ja, ik voelde aanvankelijk een aantrekkingskracht die gedijde bij de gratie van ons driemanschap, een prachtig maar kwetsbaar verbond waarin geen van drieën mocht ontbreken, dacht ik toen nog.

Gewaarwording

Als ik Paul bevroeg, soms brutaal en confronterend, over de dood van zijn vriendin bijvoorbeeld, de moeder van Anne, keek hij me aan met een ongekende mildheid, waarvan ik soms niet wist of die voor haar of voor mij was bedoeld. Ik kon hem raken, wist ik, door dingen te zeggen, door dóór te vragen, door het niet met hem eens te zijn maar zijn opvatting wel te respecteren. Als ik hem aanraakte, soms even, amicaal, op zijn hoofd of schouder, als ik hem gedag kuste zoals Anne dat ook bij hem deed, overviel me op den duur kort maar hevig een sensatie die ik niet kon omschrijven, waarvan ik niet wist of het ‘t meeste leek op proeven, ruiken of voelen, maar waaraan ik verslaafd raakte omdat het zo zonder twijfel wederzijds was, en op den duur baarde me dat zorgen: het was een gewaarwording die ik met Anne niet kende, althans niet in die mate.

‘Ik streelde het warme, dooraderde gereedschap waarmee Anne was verwekt’

Anne was een week of twee in Berlijn met (ex-)vriendin Tilda toen ik voor het eerst alleen bij Paul was, ik zou hem helpen met het witten van een muurtje in de bijkeuken, hij zou voor mij een broek smaller maken op de naaimachine. Dat van beide niets terecht kwam was niet direct mijn intentie, dat wil zeggen: ik had me erop gekleed om te klussen en was het serieus van plan, ook de broek die moest worden ingenomen had ik bij me, maar toch was het bepaald geen verrassing dat Paul en ik elkaar binnen de kortste keren onmatig kusten onder de bruidssluier in het meest schitterende deel van de tuin, op de mooiste, zonnigste dag van het jaar. En dat we daar lange tijd niet mee ophielden, omdat we allang met elkaar waren vergroeid. Loslaten was nu geen optie meer, voelde ik, we konden alleen nog maar verder verstrengeld raken.

Op het kleine stukje overschaduwd gras betastte ik teder zijn huid, liggend, en steeds meer daarvan, en kneedde en proefde ik het warme, dooraderde gereedschap van vlees waarmee Anne lang geleden was verwekt in de schoot van haar moeder.
In mij bespeurde ik nadien plotseling de intense behoefte Anne te bellen en te vertellen over haar vader en mij, over wat ons was overvallen, over wat we eigenlijk allang hadden zien aankomen, over hoe euforisch ik was.

Ik deed het niet, ik belde niet, en toen ze zelf belde meldde ik niet eens dat ik bij haar vader was, ze was in de veronderstelling dat ik bij ons thuis op mijn plekje op de bank zat, met de voeten op de poef van haar oma, zoals ze dat van mij gewend was in de avond, en ik liet het zo.

Diep ik de nacht vertrok ik huiswaarts, want dat was voor nu beter, zei Paul en dat vond ik ook. In plaats van in mijn bed te kruipen plofte ik op de bank, legde mijn voeten op de poef en viel in slaap.

Schoonvader

De avond erna belde Paul me op, dat de broek klaar was geloof ik, en ik zal hem wel zijn gaan halen, al was ik bij binnenkomst de hele broek in kwestie alweer vergeten – Paul had wijn ingeschonken en dirigeerde me gedecideerd richting divan. Van het gesprek dat volgde en dat uren duurde kan ik me lang niet alles meer herinneren, ik weet wel dat hij zei dat hij Anne had gesproken, waarop ik schrok, waarop Paul me verzekerde dat hij niets benoemd had, nog niet, maar dat we dat wel moesten gaan doen, omdat openheid een belangrijke verbindende kracht was in onze drie-eenheid.

Die nacht bleef ik slapen in de armen van mijn schoonvader, bloot en fragiel in de beschermende greep van de man van mijn dromen, ik kon de slaap niet vatten tot ik Paul zachtjes hoorde snurken, toen moet ik zijn ingedommeld.

De volgende nacht sliepen we als rozen op de veranda aan de oostkant van het huis, krap maar knus op een veel te dun matrasje, en voelden we hoe ’s ochtends de eerste zonnestralen ons wakker kietelden. Ik was de gelukkigste man op deze prachtige, maar vreemde planeet.

De eerste keer dat Anne weer naar haar vader ging, de avond van haar terugkeer in Nederland, ging ik niet mee. Anne was verbaasd, ik vond het er altijd zo fijn, zei ze, maar accepteerde mijn smoes om thuis te willen blijven.

Terwijl ik soms het idiote vermoeden had dat Anne allang wist wat gaande was, moest het haar toch echt expliciet worden ingewreven, en dat gebeurde op een avond dat we met zijn drieën verse pizza aten in Pauls serre, terwijl de regen met bakken uit de hemel kwam. Toen Anne plotseling vroeg waarom de bijkeuken eigenlijk nog niet geschilderd was, dat zouden Paul en ik immers gedaan hebben tijdens haar verblijf in Berlijn, nam Paul direct de gelegenheid te baat om de koe bij de horens te vatten. Hij zag niet hoe ik bloosde en schrok, want hij richtte zich volledig tot Anne en vertelde haar kalm, met een steeds verder slaphangende pizzapunt in de hand, dat het er niet van gekomen was, de bijkeuken, omdat wij, hij en ik, elkaar hadden gekust, bemind en de liefde verklaard.

Ik herinner me nog goed hoe Anne verstarde, vervolgens opstond, naar mij keek en naar haar vader, om beurten, een keer of vier op en neer met een niet nader te duiden blik, en toen verdween via de keuken naar de tuin. Niemand liep haar achterna. Een dik kwartier later was ze terug, volkomen doorweekt en met een rozige blos op haar prachtige gezicht. ‘En nu’, vroeg ze, terwijl ze haar vader met natte lippen repetitief op de schedel kuste en mij bij mijn hand vastgreep, ‘en wat nu…?’

Ondanks het feit dat het regenvocht van haar haar via de oogkassen van het gezicht droop, zag ik dat ze huilde.

‘Uiteindelijk nam hij een beslissing die ik niet kon rijmen met zijn aard’

De ‘wat nu?’-vraag was er een die niemand op dat moment kon beantwoorden. Vrij snel werd duidelijk dat het niet verstandig was het kapperszaakje aan te houden. Sinds ik regelmatig bij Paul ging slapen bleek Tilda nogal eens mijn plek in de lits jumeaux in te nemen, in plaats van, volgens afspraak, met Anne in de naar haarverf geurende bijkamer. Ik vond het op zich geen ramp, ik gunde Anne haar liefde en haar genot, ware het niet dat Tilda en ik elkaar zo ongeveer naar het leven stonden; behalve onze liefde voor Anne hadden we werkelijk niets met elkaar gemeen en haalden we elkaar voortdurend het bloed onder de nagels vandaan.

Paul en ik zijn vier maanden op reis gegaan, de wereld rond, omdat het financieel en organisatorisch kon en we ernaar verlangden om samen avonturen te beleven. Anne, die eerst verhuisde naar een kamer in het centrum van de stad, sloot de laatste drie weken aan. Vanuit Costa Rica reisde ze via Mexico en de US mee naar Canada, waar we terugvlogen naar Nederland. Anne was opnieuw door Tilda gedumpt en deed een verwoede poging ons oude driemanschap te herstellen, wat hopeloos mislukte. Paul was steeds mijn prefecte reisgezel geweest, mijn gids en mijn liefdesmaat, maar Anne dwong hem voortdurend opnieuw in de rol van vader en mij in die van (ex-)geliefde.

Dat bleef eigenlijk zo, gedurende de vijf betrekkelijk mooie jaren die ik met Paul heb gehad. Anne was vaak claimend naar ons beiden; toen ze, in het laatste jaar van de relatie tussen Paul en mij, allerlei problemen met haar gezondheid kreeg, kroop Paul steeds vaker in zijn actieve vaderrol en was hij vaker en langer met en bij Anne, wat ik begreep maar ook erg onprettig vond; ik voelde me steeds meer in de steek gelaten.

Verdrietig

Uiteindelijk nam Paul een beslissing die ik niet kon rijmen met zijn aard, met hoe ik hem in al die tijd had leren kennen: hij zei zich gedwongen te voelen te kiezen tussen zijn kind en zijn liefde, ze waren beide zeer waardevol maar onverenigbaar gebleken, dus moest hij mij laten gaan.
Er zal een kern van waarheid in gezeten hebben, maar ik vermoed toch ook dat hij zich het leven met mij anders had voorgesteld, dat zijn liefde voor mij te ontoereikend was gebleken om mij tegemoet te komen in de dingen die ik nodig had: vooral heel veel bevestiging en de veiligheid van zijn voortdurende aanwezigheid. Dat zijn liefde voor mij niet toereikend was heeft hij nooit toegegeven, ik heb het hem meerdere malen gevraagd, maar hij volhardde in zijn ontkenning.

Sinds een jaar of twee leeft Anne met Suus, haar liefje, in Düsseldorf, waar (toevallig?) ook de nieuwe vriendin van Paul woont. Ik ben enkele keren met Paul meegereden naar Duitsland om op zijn verzoek kennis te maken met de nieuwe omgeving waarin hij zich kennelijk thuis voelt en veelvuldig verblijft.

Hoewel ik vervolgens wel eens stiekem heb gekeken of ik misschien een baan in Düsseldorf zou kunnen krijgen, weet ik nu hoe dom dat zou zijn; ik voel me er namelijk volkomen verdrietig en leeg. Het is immers de stad van Anne, haar vader én hun nieuwe geliefden; dat is al veel te druk voor mij.

Wil jij jouw verhaal over een jammerlijk mislukte relatie ook in deze rubriek? Neem contact met ons op via redactie@gaykrant.nl

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.