Seksueel actieve homo- en bimannen mogen vanaf vandaag, na ruim dertig jaar van uitsluiting, onder voorwaarden weer bloed doneren. Het COC, dat jarenlang voor beleidswijziging heeft gepleit, is positief over dit resultaat en spreekt van een doorbraak.
Tekst: COC Nederland
‘Na decennia van uitsluiting mogen seksueel actieve homo- en bimannen nu eindelijk weer bloed doneren. Dat is een doorbraak op weg naar een volledig einde aan discriminatie bij bloeddonatie. Ook homo- en bimannen krijgen nu weer de kans om een ander te helpen door bloed te doneren, en dat is pure winst,’ reageert COC-voorzitter Astrid Oosenbrug. ‘We zijn trots op dit resultaat van onze jarenlange inzet.’

Als voorwaarde voor bloeddonatie geldt nog wel dat homo- en bimannen een monogame relatie moeten hebben, om zo het risico op seksueel overdraagbare aandoeningen door wisselende contacten te voorkomen. Die voorwaarde geldt niet voor heteroseksuele donoren. Later in september gaat het COC daarover in gesprek met minister Van Ark (Medische Zorg), bloedbank Sanquin en patiëntenvereniging NVHP.
‘We willen uiteindelijk een donatiebeleid waarin het helemáál niet meer uitmaakt met wie je seks hebt, maar alleen of je veilige seks hebt,’ aldus COC-voorzitter Oosenbrug. Zo zou elke donor volgens het COC gevraagd kunnen worden naar zaken als wisselende seksuele contacten en condoomgebruik.
Een dergelijk beleid kan mogelijk al over een jaar in werking treden, liet minister Van Ark eerder weten. Zij is het met het COC eens dat risicogedrag uiteindelijk bepalend moet worden voor bloeddonatie, niet de vraag met wie mensen seks hebben.
Sinds 2019 mochten homo- en bimannen alleen bloed doneren als ze vier maanden geen seks hadden gehad met een andere man. Daardoor was was bloeddonatie in praktijk onmogelijk voor seksueel actieve homo- en bimannen. Tussen 2015 en 2019 was de uitsluitingstermijn zelfs 12 maanden. Daarvóór waren homo- en bimannen meer dan twee decennia lang geheel uitgesloten van bloeddonatie.
De afgelopen jaren drong het COC aan op beleidswijziging in talloze gesprekken met Kamerleden, ministers, de bloedbank en met de Nederlandse Vereniging van Hemofilie Patiënten (NVHP) waarvan de leden volledig afhankelijk zijn van gedoneerd bloed. Daarbij was het uitgangspunt steeds om te komen tot een bloeddonatiebeleid waarin de veiligheid van patiënten voorop staat en waarin niet gediscrimineerd wordt. Het COC onderstreept haar waardering voor de gesprekken met de NVHP, waarin respect voor de wederzijdse belangen en standpunten steeds voorop heeft gestaan.
*
Ik ben lang geleden jarenlang bloeddonor geweest. Opeens mocht het niet meer, want ik ben homo.
Het gemak van Sanquin dat iedere homo maar er op los neukte zonder enige bescherming was een klap in mijn gezicht.
Mijn stelling dat iemand die uit overtuiging mensen wil help door bloed te doneren zou dat toch niet doen wetende dat hij mogelijk besmet met HIV zou zijn werd 1 niet naar geluisterd en 2 niet serieus op geantwoord.
Of hetero’s monogaam leefden werd helemaal niet gevraagd. Want hetero’s zijn o zo netjes.
Ik heb toen (dus al heel lang geleden) gezegd, dan niet maar dan ook nooit meer.
Dus bij deze.
Nooit meer.