Lieve jongens was eind jaren zeventig een succesroman van Gerard Reve. Al in 1980 werd het boek verfilmd door Paul de Lussanet. Homoseksualiteit werd meer en meer een thema in literatuur en film. Als homo deed dat je goed. Onze boekenkasten werden er extra mee gevuld en ook de films hadden ons af en toe wat meer te bieden, hoewel met mate en nog steeds te weinig.
Meer homo’s en lesbiennes gingen als stel in hun omgeving als begrip functioneren. Zo liepen Lank en ik er in het dagelijkse leven ook tegen aan. Als ze het in familieverband over ons hadden, werd er vaak gesproken over ‘de jongens’.
In de Kerkstraat, in Amsterdam, kwamen wij behoorlijk frequent in de homokroeg Incognito. Daar werden we veelal bediend door een sympathieke, grote jongen met opvallend blozende wangen. Wij noemden hem onder elkaar wel Flipje van Tiel. Op een keer vertelden we hem dat dan ook, waarop hij meldde dat wij in zijn administratie geboekt stonden als ‘lieve jongens’.
Maar dat ’jongens’ bleven we tegenkomen. In de familie was het vanzelfsprekend dat het over ons ging – en gaat – als er van ‘de jongens’ wordt gesproken. Maar wij zijn inmiddels wel 82 en 69. Bij de man vrouw- verhouding gaat het dan over ‘Jan en Lies’, maar wij blijven ‘de jongens’. De WhatsApp met een dierbare, veel jongere neef, heeft als aanduiding: ‘Lieve Jongens’. Als wij over andere vriendenstellen spreken, kan het voorkomen dat we het ook wel over ‘de jongens’ hebben en blijkt dat omgekeerd ook te gelden.
Voor vrouwenstellen lijkt zoiets eveneens op te gaan. Althans, ik weet dat er een kroeg op Goeree Overflakkee bestond, Café Latin, die werd uitgebaat door een vriendinnenstel en dat er dan bijvoorbeeld werd afgesproken: ‘Om tien uur bij de meiden.’
Als het zo ter sprake kwam, werd er een enkele keer wel gevraagd, hoe we dat ‘jongens’ beleefden. Zat er toch niet iets van gebrek aan respect in, of misschien wel discriminatie? Wij voelden en voelen het echter niet zo. Een kwalificatie als ‘oude nicht’ is uiteraard wat anders omdat er geen pejoratief voor ‘ouwe hetero’ bestaat (zoals bekend is deze er wel voor ‘ouwe wijven’: een lelijke restant van de mannelijke heterodominantie) maar met dat ‘jongens’ beleven we dat niet zo. We associëren het met gemakkelijk en gemoedelijk.
Het is natuurlijk mogelijk dat iemand dit anders ervaart.
Coos Huijsen (1939) is schrijver, oud-politicus en columnist. Hij was in 1976 de eerste parlementariër ter wereld die openlijk voor zijn homoseksualiteit uitkwam.
*