Jack Bow: met Josephine Baker thuis op de bank met een kopje thee

Als er in de begintijd van de televisie een showballet op tv was, wist de kenner meteen: dat is een choreografie van Jack Bow. Jack Bow, door bekenden ook wel Jackie of Bo genoemd werd in 1908 in Amsterdam als Johannes Marinus Cornelis Bouman geboren en heeft als kind enkele jaren in België gewoond, totdat zijn ouders op het Thorbeckeplein Bar Omnium begonnen. Vanaf deze tijd woonde Jack boven de zaak, eerst met zijn ouders en later alleen.

Jack werd al als kind al meegenomen naar theater Carré en de theaters in de Amstelstraat waar zijn oom en tante bij de buffetten in het Centraal Theater werkten. Daar genoot hij van al de pracht en praal die hij op het toneel zag.

Dit wilde hij ook graag, maar pa Bouman vond dat er geen brood te verdienen was in het theatervak en Jack moest een kantoorbaan gaan zoeken.

Mathilde Willink en Jack Bow

Zonder dat zijn vader het wist kreeg Jack in de vrije uurtjes dans- en taplessen van een danser van het Jacksonballet, en die zag dat Jack er aanleg voor had. Toen het gezelschap in 1931 naar Frankrijk vertrok om in een revue in Parijs te gaan werken, kreeg Jack een telegram: ‘Kom hierheen, er is werk voor je in de revue.’

Jack maakte zijn vader wijs dat hij een baan op een kantoor kreeg en dat het goed was om zijn Frans op te halen en zo vertrok hij naar Parijs waar hij een engagement in de revue kreeg als danser, waar hij werkte met onder andere Mistinquett en Josephine Baker. Vader Bouman legde zich uiteindelijk neer bij de wens van zijn zoon en steunde hem financieel door diens Parijse kamer te betalen.

In Parijs leerde Jack de Nederlandse danser Rabanoff (Gerrit Nikkelsberg) kennen. In 1935 gingen de twee terug naar Nederland want door de crisis was er geen werk voor buitenlanders in Parijs. Ze zetten samen een dansprogramma in elkaar en traden in de bovenzaal van het Tuschinski Theater – La Gaite – op als het dansduo Nichols en Bow. Ze hadden veel succes en werden overal gevraagd. Het meeste succes hadden ze in het Tip Top Theater in Amsterdam. Gerrit kreeg last van zijn knieën en moest met dansen stoppen en ging het modevak in, waar hij ook een veelgevraagd coupeur werd. In 1944 werd Gerrit opgepakt door de Duitsers en kwam in kamp Auschwitz terecht, alwaar hij om het leven is gekomen.

Karikatuur van Jack Bow, getekend door Toon Hermans

Jack die voor de oorlog al choreografieën verzorgde voor de Snip en Snap Revue van René Sleeswijk ging hier in de oorlog mee door. Ook werd hij in die tijd gevraagd door Alex Wunnink, de directeur van Carré, om zijn revues te voorzien van balletten en zo kwam Jack werkend de oorlog door.

Na de oorlog nam Sleeswijk de Engelse choreograaf Leslie Gonda aan. Gelukkig was dat geen probleem voor Jack: hij werd gevraagd door mevrouw Bouwmeester om haar revues met Heintje Davids en Lou Bandy van choreografieën te voorzien.

In 1946 kwam Jack in contact met Wim Sonneveld en die vroeg hem om in het Leidsepleintheater de choreografieën van zijn producties te komen verzorgen. Toen in 1952 het Nieuwe de La Mar Theater werd geopend, werd Jack gevraagd de zieke Albert Mol te vervangen in de musical ‘Het meisje met de grote voeten’.

Daar leerde hij Floris Meslier kennen die met het aankomend talent Toon Hermans zijn Theater van Plezier bestierde. Toon vroeg Jack niet alleen de choreografie te verzorgen maar ook in het programma mee te werken. Dit werd een vriendschap voor het leven: Jack nam Toon en zijn vrouw Rietje graag mee naar Frankrijk en Hermans maakte een karikatuur van Jack, of eigenlijk van zijn neus. In de jaren vijftig vroeg Sleeswijk hem nog even terug voor De Snip en Snap Revue.

Jack heeft voor honderden producties de choreografieën verzorgd. Soms deed hij wel acht of negen theaterproducties per seizoen, met daarnaast ook dansen voor vele tv-shows.

Hij werd ook door Studentenverenigingen gevraagd en zo kwam het dat hij voor de Leidse meisjesstudenten het stuk ‘The Boy Friend’ moest instuderen. Bij deze studentenvereniging was ook Prinses Margriet lid, en zij wilde ook graag een rolletje in de musical. Zo kwam het dat Jack danslessen ging geven aan prinses Margriet.

Tussendoor gaf Jack ook taplessen waar veel verschillende prominente mensen aan deelnamen, zoals: Mathilde Willink, Frans Molenaar, Ina van Faassen en Willem Nijholt. Mathilde Willink vond het niets om in een trainingsbroek te gaan staan tappen en liet door Fong Leng een speciaal pakje maken dat ze na haar vertrek bij Jack liet liggen. Hij heeft het pakje tot aan zijn dood bewaard.

Vanaf de jaren dat hij in haar revues danste, hield Jack contact met Josephine Baker. Als ze naar Nederland kwam voor optredens, haalde hij haar op van het vliegveld en dronk ze haar kopje thee bij Jack thuis.

Tot zijn eigen verbazing werd hij in 1987 gevraagd de rol van Sir Jasper Tring te vertolken in de musical ‘Me and My Girl’ bij het Koninklijk ballet van Vlaanderen, waar hij in deze productie nog een tapdansje kon laten zien.

In 1988 schreef Jos Brink een voorstelling voor oudere artiesten, waar naast Jack ook Georgette Hagendoorn, Georgette Rejewsky, Guus Verstraete sr., Lucie Steijn en Truce Speijk aan mee werkten. De oude garde deed het best, en toen prinses Juliana de voorstelling bezocht, kon het niet meer stuk. ‘Dat was de kers op de taart,’ vertelde Jack aan een journalist.

Zijn tachtigste verjaardag werd gevierd in De Kleine Komedie en werd door de crème de la crème van het Nederlands theater bezocht. Vrijwel iedereen had immers ooit wel eens een dansles of een choreografie van Jack gehad.

Jack heeft in zijn leven heel veel theatermensen voorzien van informatie uit zijn enorme grote muziekverzameling die hij in de bovenwoning op het Thorbeckeplein had verzameld. Vele theatermensen kwamen bij Jack om raad vragen en hij ging dagelijks naar het theater om voorstellingen te bekijken. Jack is tot zijn dood in 1996 toe intens geïnteresseerd gebleven in zijn vak en werd hierin gesteund en begeleid door zijn vrienden Hans Vogel en Jan de Kater.

*

Mari Kant (1962) is in 1977 na een bezoek aan de musical Foxtrot begonnen met het verzamelen van alles wat met Nederlands theater te maken heeft. Een verzameling die – met name door het enthousiasme van theatermensen zelf – uit de hand liep en uiteindelijk ‘Het Theaterarchief’ is geworden. In 2002 is van de verzameling een stichting gemaakt, vanwaaruit tentoonstellingen en lezingen gegeven worden en bijdragen geleverd worden aan media en onderzoek. 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “Jack Bow: met Josephine Baker thuis op de bank met een kopje thee

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.