Toen de oranje vlaggetjes nog vrolijk wapperden in Nederland en ‘onze leeuwen’ nog kans maakten op eeuwige roem, smeerde de UEFA vrolijk boter op het eigen hoofd. Aan de ene kant maakte de voetbalunie allerlei pinkwash-achtige statements over homofobie in de voetballerij, maar aan de andere kant liet de unie uiteindelijk de door de fans meegebrachte regenboogvlaggen afpakken door hun beveiligers. Ook de kleuren van de stadionverlichting in München mochten niet worden aangepast.
Wierd Duk had in zijn podcast Het land van Wierd Duk een mening over die ‘deugers’ die daar wat van vonden. Voetbal en activisme mogen volgens Wierd namelijk niet samengaan. Dat is namelijk niet goed voor de spelers. En daar ben ik het ergens wel mee eens.
De extreemrechtse, activistische premier van Hongarije, Viktor Orbán, had onze geaardheid of genderidentiteit namelijk niet moeten politiseren en al zeker niet moeten gebruiken als vijandsbeeld voor het Hongaarse volk. Politici hadden onze geaardheid of genderidentiteit sowieso niet tot thema moeten verheffen. Live and let live, love and let love en zo. Een beetje hippie, wellicht, maar toch waar.
Ze hadden het in ieder geval niet moeten misbruiken als stok om mee te slaan.
De conservatieve krachten binnen de UEFA hadden het meer dan schijnheilige pinkwashing ook achterwege moeten laten. Ze hadden met hun achterhaalde, discriminerende ‘denk’wijze de beslissing over welk lichtje in het stadion van München werd aangezet, gewoon lekker aan de Duitsers over moeten laten.
En dan de activistische, homofobe ‘supporters’: die hadden gewoon hun bek moeten houden. Hadden onze geaardheid niet moeten kapen om die in combinatie met de meest vreselijke ziektes als scheldwoord te gebruiken. Want hier komt de -oh gruwel- nuance, Wierd. Zit je? Een kleine aanvulling op wat je zegt: ‘Sporters moet je niet opzadelen met thema’s die tot politieke thema’s gemaakt zijn.’
Wat óók niet handig is, beste Wierd, is om sporters met een levensgroot geheim rond te laten lopen. Een geheim dat ze met zich meedragen in de kleedkamer, op het veld, onder de douche en bij een interview na een gewonnen wedstrijd, dat doet wat met hun concentratie hoor. Het is een geheim dat ervoor zorgt dat de zelfmoordcijfers onder LHBTI+ jongeren aanmerkelijk hoger zijn dan onder heteroseksuele jongeren.
Want wat geldt voor de topsporter die in de kleedkamer nog in de kast zit, dat geldt ook voor een tiener die op school rondloopt met een lichaam dat niet bij hem of haar past, een lesbische actrice die een hetero-rol moet spelen, een transgender werknemer die net begonnen is bij een nieuw bedrijf; voor al die personen is geaardheid of gender geen politiek thema. Het is hun leven.
En daarmee een constante aaneenschakeling van afwegingen: ‘Vertel ik het hier en aan deze persoon?’ ‘Kan ik erop vertrouwen dat dit in goede aarde zal vallen? Of houd ik het in dit geval maar beter voor mezelf?’ ‘Is het hier veilig om hand in hand te lopen?’ ‘Kan ik een zoen geven bij het afscheid?’ ‘Zie ik er acceptabel genoeg uit?’
Ik weet dat het lastig is voor je, Wierd. En ik denk eerlijk gezegd dat je waarschijnlijk niet het vermogen bezit om het te doen, maar laat ik het toch proberen: verplaats je eens in een ander.
Hier zijn wat praktijkvoorbeelden waarmee je kunt oefenen:
Je bent lesbisch en krijgt de vraag: ‘Zet je man vanavond het eten voor jou op tafel?’ En je denkt: ‘Ik heb een vriendin en die kookt nooit.’
Of je bent homo en hoort bij een voorstelrondje: ‘Heb jij trouwens al kinderen?’ En je denkt: ‘Mijn vriend en ik zouden dolgraag willen, maar het is voor twee mannen lastiger om kinderen te krijgen dan voor een hetero-stel.’
Of je bent gelukkig in je relatie met twee andere mensen, je bent polyamoreus en bi- of panseksueel en ziet een politicus die jouw relatievorm als minderwaardig afdoet. En je denkt: ‘Als hij de liefde eens zou kunnen voelen, die ik voor mijn partners voel.’
Of je bent een transgender persoon en hebt eindelijk het lichaam waarmee je gelukkig wordt. Je bent jezelf, innerlijk en uiterlijk. Je hebt zelfs een nieuwe baan en je maakt kennis met je nieuwe collega’s en ziet de blikken en je voelt de vraagtekens, en je denkt: ‘Zal ik het vertellen en daarmee het risico nemen om het mikpunt van spot te worden?’
Of…
Of je bent die voetballer. Die dolgraag mee zou doen met Pride. Die al die voetbalvrouwen op de tribune ziet zitten, maar zelf snakt naar een voetbalman. En dan denkt: ‘Als ik een man krijg, dan kan ik dat nooit uiten. Dan kan ik mijn carrière wel op mijn buik schrijven. Dan maken spreekkoren van ‘supporters’ me totaal kapot.’
Maar hij zegt het niet. Want hij heeft geen voorbeeld. Geen mensen die voor hem echte supporters zijn. Net als vele LHBTI+ mensen met hem. Soms zeggen ze er nooit iets van en blijven ze in de kast. Soms hoor je ze niet direct, maar pas als er vertrouwen is gegroeid. Vaak schat je als LHBTI+ persoon eerst in of het überhaupt wel kan. En soms maak je de afweging om maar een beetje mee te lachen of om het af te doen met een algemeen antwoord. Of de aandacht af te buigen naar iemand anders of een ander onderwerp. En waarom? Omdat anderen met jouw liefde, identiteit of gender aan de haal zijn gegaan en er iets pervers van hebben gemaakt. Omdat ze jouw wezen tot een walgelijk politiek thema hebben verwrongen.
Maar zoals geen enkele hetero er ooit voor heeft gekozen om hetero te zijn, zo kiezen LHBTI+ mensen ook niet voor hun geaardheid. Je identiteit, gender of geaardheid is één van de vele rode draden in je leven. Als het echt slechts ‘een optie’ was geweest, iets waar je vanaf zou kunnen zien; dan was het onder alle vervolging, discriminatie, geweld, uitsluiting, besmeuring en vernedering allang verdwenen. Of in ieder geval een heel stuk minder geweest. Hetero zijn maakt je leven nu eenmaal gemakkelijker, Wierd. Wel eens over nagedacht?
Was het maar een beslissing die je kunt uitstellen totdat je in het stemhokje staat. Dat maakte het een stuk eenvoudiger! Was het maar een vakje waarvan je tot op het laatste moment nog kunt beslissen om het niet aan te kruisen. Was het maar, beste Wierd, zo belachelijk simpel als een politiek thema. Voor LHBTI+ mensen is het alles, behalve dat. Het is hun leven, hun identiteit, hun liefde, hun dag en hun nacht. Anderen – en in honderd procent van de gevallen zijn dat activistische homo- en transfobe hetero’s – maakten er een politiek thema van. Door een wezenlijk iets, dat je maakt tot wie je bent, te verbieden.
In 71 landen in deze wereld mag je niet zijn, wie je bent.
Mag je zelfs niet openlijk over jouw liefde praten.
In zulke landen wordt beweerd dat je dan maar gedeporteerd moet worden.
Of dat je gedood moet worden. Door steniging bijvoorbeeld.
Met dit soort gedachten moet je een sporter inderdaad niet opzadelen. Maar laat ik heel duidelijk zijn: de regenbooggemeenschap creëert dit soort situaties niet. Wij vragen niet om dergelijke wetten. Wij vragen niet om de verkrachting van onze identiteit tot een politiek thema. LHBTI+ mensen politiseren hun geaardheid of gender niet.
Dat is allang voor ons gedaan. Vandaar dat ik het met je eens ben als je zegt dat activisten van het EK af moeten blijven. Maar omdat die activistische homofoben en transfoben al sinds lange tijd ‘de voetballerij’ verpesten met homofobe spreekkoren, transfobe scheldpartijen, homofoob geweld en transfobe discriminatie, kon je erop wachten dat de regenboog-gemeenschap nu eindelijk eens luid en duidelijk kiest voor CONTRA-activisme. Een tegengeluid. Genoeg is genoeg. Want inderdaad: val die voetballers niet lastig! Gun degenen die dat willen gewoon de ruimte om uit de kast te komen! Laat ze gewoon gelukkig zijn!
EN BLIJF VOORAL MET JE GORE HOMOFOBE KLAUWEN VAN HET VOETBAL AF!
#IKBENHETZAT!
Ronald Mol
*