Beste UEFA,
Ik heb u al eerder een brief geschreven.
Toen over München.
Niet veel later kwam u met een verklaring.
Niet dat ik denk dat ik zoveel invloed heb dat mijn brief daar enige invloed op heeft gehad.
Maar u kwam wel met een verklaring.
‘Uefa respects the rainbow,’ stond daarin.
Die verklaring kwam een dag nadat u verboden had tijdens het EK voetbal het stadion in München in de regenboogkleuren te laten onderdompelen.
Toen Duitsland tegen Hongarije speelde.
Hoe omschreef u het ook alweer in uw persbericht?
Oh ja.
‘Sommigen bestempelen onze weigering als ‘politiek’. Wij zijn van mening dat niet onze weigering maar het verzoek tot regenboogverlichting ‘politiek’ is.’
‘Uefa respects the rainbow’.
Ik moest aan mijn eerste brief denken toen ik gisteren in Dagblad Trouw las dat van u sponsors van het EK in Rusland en Azerbeidzjan hun reclames niet in regenboogkleuren mochten brengen. Een Deense regenboogvlag werd van supporters afgepakt in het stadion van Bakoe.
Die weigering was zeker ook geen ‘politiek’, beste Uefa.
Ik heb nog geen persverklaring van u voorbij zien komen.
Begrijpelijk, want om nu reclames van sponsors als ‘politiek’ te bestempelen, dat staat natuurlijk een beetje vreemd.
Een gemeenteraad durven jullie wel aan.
Coca-Cola is blijkbaar toch een ander verhaal.
Weet u, gisteren is de Pride-optocht in Tbilisi, de hoofdstad van Georgië, afgeblazen omdat het LHBT+kantoor door een woedende menigte bestormd werd. Volgens vriend en LHBT+activist Hans Verhoeven die daar met een brief van burgemeester Halsema op zak als ambassadeur van Pride Amsterdam aanwezig is, moesten hij en anderen zelfs vluchten uit een VN-gebouw en zaten ze op het moment waarop ik dit schrijf in hun vijfde safehouse.
In navolging van uw bericht over München zult u waarschijnlijk vinden dat het verzoek tot een Pride in Tbilisi ‘politiek’ is.
Het weigeren, in elkaar slaan, bedreigen en vervolgen van LHBT+ers zult u – net als uw zo geliefde voetbal – niet ‘politiek’ vinden.
U vindt het hooguit de charme van een vurige en – oké – wellicht ietwat conservatieve volksaard.
Gezellig.
Mannen onder elkaar, weet je wel.
Hongarije.
Polen.
Rusland.
Georgië.
Net als ik hier in Nederland, zijn LHBT+ers in die Oost-Europese landen er ook gewoon.
‘Wij zijn niet ‘politiek’’, schreef ik u in mijn eerste brief.
Nee.
Wij zijn gewoon mensen.
Mensen die er mogen zijn, met al hun goede en slechte kwaliteiten, gebreken, hoop, tekortkomingen, humor, boosheid, voor – en afkeuren en liefde. Mensen die toevallig en door geboorte (en dus niet door keuze) tot de regenbooggemeenschap horen en die net als alle andere mensen recht op bestaan hebben. Het recht op bestaan dat door sommige landen wordt betwist.
En weet u, als er één organisatie is die in deze landen het verschil kan maken, dan is het uw organisatie wel.
In mijn eerste brief schreef ik u dat uw organisatie zich kenmerkt door een jarenlange geschiedenis van toxisch machismo en door te veel testosteron ingegeven geldingsdrang waardoor het voor – met name mannelijke – voetbalspelers ronduit onmogelijk wordt uit de kast te komen.
Maar ik besef nu dat uw geschiedenis wel een geschiedenis is die in het verlengde ligt van de anti-LHBT+geschiedenissen van landen als Hongarije, Polen, Rusland en Georgië.
Net als zoveel andere Europese organisaties en instellingen kunt u juist het verschil maken.
En in tegenstelling tot mijn geaardheid is het verschil willen maken wél een keuze.
Voor de internationale regenbooggemeenschap zijn juist organisaties en instellingen als de uwe onontbeerlijk.
‘Uefa respects the rainbow’.
Mooi.
Maar ik zie er niets van terug.
U kunt de regenboog niet aan- of uitzetten al naargelang het u wel of niet uitkomt.
Niet in München.
Niet in Azerbeidzjan.
Niet in Georgië.
Niet in Nederland.
Nergens.
Want wij zijn geen ‘politiek’.
Wij zijn mensen.
*
Rick van der Made (Breda, 1968) is hoofdredacteur van Gaykrant. Hij is ook dichter en columnist. Rick woont met zijn huisgenote Pascale en hun twee katten Boris en Klaas in Hooge Zwaluwe.