6 | Lenny Kuhr: ‘Ik vind De Troubadour nog steeds een prachtig lied.’

Na eenenveertig jaar mag Nederland, na een jaar extra vertraging, het Eurovisiesongfestival weer organiseren. Natuurlijk besteedt ook Gaykrant aandacht aan dit grootse liedjesfestijn dat zo onlosmakelijk met onze community is verbonden. Afgelopen tijd zijn er interviews afgenomen met allerlei songfestivalprominenten: van oud-deelnemers, tot kenners en fans. Vandaag als klap op de vuurpijl, de Grande Dame van het Eurovisiesongfestival: Lenny Kuhr.

Tekst: Wesley de Ridder
Foto: Eddie Mol

Het is 1969 als Lenny Kuhr doorbreekt bij het grote publiek dankzij haar winst tijdens het Eurovisiesongfestival. Met het nummer De Troubadour steelt de liedkunstenares de harten van Nederland én Europa. Ze scoort in Frankrijk een nummer 1 hit met Jesus Cristo en in Nederland wordt na De Troubadour het lied Visite haar grootste succes. In haar lange carrière wint ze vele prijzen: de Zilveren Harp, de Edison Award, de BUMA Lifetime Achievement Award, en ze wordt benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau. Na meer dan 50 jaar carrière en meer dan 30 albums blijft Lenny’s singer-songwriterhart geïnspireerd en mogen we ook dit jaar weer gaan genieten van een nieuw album. Want ondanks de jaren heeft haar stem niks aan kracht ingeboet: ze klinkt sterk, vol passie en vakvrouwschap. En natuurlijk mag ze niet ontbreken in deze interviewserie. Ik sprak met haar via facetime, dus geheel coronaproof. En wat was het leuk.

Wat fijn dat we u mochten storen voor wat korte vragen. Het is geen diepte-interview hoor, we houden het gezellig en luchtig. Wat is uw vroegste songfestivalherinnering? Dat is – stiekem – al even geleden natuurlijk, maar ook toen was het songfestival een ding, toch?

‘Jazeker. Alleen hadden we toen natuurlijk nog niet zo heel lang televisie, dus ik moet even graven…Ja! Ik weet dat ik Rudi Carrell zo leuk vond met Wat een Geluk.’

Lenny zingt met haar heerlijke stem een stukje van het nummer Wat een geluk dat ik een stukje van de wereld ben.

Wat een geluk dat ik een stukje van de wereld ben.
Dat ik de wijsjes van de sijsjes en de merels ken.
En dat ik mee mag doen met al wat leeft.
En mee mag ademen met al wat adem heeft.

‘Ja, dat vond ik leuk. En ik kan me Annie Palmen nog herinneren, die heeft meegedaan toch? Oh help, dat weet ik niet eens, wat erg. Ja, ze deed mee met Een Speeldoos, een liedje over een herder en een herderinnetje, dat heb ik toen wel gezien. Maar ook de Franse en Italiaanse inzendingen zijn me wel bijgebleven, die vond ik altijd prachtig. Dus ik kende het festival in ieder geval zeker wel.’

Lenny zet Nous Les Amoureux uit 1961 in.

Nous les amoureux.
Nous les amoureux.
On voudrait nous séparer.
On voudrait nous empêcher d’être heureux. 

En toen dacht u, ik meld me ook aan? Of hoe ging dat?

‘Nou, ik werd er geheel onverwacht voor gevraagd. Ik heb helemaal nooit gedacht: ‘Daar zou ik aan mee willen doen’, of wat dan ook. Maar ik deed het en ik mocht me heel goed voorbereiden met een team van singer-songwriters. Daar zaten zangers in die Nederlandstalige, geëngageerde liedjes zongen met heel goede teksten. En we wilden heel erg graag, ondanks de Amerikaanse invloeden in die tijd al, de Franse traditie voortzetten. Liedkunst, dat was het eigenlijk. We wilden het ergens over hebben. En in die tijd was de Nederlandse liedkunst nog niet zo vergevorderd. Er was wel wat gaande in de jazz en in het cabaret, maar een Nederlands antwoord op bijvoorbeeld Aznavour was er nog niet.’

Dus jullie wilden graag een Nederlands chanson maken?

‘Ja, dat was het eigenlijk ja.’

Het festival was toen volgens mij nog niet zo massaal als nu. Hoe hebt u het toen beleefd?

‘In mijn ogen was het toen al enorm commercieel, groots en luxe! Vooral die luxe was iets wat me meteen opviel. Ik had de nationale selectie gewonnen en toen zei mijn manager – een Française – ‘Dan moet je nu wel naar een couturier gaan.’ Dat was voor het eerst van mijn leven dat ik daar überhaupt over na moest denken. Als ik optrad trok ik altijd gewoon ‘iets leuks’ aan. Maar toen kwam ik bij Frank Govers en dat was een wereld apart. Dat was zo’n groot artiest, een kunstenaar gewoon. Zijn huis rook heerlijk en er liepen allemaal dames die mijn jurk moesten spelden en dan liep hij er flamboyant omheen. ‘Wat ben je béééééééldig’, riep hij dan.

En ik moest naar de kapper. Ik had altijd mooi lang haar en daar moest ineens een soort coupe-soleil in komen. Ik had daar zelf nog nooit aan gedacht en daar zat ik ineens. Dus er werd gewoon een beetje aan me gerommeld zeg maar, ik werd gestyled!’

Vond u dat wel leuk dan, dat u zo ‘anders’ werd gemaakt?

‘Het goede was dat ik werd gestyled op een manier waar ik achter stond. Dat wat ik al had werd versterkt en er werd iets meer klasse aan gegeven. En daardoor voelde ik me ook zo zeker toen ik eenmaal aan de Europese finale meedeed. Ik kon me gewoon geen buil vallen.’

En u won gewoon! 

‘Dat was zoiets unieks. Vooral ook omdat ik als enige niet echt bekend was. Het waren voor die tijd allemaal enorm bekende artiesten die meededen.’

U was nog niet bekend? Want u werd wel gevraagd mee te doen.

‘Een aantal vakmensen kenden mij natuurlijk wel een beetje. Ik had wat – zoals wij dat in die tijd noemden –  televisietjes gedaan, televisieoptredens dus, en ik was wel eens op de radio geweest. Maar ik trad eigenlijk vooral op bij de theatershows van Herman van Veen. Dus ik had wel wat ervaring, maar het grote publiek kende mij niet.’

Daarna kende iedereen Lenny Kuhr gelukkig wel. Maar ik kan me voorstellen dat u wel altijd het stempel songfestival heeft gekregen. Als u nu terugkijkt, heeft het songfestival u dan vooral goed gedaan? Of heeft u het ook wel gezien als een last? Dat u dacht: ‘Hoe kom ik ooit nog van die Troubadour af?’

‘Alles van dat. Alles tegelijkertijd. Het is wat het is. En ja, het doet natuurlijk wel iets met je imago. Maar gelukkig had ik wel een lied dat bij me paste. Het was niet gekozen om een hit te hebben, waar je dan nooit meer vanaf komt. Ik vind zelf De Troubadour nog steeds een prachtig lied. Maar ik maakte het natuurlijk toen ik 18 was en ik ben nu 71. Meer dan 50 jaar verder.’

En 32 albums verder. 

‘Ja ik ben nu bezig met mijn 33e album. Een superhip album ook nog eens.’

Superhip?

‘Ja, de liedjes die ik maak zijn natuurlijk mijn liedjes. Maar de manier waarop ze gearrangeerd worden, door de producers waarmee ik nu werk, wordt zo modern gedaan. Heel erg met de sound van nu.’

Dus ik kan Lenny Kuhr verwachten met een enorme dancetrack?

‘Nee, geen dance haha. Het is wel poppy, of retro-pop. Ik kan het bijna niet beschrijven maar het is heel verrassend. Het is met heel veel smaak gedaan door waanzinnig goede muzikanten.’

En heeft u alles zelf geschreven?

‘Wel veel maar niet alles. Het was ook de opzet dat anderen voor mij zouden schrijven. En wat heel verrassend is, en dat kan ik tegen jou nu wel zeggen, is dat ik twee nummers zing die geschreven zijn door mijn eigen dochter Daphna. Ik mag eigenlijk niks verklappen, maar ik doe het gewoon omdat ik zo trots ben.’

Oh wauw, dat lijkt me zo dierbaar.

‘Dat is het ook. Ze woont in Israël, is muzikante en schrijft prachtige liedjes. En wat het nog mooier maakt, is dat een van de twee liedjes een nummer is met een tekst van Herman Pieter de Boer, mijn ex, en eigenlijk haar stiefvader. Het is al jaren geleden gemaakt. Ik heb het ooit eenmalig samen met haar gezongen en daarna is het blijven liggen. Maar mijn producers vonden het zo mooi dat we het nu hebben opgenomen. En ik vind het eervol naar haar toe, en ook naar Herman, dat ik haar liedjes zing. En ze klinken ook zó mooi.’

Heeft Daphna deze liedjes zelf al mogen beluisteren?

‘Ze heeft een stuk van het arrangement gehoord en ze is helemaal in de wolken!’

Nu wil ik het horen natuurlijk! Wanneer komt het album uit?

‘Ik verwacht in het najaar. Het wordt ook op vinyl uitgebracht en dat proces duurt een aantal maanden.’

Dus het wordt niet zo snel mogelijk uitgebracht tijdens deze songfestivalperiode, wat je stiekem zou verwachten?

‘Nee, dat vind ik juist ook het mooie. De platenmaatschappij heeft daar helemaal niet op ingespeeld. We hadden natuurlijk een single kunnen uitbrengen. Maar we laten het met rust want het wordt gewoon een heel mooi album. Daar kan straks niemand omheen.’

Dus nog geen nieuw album deze week maar wel alsnog een optreden tijdens de finale. Een tipje van de sluier?

‘Ik mag daar helaas echt niks over zeggen, behalve dat het echt heel erg leuk is. Vooral ook omdat ik het met mijn eigen muzikanten mocht doen. Ik ben er heel trots op dat ik op deze manier mijn bijdrage heb mogen leveren. Maar dat zie je dus allemaal vanavond.’

We krijgen vanavond ook voor het eerst Jeangu te zien met zijn ‘Birth of a New Age’. Wat vindt u van het nummer?

‘Ik vind het een goed lied en heel dapper gekozen. Het gaat natuurlijk ook wel ergens over. Het gaat over overleven, overwinnen. Er zit zo veel in. Hij is een zanger die graag zingt over vernieuwing, over zijn leven en hij heeft de sound daarbij heel goed gekozen. Het doet mij wel wat. Het raakt me.’

Mocht hij niet winnen vanavond, wie gaat er dan winnen?

‘Dat vind ik moeilijk inschatten. Ik vind Frankrijk mooi, ook al doet het wat ouderwets aan. Het leuke aan het songfestival is ook dat er vaak ineens iets vernieuwends bij zit. Maar uiteindelijk gaat het er gewoon om: is het een goed lied en raakt het je? Dat is het belangrijkste.’

*

Klik hier voor de website van Lenny Kuhr

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.