Gerdi Verbeet: “Op de markt ben ik gewoon moppie, dat vind ik toch wel leuk”

Als Tweede Kamerlid deelde Gerdi Verbeet samen met Peter Rehwinkel wel eens prijzen uit bij de Pride. Met haar zoons voerde ze al vroeg gesprekken over de liefde. Een verliefde klasgenoot van haar zoon voelde zich volkomen veilig op haar aanrecht. En voor de 4 mei herdenking van dit jaar vroeg ze André van Duin de toespraak op de Dam te houden. Nu vertrekt de altijd elegante voorzitter bij het Nationaal Comité 4 en 5 mei.

Redactie: Marene Elgershuizen
Foto: Rogier Veldman

Haar termijn van zes jaar zit erop en herbenoeming bestaat niet bij deze club. Het nieuwe beleidsplan van het Comité belooft veel moois. Het is een net document met een aantal prachtfoto’s en citaten. Lezend door een roze bril ben ik toch niet helemaal tevreden. Of zijn mijn verwachtingen van het Comité te hoog? In onze video call krijg ik van Gerdi alle ruimte voor mijn vragen en af en toe een grapje.

Ik probeer haar een beetje uit haar tent te lokken, maar ze verrast me, ze stelt zich kwetsbaar op. We hebben het eerst nog kort over haar teckeltje Tipper. Die moet ze in de gaten houden. “Ze gaat helemaal haar goddelijke eigen gang. Dat heeft ze van mij. Ik ben ook, zoals mijn moeder zei, stronteigenwijs. En het schijnt dat je honden zoekt die bij je passen.”

Over een paar weken ben je klaar bij het Nationaal Comité, wat ga je nu doen?

Ik blijf doen wat ik nu doe. Ik blijf op een paar plaatsen commissaris en ik blijf voorzitter bij de Raad van Toezicht van Paleis het Loo. Dat laatste duurt nog even, want daar is een grote renovatie en uitbreiding gaande, en ik houd er van dingen mooi af te maken. Dus ik blijf tot dat klaar is.

Toen je begon bij het Comité, wat was je van plan qua modernisering van de organisatie en wat heb je daarvan bereikt?

Wat ik geprobeerd heb is om de menselijke kant van herdenken en vieren wat meer naar voren te halen. Om het Comité een meer open uitstraling te geven. Ik hoop dat dat gelukt is. Zichtbaar zijn, mensen meenemen in de afwegingen die je maakt en daarbij maak je soms ook verkeerde afwegingen. Ik zie het als mijn taak als voorzitter om onze medewerkers de moed te geven om af en toe nieuwe dingen te proberen. Omdat je altijd moet proberen om jongere generaties en mensen die naar Nederland toe gekomen zijn, erbij te betrekken. Om iedere keer te kijken, doen we de juiste dingen? Altijd open in gesprek zijn met de samenleving.

Voor mij was een van de hoogtepunten de bijeenkomst die het Comité organiseerde bij de SER. Mariëtte Hamer heeft ook die open houding en zij heette ons van harte welkom om daar met een brede groep mensen afkomstig uit alle hoeken en gaten van de samenleving te praten over hoe men omgaat met herdenken en vieren. We zijn daar met elkaar aan het werk gegaan. Dat leverde hele interessante, nieuwe ideeën op. Jonge mensen vinden het bijvoorbeeld ontzettend fijn om uitgedaagd te worden, om nieuwe dingen te verzinnen.

Lokale comités, ook in mijn eigen dorp, organiseren speurtochten langs belangrijke plaatsen, zodat mensen dingen moeten opzoeken. Ik heb op een school samen met kinderen het lichtkunstwerk voor de herdenking van de Holocaust van Daan Roosegaarde besproken en dan zie je die nieuwsgierigheid. Kinderen willen de kans krijgen om zelf vanuit hun eigen ervaringen te kijken naar de Tweede Wereldoorlog.

“Je moet de gruwelijkheid van de oorlog en de scherpte gebruiken om mensen een wake up call te geven”

Komt dat uitgedaagd worden ook tot uiting in het nieuwe beleidsplan?

Voor het nieuwe beleidsplan hebben we gebruik gemaakt van het gedicht van Remco Campert “Iemand stelt de vraag”, daarmee willen we meer aandacht vragen voor ieders eigen verantwoordelijkheid. Het eigen initiatief om de samenleving vrij te houden zoals die nu is, maar ook om met elkaar te kijken naar hoe we naar een vreedzame wereld toe kunnen. Want ik denk dat iedereen op de wereld vrede wil. Het is goed om af en toe eens te reflecteren op wat je als persoon zélf daaraan kunt bijdragen. Dus vier op 5 mei de instituties, dat we een democratische rechtsorde hebben.

Dingen kunnen enorm uit de rails lopen, maar uiteindelijk is er recht voor mensen. Het gaat er om die verantwoordelijkheid te nemen, respect voor elkaar te hebben, verdraagzaam te zijn. Van Mariëtte Hamer stond een prachtig citaat in de krant: “Alles begint met begrip voor de ander”. Dat vind ik zo’n mooie, simpele uitspraak. Zowel in de privésfeer, op het werk, als in de wereldpolitiek gaat het erom dat je bereid bent om in de schoenen van de ander te gaan staan. Je in hem of haar te verplaatsen. Dat is denk ik het gevoel dat je als Nationaal Comité probeert over te brengen.

Gerdi Verbeet bij de 5 mei-lezing 2018 (foto: Chris van Houts)

Daarnaast is er de voorlichting over de feiten. Het is belangrijk dat we het verleden niet grijs laten worden. Dus niet van “Het is nu zo ver weg”, zodat het allemaal wat vaag wordt. Nee, je moet de gruwelijkheid van de oorlog en de scherpte gebruiken om mensen een wake up call te geven. Maar vervolgens moet je hun ook vragen zich in de ander te verplaatsen, om te zorgen dat we hier een open, vrije, tolerante samenleving blijven. Met als het kan nieuwsgierigheid naar en belangstelling voor elkaar.

“Ik wil mensen de moed geven om risico’s te durven nemen, om heel bijzondere dingen te doen”

Heb je in de afgelopen jaren ook concessies moeten doen?

Ik geloof het niet. Dat is ook niet de manier waarop ik werk. Ik ben me er zeer bewust van dat ik wil vernieuwen, maar niemand wil kwijtraken. Je zoekt altijd naar compromissen. Ik zoek naar geleidelijkheid. Ik wil mensen de moed geven om risico’s te durven nemen, om heel bijzondere dingen te doen. Ik wil daarmee niet andere mensen verdrietig maken of het gevoel geven dat zij niet meer belangrijk gevonden worden.

De afgelopen jaren waren er veel groepen die zich in de herdenkingstraditie miskend voelden, zoals de regenbooggemeenschap. Zij hebben tientallen jaren gewerkt aan meer aandacht. Dit jaar sprak André van Duin op de Dam met een expliciete verwijzing naar het homomonument. Was de keuze voor hem doelbewust?

Heel doelbewust heb ik jaren erover nagedacht en er binnen het Comité met anderen over gesproken dat ik niet altijd per se een bestuurlijke autoriteit op de Dam wil. De burgemeester van Amsterdam en de minister-president spreken respectievelijk twee en één keer in de vijf jaar.

Ik vond het heel mooi dat onze eerste vrije keuze Ahmed Aboutaleb werd, de burgemeester van Rotterdam. Niet alleen omdat Rotterdam een stad is die tijdens de oorlog enorm getroffen is, maar Aboutaleb heeft ook een grote aantrekkingskracht op nieuwe Nederlanders. Hij vertolkt dat zij zich betrokken voelen bij de herdenking. Hij is ook streng als het gaat om respect en tolerantie. Die zijn bij hem in goede handen.

De tweede keer dat het Comité zelf een spreker kon kiezen in mijn periode als voorzitter werd het Kim Putters, die op tal van plaatsen en als directeur van het SCP verbondenheid met de samenleving laat zien. Maar dat zijn autoriteiten. Ik wilde wel eens een ander type autoriteit. Iemand die een hele andere levenssfeer vertegenwoordigt. Dan bestaan verschillende mogelijkheden. Ik ben opgegroeid met André van Duin. Ik heb zijn eerste optreden met een bandrecorder op tv gezien. Ik vond dat weergaloos. En terugkijkend op je eigen leven, zie je hoe je bent ontwikkeld en hij ook.

Dat vind ik interessant. Ik had ook het genoegen om hem en Martin vaak bij recepties te ontmoeten en te spreken. André is gewoon een ontzettend aardige man. Ik heb geen statement willen maken om nu eens een representant van de homobeweging op de Dam te hebben, dat is hij volgens mij ook niet echt. Niet iemand die met een vaandel vooroploopt bij demonstraties. Ik wilde gewoon een Mensch, een compleet persoon die zich laat zien en van wie ik wilde weten wat de oorlog voor hem heeft betekent. Wat zou dat zijn?

André is echt maandenlang met de tekst bezig geweest en die werd steeds mooier en scherper. Vanaf het begin was het mij duidelijk dat hij ging spreken over het homomonument, omdat hij in ons gesprek al zei dat hij daar altijd met Martin naartoe ging en dat vond ik wel heel mooi.

“Ik snap heel goed wat je vraagt, maar ik wil ook heel eerlijk zijn”

Dus het was geen aanleiding?

Het NC bepaalt niet wat iemand gaat vertellen. Ik vind het mooi om die variatie te hebben. Het gaat mij om de compleetheid. Ik begrijp heel goed, dat het meespeelt. Maar ja, dan vraag je me wel iets. (Valt even stil) Ik snap heel goed wat je vraagt, maar ik wil ook heel eerlijk zijn. Het belangrijkste voor mij was om nu eens een heel ander profiel spreker op de Dam te hebben dan een burgemeester, een minister-president. Gewoon iemand die in heel veel huiskamers zéér geliefd is en ons aan het denken kan zetten. Voor mij is het heel de mens, snap je?

Maar weet je, Marene, het komt misschien ook wel heel erg door… Ik ben helemaal niet blind voor discriminatie, achterstelling, dat vind ik verschrikkelijk. (Zucht) Voor mij is de kunst van leven en opvoeden dat je mensen de gelegenheid geeft zichzelf te vinden, zichzelf te kunnen aanvaarden. Voor mij is André daar zo’n mooi voorbeeld van. Ik denk dat seksualiteit een hele glijdende schaal is. Ik denk dat ik van sommige vrouwen meer verschil dan van sommige mannen en ik kan heel erg van mannen houden, maar ik kan ook heel erg vrouwen bewonderen. Ik ben ook wel heel verliefd geweest op Saar Boerlage (politica en activiste, red.), die is nu natuurlijk een oudere dame. Maar ik vond haar zo geweldig in de lessen die ze gaf op de universiteit.

Gerdi Verbeet bij de lancering van het 4 en 5 mei denkbook in 2019 (foto: Chris van Houts)

En ik zal nooit vergeten, mijn leraar Nederlands, meneer Ranke, was homo. Hij verloor zijn partner en kreeg geen dag vrij van school. Hij was natuurlijk weduwnaar geworden, maar hij kreeg van de rector geen verlof om te rouwen. Dat heb ik altijd verschrikkelijk gevonden.

Ik vind het interessant om op de Dam mensen te horen die ons weer eens aan het denken zetten en dan wil ik graag een zo groot mogelijke variatie hebben en daar horen homo’s ook bij. Maar het is niet zo, want dan zou ik liegen, dat we een soort van het is nu een homo en de volgende keer… Dan worden mensen getypecast op één aspect en het gaat mij om heel de mens.

Voor jou het verschil tussen diversiteitsbeleid en een token?

Ja, dat zou ik niet willen, we zitten niet te vinken. Maar we letten wel op dat we verschillende groepen, ook die uit de oorlog, als het gaat om het verzet, de Joodse achtergrond, de Indische achtergrond, dat we van tijd tot tijd iedereen de kans geven om weer nieuwe elementen aan dat verhaal toe te voegen. Maar het gaat mij vooral om het verhaal en bij André had ik het vermoeden dat hij in staat zou zijn iets te raken, een kern te raken van waarom wij in Nederland zo hechten aan 4 en 5 mei. Waarom dat het moment van verbondenheid is. Ik vind dat André er met zijn verhaal weer een nieuw element aan heeft toegevoegd, hoe bijzonder het is dat je in Nederland jezelf kunt zijn.

Het bestuur is niet helemaal een afspiegeling van de samenleving, moet daar nog iets aan gebeuren?

Ze zijn iets te hoog opgeleid. Maar ik heb dat redelijk gecompenseerd met m’n MO Nederlands (lerarenopleiding, red.). Maar dat is wel iets om in de gaten te houden. Iedereen in het bestuur zit er op persoonlijke titel, vanuit betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog en omdat hij daar als vrijwilliger energie in wil steken.

Maar je wordt toch in dat bestuur benoemd, zit daar een gedachte achter?

Er zijn profielen voor de bestuurleden. Mijn betrokkenheid ligt er omdat ik mij in de Tweede Kamer bezighield met oorlogsslachtoffers, educatie, herdenken en vieren. Net als bij alle leden is mijn betrokkenheid bij de Tweede Wereldoorlog heel groot. Iedereen heeft ook vaak een persoonlijke ervaring. We hebben mensen met een Indische achtergrond, met een Joodse achtergrond, wetenschappelijke achtergrond. Er zijn dus ook twee homo’s.

Ja! Homo’s, twee witte oude homo’s!
Nou… Dat zijn úw woorden. (Lacht)
Je probeert het wel te spreiden. Wat mis je?

Zijn het niet een beetje bobo’s?
Nee, ze zijn gemiddeld hoog opgeleid, maar ik denk dat het geen bobo’s zijn. Zeker niet in hun manier van opereren. Ik ben dat toch ook niet?

Nou… Maar jij bent toch de elegante voorzitter-dame?
Dat vind ik een beetje flauw. Mijn oma was dienstmeisje, maar als ze aan een ding hechtte, was het dat je er netjes uit zag, dat je goed voor de dag kwam.

Maar het is een compliment! Het hoort erbij!

Oh. Ja, ik probeer juist heel erg geen afstand te scheppen. En dat lukt me ook. Dat kan ik merken, waar ik ook op straat loop. Dan word ik heel vaak aangesproken. Zeker vorig jaar toen de vraag was of überhaupt iets kon op 4 mei. Zo veel mensen, “Mevrouw Verbeet, het gaat toch wel door?” Ze noemen me wel mevrouw, maar dat vind ik ook niet verkeerd, als je wat ouder wordt. Hoewel, op de markt ben ik toch gewoon moppie, dat vind ik toch wel leuk, dat dat nog kan. Al een tijdje niet gehoord, moet ik toch weer meer naar Amsterdam. Nee, ik denk dat je oordeel niet klopt. Ik ben het niet met je eens.

“Ik wil een samenleving creëren waarin jonge mensen de veiligheid voelen om te onderzoeken wie ze zijn”

Even verder. Je hebt een zeker bewustzijn over jezelf, maar je bent toch wel in heteronormativiteit opgegroeid. Denk je dat je daardoor wellicht wat blinde vlekken kunt hebben? In je werk of in het dagelijks leven.

Dat zal zeker. Maar het is heel moeilijk iets te zien wat je niet kent. Ter voorbereiding op dit gesprek heb ik nog gedacht, kan ik me van medeleerlingen herinneren die ook zo waren? Tijdens mijn eigen middelbareschooltijd, weet ik het van een of twee leraren, zeker terugkijkend. Maar heb ik dat toen op school kunnen merken? Niet echt. Wel perioden met mijn eigen zoons.

De oudste had een keer een schoolvriend te logeren. Die zat toen ’s ochtends bij mij in de keuken op het aanrecht en zei “Ik ben toch zó verliefd op Wieger!”. Toen zei ik “Wat leuk om te horen en is Wieger ook verliefd op jou?”, “Nee, nee hij is niet homo, hij is helemaal niet verliefd op mij.” “En heb je daar geen verdriet van?”, “Ja, maar ik weet dat het niet zo is, maar ik vind hem hartstikke leuk”. “Nou, enig dat jullie het zo gezellig met elkaar hebben.”

Ook vaak in de auto, zoons achterin en ik voorin. “Als je later groot bent en je hebt een vriend of een vriendin”, en dat de jongste een keer tegen mij zei “Ja, daar kun je nou wel mee stoppen, want wij vallen op meisjes.” Toen waren ze denk ik een jaar of tien of zo. Dus ik zei “Weet je dat zeker?”, ja dat wisten ze zeker. Nou, prima, ook goed. Dus ik heb daar zelf geen… (Zucht) Ik ben bang dat ik iets verkeerds zeg.

Je mag alles zeggen. Als je iets verkeerds zegt, geef ik het wel aan.

Chocoladeletters, weet je. Ik vind het mooi als mensen zichzelf accepteren. En ik zou hemel en aarde willen bewegen om een samenleving te creëren waarin jonge mensen de veiligheid voelen om te onderzoeken wie ze zijn en daarin ook af en toe weer eens een andere weg inslaan. Het lastige is, dat je als jongere zoekend bent en dat je op een gegeven moment denkt dat je jezelf gedefinieerd hebt, maar daarmee je eigen ruimte weer inperkt. Je moet je ook durven ontwikkelen. Soms de ene kant en soms de andere kant op. Wat ik bijvoorbeeld een enórme vooruitgang vind, omdat voor mijzelf kinderen zó wezenlijk waren, is dat homoseksualiteit geen belemmering meer is tot gezinsvorming.

Omdat ik me kan voorstellen dat voor veel mannen en vrouwen, vroeger in de jaren ’50, ’60, ’70, het feit dat je een partner van hetzelfde geslacht had, ook betekende dat je dan geen kinderen zou kunnen krijgen. Wat natuurlijk voor veel mensen een hele diepe wens kan zijn. Dat vind ik mooi, maar het moet niet dwingend worden. Je moet ook kunnen zeggen ik hoef ze niet, het lijkt me enig, maar ik vind het van een afstand ook best. Maar dat vind ik wel een enorme verworvenheid, dat die wegen nu voor iedereen openstaan. Omdat het ouderschap, vind ik zelf, grandioos is. Dat gun ik iedereen.

Bekijk ook: Vervolgd Verlangen – Homoseksualiteit in Nederland tijdens de Tweede Wereldoorlog

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “Gerdi Verbeet: “Op de markt ben ik gewoon moppie, dat vind ik toch wel leuk”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.