2 | De oudere en de jongere

Deze nieuwe rubriek ‘Lentekriebels’ laat ons kennismaken met alle facetten van de liefde en van verliefdheid. Een nieuw begin, een nieuw geluid, en, hopelijk snel, een nieuwe coronavrije periode waarin we elkaar weer mogen ontmoeten, vasthouden, omhelzen en zoenen. Vandaag deel 2 door Jan Simon Minkema .

*

De oudere en de jongere man zitten dicht naast elkaar op de dijk.
Ze kijken uit over het meer. Het late middag zonlicht strooit zilveren pailletten over het water. De Jongere zucht. De Oudere slaat zijn linkerarm rond de schouder van zijn vriend. De Jongere legt voorzichtig zijn hoofd op de schouder van de Oudere.
‘Je weet dat ik van je hou,’ zegt hij.
‘Ja, ik weet het.’
Hij weet ook welke dialoog nu zal plaatsvinden. Dat is niet erg, maar het is een herhaling van zetten. De Jongere gaat zeggen: ‘Ik hou heel veel van je, maar dat ene zit er niet in!’ Ze schelen dertig jaar in leeftijd en de Oudere heeft zich erbij neergelegd dat hij zijn dromen aan moet passen, als zeventigjarige. Dat kan hij ook goed. Hij is een realist, ook in zijn dromen. Maar hij heeft zijn ogen niet in zijn zak en met zijn fantasie is ook niets mis. De Jongere speelt af en toe een rol in zijn mateloze gedachten en alsof hij die gedachten kan raden, vraagt de Jongere: ‘Droom je wel eens van me?’
‘Wat wil je horen?’, vraagt hij lachend. ‘Elke nacht?’
De Jongere gaat rechtop zitten en kijkt hem aan. ‘In een ander leven zouden we…’ De Oudere legt een vinger op de mond van de Jongere.
‘Stil, niet zeggen!’
‘In een volgend leven worden we in hetzelfde jaar geboren, en dan vinden we elkaar. Dan blijven we een heel leven samen!’
‘Nu zeg je het toch!’
‘Ja, omdat ik het graag wil.’
‘Ik ook.’
‘Afgesproken?’
‘Ja, afgesproken! En hou nu je mond en trek je broek naar beneden zodat ik je kont kan kussen.’
De Jongere doet alsof hij geschokt is en lacht een guitig lachje.
‘U bent ondeugend Meneer Reve.’
‘Zo is het, en jongens zoals jij moeten luisteren naar oude wijze mannen.’ Ze kijken elkaar stralend aan, en toch denkt de Oudere: ‘Er is iets!’ Hij vraagt: ‘Was Olaf gisteren bij je?’
De Jongere knikt.
‘Is hij blijven slapen?’
‘Nee, na het hele erge is hij naar huis gegaan.’
‘Onenigheid?’
‘Nee, maar ik had het gewoon niet moeten vragen.’
‘Misschien had je dat inderdaad niet moeten doen. Nog niet!’
‘Wat denk je dan dat ik heb gevraagd?’
‘Dat is niet zo moeilijk te raden. Je vroeg hem ten huwelijk!’
De Jongere zucht. ‘Hoe weet je dat nou weer?’
‘Ik ken je. Ik kijk dwars door je heen. Wat was zijn antwoord?’
Hij zei: ‘Hoe kun je dat nu vragen? Ik ben dertig! Ik wil helemaal niet trouwen.’
‘Was dat alles?’
‘Nee, hij voegde er ook nog aan toe dat hij niet trouw genoeg is om te trouwen.’
‘En jij? Ben jij dat wel?’
‘Ik wil het graag.’
‘Trouwen? Of trouw zijn?’
‘Allebei.’
‘Oh jee!’
‘Ja, zeg dat wel.’
‘En toen ging hij naar huis?’
De Jongere kijkt voor zich uit over het water. De Oudere geeft hem een bemoedigend kneepje in zijn schouder.
‘Ik voelde mij opeens zo oud. Blijkbaar wil ik zekerheid, maar Olaf wil dat helemaal niet.’
‘Misschien moet je meer geduld hebben?’
‘Ik ben veertig!’
‘Ik ben zeventig!’
Ze lachen om elkaars toon van spreken en kijken naar de kleuren van het water. Hoeveel tinten blauw herbergt het meer?

*

Lentekriebels verschijnt elke zaterdag. Wil jij ook een bijdrage leveren aan deze rubriek? Mail dan naar redactie@gaykrant.nl

*

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.