Het is nu 100 jaar geleden dat Agatha Christie haar eerste detectiveroman publiceerde: The Mysterious Affair at Styles, met daarin de illustere superspeurder Hercule Poirot. Een eeuw later is er een nog immer geliefd en gevierd oeuvre van tientallen romans en vele verhalenbundels en toneelstukken, dat zich ook nog eens leent voor talloze adaptaties en analyses.
Vanaf mijn puberteit kreeg ikzelf de smaak te pakken en verzamelde ik de bontgekleurde pocketserie. In een tijd dat ik gepest werd op school vanwege mijn afwijkende, in de ogen van de anderen niet genoeg masculiene gedrag, vond ik een toevluchtsoord in Agatha Christies spannende verhalen over moord en misleiding. Als in een trance liet ik me meevoeren met de ingenieuze plotwendingen, en leken mijn dagelijkse zorgen even ver weg. Het was minstens zo verslavend als Engelse drop, maar dan zonder misselijkheid, en met hooguit soms een wat verkorte nachtrust.
Het personage van Hercule Poirot sprak me buitengewoon aan, vanwege zijn weergaloos scherpe geest maar toch ook omdat hij een dandy was, een excentriekeling en, als Belgische vluchteling op Britse grond, ook een ultieme buitenstaander. Hoewel ik nergens het idee kreeg dat hij gay zou zijn, was hij zeker queer te noemen, en wat dat betreft een rolmodel.
In de loop der jaren ben ik ook veel homoseksuele fans van Agatha Christie tegengekomen: al flirtend in de Reguliersdwarsstraat met een jongen uit Manchester, die alle titels en personages nog beter op een rij had dan ik, en in Londen, waar ik samen met een ex-geliefde ooit het toneelstuk The Mousetrap bezocht.
Agatha Christie blijkt ook een dankbaar onderwerp te zijn voor academisch onderzoek. Zo heeft de auteur J.C. Bernthal, vanuit queer theory gepoogd een analyse te maken. Hij bestudeert hierin onder meer hoe identiteit in de teksten geconstrueerd wordt en bevraagt hij normativiteit.
Hoewel het werk van Christie vaak afgedaan wordt als lectuur, is het door het ironisch gebruik van theatraliteit verre van eendimensionaal. Aan de ene kant wordt het werk gekenmerkt door clichés en stereotypen, aan de andere kant worden deze juist ontkracht doordat niks is wat het lijkt, binnen het genre van de whodunnit.
Er duikt een handjevol gay karakters op (vaak feminiene, wat onheilspellende mannen met lang haar en een passie voor design), maar iedere verdenking op basis van een vooroordeel blijkt een afleidingsmanoeuvre te zijn: ballast bij het vinden van de dader. En wat te denken van een personage als Christopher Wren (De muizeval en andere verhalen), die openlijk zijn liefde voor aantrekkelijke mannen betuigt, maar tevens een oorlogsveteraan is?
Ontroerend vind ik het koppel Hinchcliffe en Murgatroyd uit Wie adverteert een moord!. Twee dames die samenwonen in een dorpje, niet veel op lijken te hebben met mannen, en zonder expliciete details duidelijk hevig op elkaar gesteld blijken te zijn.
Hoe heerlijk is het niet in deze onzekere tijd te ervaren hoe een wirwar van puzzelstukjes steevast op de laatste paar bladzijdes op onnavolgbare wijze op de plek valt?
Naast dat ik de laatste tijd mijn pockets opzoek en herlees, luister ik daarbij ook naar de All About Agatha podcast, waarin met de maatschappelijke context van toen, het engagement van nu, en een soms ronduit roze blik alle romans besproken en uitgediept worden.
*
Robert Weijers (1976) is radiomaker en (audio)columnist voor onder andere MVS Gaystation. Sinds 2013 presenteert en monteert hij de maandelijkse LHBT+ Radioshow en podcast Kulti Kulti.