Stanley Menzo: “Ik weet hoe het is om niet jezelf te mogen zijn.”

Hij was het doelwit van doodsbedreigingen. Schandalig racisme viel hem ten deel in zijn eigen doelgebied. Stanley Menzo was de eerste zwarte voetballer die het in de jaren ’80 aankaartte. Als keeper van onder meer Ajax voelde hij zich eenzaam in zijn doel. Menzo hoopt vooral dat nu iedereen zichzelf kan zijn op het veld, inclusief de LHBTI’ers. “Als zanger mag je homo zijn, maar als voetballer is het beladen.” 

Tekst: Peter Schouten 

Het moest een open en vrolijk boek worden. Geen treurig verhaal, aldus Stanley Menzo (57) die vijftig jaar geleden met zijn familie uit Suriname naar Nederland kwam. Toch blijft na het lezen van ‘Menzo – Het gevecht onder de lat’ ook een beeld hangen van een keeper die ondanks zijn sportieve successen met onder meer Ajax erg geleden heeft op en naast het veld. Een markant en sympathiek figuur. Een icoon, rolmodel en doelwit tegelijk. De man die op 15 april 1984 voor zijn grote liefde Ajax debuteerde en grote successen kende in Amsterdam.  

Stanley Menzo (foto: Quintalle Nix)

De jaren ’80 van de vorige eeuw waren het toneel van de opkomst van extreemrechts in Nederland. De economie haperde. De Centrumpartij scoorde één zetel bij de Tweede Kamerverkiezingen in 1982. Dat was nieuw. Ongenoegen, frustratie en angst voor het onbekende bleken een gevaarlijke mix voor een voedingsbodem voor keihard racisme. Ook op het voetbalveld. Te midden van die chaos klom een zwarte Surinaamse keeper – herkenbaar aan zijn felle keepersoutfits – naar de top van het voetbal, inclusief het Nederlands Elftal.  

“Als zanger mag je homo zijn, maar als voetballer is het beladen.” 

Uitwedstrijden van Stanley Menzo gingen steevast gepaard met bananen en oerwoudgeluiden. Ook soms zelfs door zijn eigen fans. Thuis ontving hij doodsbedreigingen. Kankeraap, pleurisnikker, baviaan klonk het op en rond het veld. Hij was niet de eerste speler van Surinaamse afkomst die dit overkwam, maar wel de eerste die destijds zijn mond opentrok. Het werd echter een beetje weggewoven.  

Heb je ooit gedacht: fuck you allemaal, ik stop ermee? 

“Nee dat nooit. Maar het viel mij wel elke keer heel zwaar om een wedstrijd in te gaan. Bij clubs als FC Groningen, PSV, FC Utrecht en Feyenoord wist ik wat mij te wachten stond: bananen en oerwoudgeluiden. Ik heb mij heel eenzaam gevoeld in het doelgebied. Je bent een doelwit omdat je op één plek staat op het veld. De rest van het team beweegt zich links en rechts over het veld. 

Toen Stanley in België keepte in de jaren negentig was het ook daar weleens raak. Na de zoveelste banaan vond hij het tijd voor actie. Tijdens de wedstrijd pakt hij een banaan en nam een hap. “Dat gebeurde heel spontaan. Ik zat heel goed in de wedstrijd, voelde mij sterk. Daarmee kreeg ik de fans op mijn hand, alsof ze mij toen wel accepteerden. Waarschijnlijk dachten ze: Menzo laat zich niet provoceren. Als ik had geweten dat het zo werkte, had ik het al veel eerder gedaan.” 

Bij recente racisme-incidenten in het voetbaltwee weken geleden nog in Spanje – stapt meestal een heel team van het veld. Dat gebeurde in jouw tijd nooit. Neem je je collega’s van toen dat kwalijk? 

Nee, want ik weet niet hoe zij dat destijds ervaarden. Ik zou zo graag willen weten waarom nooit iemand een blanke speler heeft gevraagd wat zij ervan vonden. Oud-ploeggenoot Danny Blind zei pas later: wij hebben er nooit bij stilgestaan. Anderen zeiden: laat het van je afglijden. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Misschien was dat hun manier van medeleven.” 

‘Menzo’, van Mike van Damme

Heb je je ooit verdiept in de mensen op de tribune die dit deden? 

Nee, maar ik heb mij wel altijd afgevraagd: waarom? Dat antwoord is mij altijd schuldig gebleven.” 

Geen enkel idee? 

“Van de Tweede Wereldoorlog en het antisemitisme weet ik dat dat onder meer kwam door gebrek aan werkgelegenheid en kansen. De verschillen tussen arm en rijk trokken mensen uit elkaar. Dat was ook zo in de tijd dat ik keepte. Er kwamen veel buitenlanders en die namen het werk in van Nederlanders. Een herkenbaar patroon, wat je nu ziet met de hele Marokkanendiscussie. Veel mensen zijn economisch ontevreden, omdat anderen posities innemen die zij zichzelf toedelen. Dat zal de reden zijn. Maar misschien moeten we het aan de heer Wilders vragen?”

“Anderen zeiden: laat het van je afglijden. Dat is natuurlijk gemakkelijker gezegd dan gedaan.”

Zijn er paralellen te maken met de huidige discussies over de soms gespannen relatie tussen de LHBTI- en de voetbalwereld? 

“In mijn tijd had je de scheidsrechters John Blankenstein en Ignace van Swieten, allebei openlijk homoseksueel. Daar had ik echt mee te doen wat zij allemaal aan moesten horen. Ik vond dat vreselijk. Van Swieten is de enige die ooit vroeg of ik er last van had. Kon hij iets doen? Nee, laat maar, zei ik dan. Hij voelde wat ik voelde. We waren lotgenoten.” 

Waarom kent het mannenvoetbal geen openlijke homoseksuele profvoetballers? 

“Het is een machowereld. Maar ik hoop dat het snel gebeurt en dat er dan meerdere volgen, zoals in het vrouwenvoetbal. Waarom is het daar wel normaal? Dat is toch gek? Je mag je als man niet kwetsbaar opstellen, dat is dodelijk. 

Je bent nu technisch directeur en interim-bondscoach van Aruba. Wat als een speler zich bij jou meldt en uit de kast wilt komen? 

Doen, ik steun je! Het lijkt mij dat je zo ongelukkig bent als je niet jezelf kan zijn. Ik weet hoe het is om niet jezelf te mogen zijn, omdat je genegeerd of aangevallen wordt. Vreselijk. Maar ik heb uiteindelijk wel mijn ding kunnen doen, ondanks dat ik een andere kleur heb. Een andere geaardheid mag in bepaalde delen van de maatschappij nog steeds niet. Als zanger mag je homo zijn, maar in het voetbal is dat niet geaccepteerd en nog heel erg beladen. Dat maakt je een doelwit.” 

En als je de eerste bent die uit de kast komt ook meteen rolmodel. Daar moet je ook maar klaar voor zijn en zin in hebben. 

De eerste krijgt het zwaar en is het mikpunt van alles. Daarom is het zo belangrijk dat er meerdere spelers volgen. Zo niet, dan is misschien alle pijn en moeite voor niets geweest. De eerste donkere voetballers in Nederland hebben het heel zwaar gehad, maar daarna bleven ze komen en werd het steeds meer geaccepteerd.”

En de vraag is ook of teamgenoten het begrijpen. 

“Die hebben er geen problemen mee. Dat ik weet bijna 100% zeker. Misschien wordt er wat gelachen in het begin, maar wat als het een van je beste spelers is? Dan wordt hij echt niet aangevallen hoor. Het probleem zit daarbuiten, in de spotlights van de fans. Daar is het nog beladen. 

“Bij clubs als FC Groningen, PSV, FC Utrecht en Feyenoord wist ik wat mij te wachten stond: bananen en oerwoudgeluiden.”

In het boek komt duidelijk naar voren dat je niet tegen onrecht kan. Je nam het geregeld – verbaal en fysiek – op voor je ploeggenoten als je dat nodig vond. Ben je voorstander van een boycot van het komende WK in Qatar waar naar schatting 6.500 arbeidsmigranten zijn omgekomen bij de bouw van stadions en de positie van LHBTI dramatisch is? 

Nee, dan hadden we dat eerder moeten besluiten. Die kans hebben we gehad. Het zou heel cru zijn om dat nu te doen. Je laat eerst mensen doodgaan en dan ga je boycotten.” 

Om erger te voorkomen of een duidelijk signaal af te geven? 

Ik ben totaal niet eens met wat daar gebeurt, maar om nu het WK op het laatste moment niet door te laten gaan, is geen oplossing. Ik weet dat het dubbel is hoor. Maar dan had je destijds moeten zeggen dat Qatar niet had mogen meedingen. Het is sportief beladen en er zijn enorme financiële belangen die in deze keuzes meespelen. Gebruik het voetbal om een statement te maken. Voetbal is immers een krachtig goed.” 

Stanley Menzo (1963) 

De in Paramaribo geboren keeper debuteerde in 1984 voor zijn club Ajax. In Amsterdam speelde hij ruim 300 officiële wedstrijden, werd drie keer landskampioen (1985, 1990 en 1994) en won de Europacup voor Bekerwinnaars (1987) en de UEFA Cup (1992). Daarna verkaste hij naar PSV en speelde ook nog in België en Frankrijk. Stanley heeft zes interlands voor Oranje op zijn naam staan. In 2001 stopte hij met voetballen. Aansluitend begon hij als hoofdtrainer. Eerst in Nederland bij AGOVV en Volendam, gevolgd door buitenlandse avonturen in België, China en Zuid-Afrika. Momenteel is hij verbonden aan de Arubaanse voetbalbond als technisch directeur en interim-bondscoach. Deze week verschijnt bij uitgeverij Nieuw Amsterdam het boek ‘Menzo – het gevecht onder de lat’ van Mike van Damme.  

 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.