Gomarus College Groningen: een interview met een oud-leerling

Nadat op 26 maart jongstleden het artikel in het NRC was verschenen over de verplichte coming-out van leerlingen op de Gomarus Scholengemeenschap in Gorinchem, zijn er bij Gaykrant veel reacties binnengekomen. 

Al snel na de publicatie van het artikel kwam het Gomarus College in Groningen met een statement naar buiten dat bij hen ieder kind een kind van God is, en dat op deze school iedereen welkom is. Gaykrant spreekt met een oud-leerling van Gomarus Groningen die graag haar verhaal wil doen. Ze doet dit anoniem (*).

Redactie: Floor Brands
Foto: Vestiging van het Gomarus College in Groningen door Wutsje/Wikimedia Commons

‘Ik merk dat ik het nog heel lastig vind om erover te praten. Deze periode lijkt nog steeds zo onwerkelijk en gek,’ begint ze haar verhaal. ‘Het gedachtegoed van toen staat nu zo ver van mij af.’

Het begint al op heel jonge leeftijd dat ze in de gaten krijgt dat ze dingen een beetje anders voelt dan andere kinderen. ‘Ik kon wakker worden met het gevoel een meisje te zijn, maar kon ook wakker worden met het idee een jongen te zijn, maar soms ook beide. Vooral als ik op zondag een jongen-dag had en ik moest van mijn ouders een jurk aan naar de kerk, kon ik heel erg boos worden en schaamde ik me dood voor de jurk die ik naar mijn gevoel als jongen droeg. Ik voelde me eigenlijk vooral kind, niet zozeer jongen of meisje.’

Toen ze op achtjarige leeftijd muziekles kreeg van een homoseksuele man, herkende ze bepaalde dingen heel sterk, maar durfde er niet zo goed over te praten. Wel merkte ze dat ze zich heel erg op haar gemak voelde bij deze man.

Op haar twaalfde kreeg ze van haar moeder een boek. Een roman over een homoseksuele jongen. Het was een mooi verhaal en voor haar ging hierin een wereld van herkenbaarheid open. Uit het boek bleek duidelijk dat homoseksualiteit niet gepraktiseerd mocht worden. Dat God wel van homo’s houdt, maar dat zij geen liefdesrelatie mogen aangaan. Dat homoseksualiteit in de wereld is gekomen na de zondeval en daarmee bij de “gebrokenheid” van het leven hoort.

‘Wat mensen altijd heel raar vinden en slecht begrijpen is de bubbel waar wij als gelovigen in leven. Het is de bubbel van thuis, school en kerk. Voor mensen van buitenaf is dit heel moeilijk te begrijpen, maar als je er middenin zit, is het heel normaal. Als kind weet je niet anders dan dat het zo is.’

Op de middelbare school werd ze voor het eerst serieus verliefd op een meisje. Toen ze een keer op school haar hand pakte, werd het vriendinnetje boos omdat ze bang was dat ze als lesbisch werd gezien.

‘Iets kleins als een hand vastpakken werd plotseling heel groot. Het gaf een innerlijk conflict: van blij en verliefd naar angst en afwijzing. Het was fout. Vragen hierover stellen durfde ik niet. Homoseksualiteit leek wel het meest zondige iets op aarde te zijn.’

‘De ontdekking dat ik serieuze gevoelens voor vrouwen had, voelde voor mij als het gouden toegangskaartje van Sjakie en de Chocoladefabriek, maar dan niet naar de chocoladefabriek maar rechtstreeks naar de hel waar ik zou branden.’

‘Tijdens de biologielessen werd niet gesproken over seksualiteit. Alleen de minimale biologische kennis. De paragrafen over seksualiteit mochten we overslaan. En als je als puber iets niet hoeft te leren, ga je hier ook niet naar kijken. Maar ik was nieuwsgierig. Ik kwam er in dat boek achter wat biseksualiteit was, alleen durfde ik hier verder geen vragen over te stellen. Het werd niet behandeld. Het was geen officiële leerstof.’

‘Waar ik eigenlijk nog wel het meest verbolgen over ben, is over het feit dat alle voorlichting zo ver bij ons vandaan werd gehouden. Gedegen seksuele voorlichting hebben we nooit gehad want seks heb je binnen het huwelijk en niet daarvoor en al helemaal niet als jonge vrouw. Ze vonden het dan ook niet nodig om dat bespreekbaar te maken met ons. In de tijd dat ik daar op school zat werden drie leerlingen van onze school zwanger. Een meisje van vijftien, een meisje van zestien en een meisje van zeventien. Alle drie zijn ze uiteindelijk gestopt met school en was het in deze bubbel niet meer dan normaal dat ze gingen trouwen met de vader van hun kind. Abortus was uiteraard niet aan de orde.’

‘Ik weet dat een klasgenoot na haar bevalling uiteindelijk nog via volwassenonderwijs haar diploma heeft gehaald. Ik ken meerdere verhalen van mensen die op jonge leeftijd moesten trouwen, omdat ze een kind verwachtten. Of jong trouwden, omdat seks voor het huwelijk verboden was. Sommigen daarvan zijn ook alweer jong gescheiden.’

‘Wij wisten echt van niets. Zo kwam ik er ook op latere leeftijd achter dat ik – maar ook andere klasgenoten – seks hadden gehad op een onveilige manier. Ik had net zo goed op jonge leeftijd moeder kunnen zijn. En dan heb ik het nog niet eens gehad over een SOA. Dat is ook iets wat ik de school kwalijk neem: wij hebben niet de informatie gehad die we nodig hadden.  Ik sprak een leeftijdsgenootje van een andere school en daar kwam het misschien maar één keer in de tien jaar voor dat een jonge leerling zwanger werd, maar wij hadden er in mijn tijd drie.’

‘Ook is het een wereld waarin de vrouw ondergeschikt is aan de man. Vrouwen moeten luisteren naar de man. Er waren docenten die grenzen overschreden: dat gebeurde door meerdere docenten, ook al het was geen standaardgedrag. Een docent die te dichtbij meisjes kwam staan. Een docent die ongepaste seksueel getinte opmerkingen naar meisjes maakte. Dat is wat er gebeurt als kinderen niets leren over seksuele grenzen. Het was niet zo dat we dat gedrag normaal vonden – we vonden het gek en ongemakkelijk – maar het probleem was dat het niet bespreekbaar gemaakt kon worden. Dat er niet over gesproken werd. Dat we niet leerden: “Als iemand aan je zit, of ongepaste opmerkingen maakt, dan kun je dit en dit doen.” In het Bijbelverhaal van David en Bathseba is de visie dat de vrouw in dat verhaal fout zit, omdat zij naakt gaat baden. Zo’n verhaal is een heel subtiele gedachte die op de achtergrond in de schoolcultuur meespeelt. Die wordt niet expliciet gemaakt.’

‘Toen ik vijftien was kreeg ik mijn eerste vriendje. Ik was zo blij dat ik nu misschien niet naar de hel zou gaan dat ik mijn andere gevoelens wegdrukte. Uiteindelijk kreeg ik op mijn negentiende een vriend die een naam droeg die ook van een meisje zou kunnen zijn. Mijn zus vroeg toen of het een meisje of een jongen was, en daar ben ik toen heel erg van geschrokken, want natuurlijk was het een jongen.’

‘Met die opmerking zette ze mij echter wel aan het denken, en toen ik uiteindelijk mijn gevoelens aan haar durfde te vertellen, was ze eigenlijk alleen maar positief.’

‘Mijn coming-out naar mijn ouders was tijdens een theatervoorstelling waarin ik op het podium mijn ouders vertelde hoe het zat. Deze theatervoorstelling was bedoeld als respectvolle dialoog. Ik deed dit samen met iemand die nog gelooft. Ik geloofde inmiddels niet meer. Mijn moeder stelde zich terughoudend op, om mij de ruimte te geven om erover te praten. Ze vond het jammer dat ze de signalen had gemist en ik merkte wel heel erg de worsteling van mijn ouders toen ik vroeg wat ze zouden doen als ik met een vrouw zou thuiskomen. De worsteling tussen het houden van mij zoals ik ben en wat de kerk of de Bijbel zegt.

‘Er wordt nog steeds niet over gesproken omdat het ongemakkelijk voelt. Ook het feit dat ik niet meer geloof wordt als gespreksonderwerp vermeden. Ook al willen we er wel over praten, het gaat niet heel eenvoudig. Dat we familie zijn en van elkaar houden staat vast, en dat maakt dan al het andere al snel schijnbaar onbelangrijk. Maar toch vind ik het wel eens jammer.’

‘Daarom vind ik het allerbelangrijkste dat seksuele voorlichting een standaardonderwerp is op school. Dat deze informatie er gewoon bij hoort. Niet alleen het cis-heteroverhaaltje, maar ook andere geaardheden en genders. Het zou mij ook heel erg hebben geholpen als er leraren waren geweest die openlijk queer zouden zijn geweest. Of dat het desnoods een keer als thema werd behandeld in de les.’

‘Het lijkt mij een goed idee dat er een vertrouwenspersoon is met wie je veilig zou kunnen praten over seksualiteit en gender. Dat er ruimte is voor vragen. Iemand die losstaat van de school en nog beter: onafhankelijk van het geloof, zodat er geen onveilige gebeurtenissen kunnen plaatsvinden, zoals we hebben gezien in Gorinchem.  Los van wat je van het geloof vindt: je hoort te leren wat er in de wereld bestaat. Ik vind het belangrijk dat er echt serieus naar gekeken wordt hoe dit te verbeteren.’

*

(*) de naam van de geïnterviewde is bij de redactie bekend. Ze heeft aangegeven om naar aanleiding van dit interview met het Gomarus College in gesprek te willen gaan.  

 

 

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

4 thoughts on “Gomarus College Groningen: een interview met een oud-leerling

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.