Knuffeltekort: een rubriek waarin LHBT+-ers schrijven over hoe zij omgaan met ‘het nieuwe normaal’. Over het al of niet missen van contact. Van aanraking. Van intimiteit. Over hoe om te gaan met afstand. Fysiek. Psychisch. Emotioneel. Een zoektocht naar het stillen van huidhonger en naar het compenseren van knuffeltekort. Vandaag deel 17 door Alex Timmer.
Foto: Cottonbro/Pexels
——————-
Ineens was daar uit het niets een bericht.
Op een van de dating-apps.
“Hoi”.
In het Engels, dus eigenlijk “Hi”.
Kort, maar krachtig. En je kunt er alle kanten mee op. Zeker op dating-apps wordt nog wel eens vergeten dat er gewoon een mens achter zo’n profiel zit. Ik maak er daarom een gewoonte van om iedereen te antwoorden. Los van waar het heen kan gaan.
Er zijn allerlei theorieën over: de perfecte openingszin. Wat wel te doen en wat zeker niet. Voor mijn gevoel is het onzin. Iemand doet zijn best om contact te maken. Ongeacht wat het eerste zinnetje is. Dat vraagt om een reactie. Vriendelijkheid doet immers geen pijn.
Eerst eens een kijkje nemen op het profiel. Twee dingen vallen op. Wat een charmante jongen op de foto. En wat een hele grote afstand. 11.500 kilometer tussen ons in. Dat is best wel veel. Het lijkt bij voorbaat gedoemd tot mislukken, maar vooruit: “Hoi, jij woont lekker om de hoek!”. Maar dan in het Engels.
En toen?
Ervaring leert dat na een kort begin meestal een zeer oppervlakkig gesprek volgt. Maar zeker niet altijd. En dat is dan toch waar je op hoopt… De reactie stak met kop en schouders boven mijn verwachtingen uit: “Ach, voor de juiste is afstand toch ook maar een nummertje?”
Hij bleek in Indonesië te wonen. Wat volgde was een supergezellig en interessant gesprek. Van de hak op de tak, over koetjes en kalfjes en de betekenis van het leven. En over van alles daar tussenin. Dat we een klik hadden was wel duidelijk.
Alleen hoe ga je dan verder? Whatsapp is nog een beetje vroeg. Je nummer aan een vreemde op internet geven… Toch wel een dingetje. Dan maar een andere app waar je ook kunt videobellen. Eentje met een (zo anoniem als je wilt) nickname. Zo gezegd, zo gedaan. Al snel zagen we elkaar voor het eerst ‘live’.
Toch maar een appje
Op een gegeven moment dacht ik: “Ach wat kan het ook voor kwaad”. En heb ik hem een Whatsappbericht gestuurd. Sindsdien hebben we dagelijks contact. Appen, FaceTime, de uren vliegen voorbij als we samen zijn.
We dachten toen nog dat we redelijk snel weer konden reizen. Samen plannen gemaakt zodat hij tijdens een vakantie naar Nederland zou komen. Het jaar verliep alleen íets anders.
De mooie kanten van deze uitdaging
Een van de voordelen van afstand is dat je wel met elkaar moet praten. En niet alleen over het weer. Je besluit immers niet zomaar om zo’n grote afstand te overbruggen. Hoe zien we een leven samen? Nu, maar ook over 5, 10 of 25 jaar?
Met andere woorden: hoe compatibel zijn we eigenlijk? We hebben daar veel aandacht voor. Veel in het Engels, maar we oefenen ook elkaars taal. Zo leren we elkaar steeds beter kennen. Om waar mogelijk toekomstige hobbels uit te sluiten.
De minder mooie kanten
Je kunt elkaar niet ontmoeten. Als we ergens aan toe zijn, dan is dat het wel. Hoe leuk FaceTime met elkaar ook is: er gaat niets boven een lijfelijke ontmoeting. Je moet nog wel eens wat missen. Je kunt elkaar niet knuffelen, ruiken, of aanraken. Daarnaast heb je te maken met een andere tijdzone. Het is niet altijd makkelijk om hetzelfde moment vrij te zijn.
Fast forward naar anno nu
Nu is het weer maart. Alleen dan een jaar later. Het is voorlopig nog onbekend wanneer Indonesië weer toeristen binnenlaat. Na bijna een jaar dagelijks videobellen weten we het echt wel zeker. We willen graag de toekomst samen gaan proberen. Voor ons gevoel is ontmoeten slechts nog een formaliteit. Hopelijk zitten we snel in dezelfde tijdzone.
En hoe lang die toekomst duurt…
Dat weet je ook niet als iemand wel om de hoek woont 😉
Alex Timmer
One thought on “Knuffeltekort #17 | Halverwege Maart 2020”