In maart mogen we allemaal weer naar de stembus om een nieuw parlement te kiezen. Steeds meer politieke partijen voeren een duidelijk diversiteitsbeleid. Regenboogkandidaten zijn daarom zichtbaarder geworden. In deze rubriek stellen verschillende parlementariërs in spe zich aan ons voor. Vandaag het profiel van Jeroen van Iterson (24 jaar).
Redactie: Marene Elgershuizen
Foto: Henk Haselager
Geboren in Rijnsburg (gemeente Katwijk) en inmiddels woonachtig in Oegstgeest in een prachtig monumentaal antikraak gebouw, dichtbij de binnenstad van Leiden. Na het VWO op het Andreas College in Katwijk aan Zee ging hij bestuurskunde studeren aan de Universiteit Leiden. Inmiddels is hij bezig met de afronding van zijn Master Political Science aan diezelfde universiteit.
Je staat op de kieslijst van Volt, waarom deze partij?
Ik ben nummer 15 op de kieslijst van Volt Nederland, de Nederlandse tak van de pan-Europese partij Volt Europa. Volt ziet dat de grootste uitdagingen van onze tijd niet aangepakt worden omdat het politieke systeem en nationale politici te veel vastzitten in nationale kaders.
We geloven bijvoorbeeld dat het simpelweg niet gaat werken om klimaatverandering nationaal aan te pakken, zoals GroenLinks (overigens heel nobel) voorstelt met hun Nederlandse Green Deal. Als bedrijven aan de grens in Nederland worden belast voor hun CO2-uitstoot, verhuizen ze toch gewoon naar over de grens? Daar wordt de CO2-uitstoot niet minder van, terwijl de werkgelegenheid op die plek er wel onder lijdt. Datzelfde geldt voor zaken als belastingontwijking, migratie en veiligheid.
Zolang we weigeren om deze zaken keihard aan te pakken (op Europees niveau), wordt het er allemaal niet eerlijker, groener en veiliger op. De meeste Nederlandse partijen lijken dit niet in te willen zien. Misschien uit angst voor hun eigen positie? Ik zet me in ieder geval graag in voor een partij die wel de juiste visie weet (en durft) uit te dragen. Volt is zo’n partij.
In hoeverre speelt je LHBT+ zijn een rol in je politieke werk?
Binnen Volt speelt mijn homo zijn een grote rol in de rol die ik op mij neem. Ik ben samen met een aantal anderen keihard bezig om van Volt, zowel intern als naar buiten toe, een zo inclusief mogelijke partij te maken. We doen dit door middel van een cluster dat zich richt op inclusiviteit in de breedste zin van het woord, gericht op het verbinden van verschillende culturele groepen.
Bijvoorbeeld een vrouwengroep, een groep die de stad en de regio verbindt, mensen met een (verstandelijke en/of fysieke) beperking, het verbinden van verschillende generaties (jong-oud) en een LHBTI+ groep (waarover ik zelf de leiding heb). Mijn homo-zijn speelt verder een belangrijke rol in het op de beleidsagenda zetten van LHBTI-gerelateerde onderwerpen en bijvoorbeeld het adviseren van onze lijsttrekkers op dit thema.
Waarom wil je de Tweede Kamer in?
De politiek is dé plek waar de belangrijkste maatschappelijke beslissingen genomen (kunnen) worden en daarmee ook de plek om te vechten voor onze idealen en het aandragen van oplossingen voor de grootste uitdagingen waarvoor we nu staan. De kans dat ik zelf de Tweede Kamer in zal komen is echter vrijwel nihil, maar mocht het op wonderlijke wijze tóch gebeuren dan wil ik mij met name focussen op inclusiviteit, gelijke kansen en onderwijs.
Dit zou dus de OCW-portefeuille zijn. Bij Volt hebben we duidelijke ideeën over hoe we Nederland én Europa verder kunnen brengen op het gebied van gelijke kansen, met onderwijs als dé verbinder van mensen met diverse achtergronden/eigenschappen.
Wat moet er nog gebeuren met de LHBT+ emancipatie?
Bij Volt bekijken we maatschappelijke issues in eerste instantie vanuit Europees perspectief. We zien dat in heel Europa de positie van LHBTI’s steeds meer onder druk komt te staan, met als meest duidelijke uitingen recentelijk in Polen en Hongarije (LHBTI-vrije zones en anti- transgender wetgeving).
In West-Europa zien we de LHBTI-discriminatie in de politiek misschien minder duidelijk, maar dat betekent niet dat die er niet is. Zo doen rechts- populistische partijen vaak alsof zij zich hard maken voor de rechten van LHBTI’s, maar dit doen zij vaak alleen in situaties waarin zij de positie van LHBTI’s gebruiken om zich af te zetten tegen moslims of andere culturele/etnische minderheden.
Zo stemden partijen als de PVV en FvD, naast de christelijke partijen, tegen een wettelijk verbod op conversietherapie (’homogenezing’). Ook de wil van sommige partijen om met homofobe partijen samen een regering te willen vormen geeft, wat mij betreft, aan dat zij de positie van LHBTI’s en andere minderheden minder hoog hebben zitten dan zij voor doen komen.
Volt Europa zet zich in voor de versterking van de maatschappelijke positie van LHBTI’s in heel Europa. Zo streven we er o.a. naar om het homohuwelijk in de gehele EU te erkennen. In het specifiek is er in Nederland ook nog genoeg te doen op het gebied van LHBTI- emancipatie. Zo is meerouderschap juridisch gezien nog altijd niet mogelijk, waardoor veel regenbooggezinnen juridisch gezien achtergesteld worden.
Daarnaast is conversietherapie nog steeds niet wettelijk verboden en verder worden trans vaders (die zelf een kind op de wereld zetten) juridisch nog niet als ‘vader’ erkend maar als ‘moeder’. Er valt ook in Nederland dus nog veel werk te verzetten.
Regeren of oppositie? En welke coalitie heeft je voorkeur?
Op dit moment zou ik zeggen oppositie. We zijn een nieuwe partij en doen in maart 2021 voor het eerst mee aan de Tweede Kamerverkiezingen, na vorig jaar (2019) voor het eerst meegedaan te hebben met de Europese Parlementsverkiezingen. Het zou heel ambitieus zijn om dan meteen mee te willen regeren en bovendien geloof ik dat het, strategisch gezien, als jonge partij belangrijk is om eerst de partij verder uit te bouwen.
Zo draaien we nu vrijwel volledig op vrijwilligers die zich allemaal met veel passie buiten hun werk/studie/andere verplichtingen om vele uren per week inzetten om er samen iets van te maken. Ik geloof dat het verder uitbouwen van Volt beter mogelijk is vanuit de oppositie. Op die manier leert Nederland ook goed kennismaken met Volt en onze standpunten, en dat is iets wat het politieke systeem volgens mij goed zou kunnen gebruiken.
Wat hoop je te kunnen bereiken?
Het belangrijkste van alles is dat we de Tweede Kamer in komen, het liefst met minimaal drie zetels. Dan kunnen we ons op verschillende dossiers profileren op onze eigen, unieke manier en daarmee laten zien dat veel zaken die nu nog te veel op nationaal niveau worden behandeld eigenlijk een Europees perspectief nodig hebben om opgelost te kunnen worden (migratie, klimaat, veiligheid, ongelijkheid). Zo gaan multinationals nooit eerlijk belast kunnen worden als we dit op nationaal niveau regelen en we daarmee geen Europese vermogensbelasting invoeren.
Daarnaast willen we keihard gaan inzetten op onderwijs in Nederland, een meer nationaal onderwerp. We zien dat D66 als ‘dé onderwijspartij’ keiharde steken heeft laten vallen, evenals de meeste andere partijen. Onderwijs is wat ons betreft de beste manier om sociale mobiliteit te verhogen en om financieel minderbedeelde jongeren de kansen te geven die ze verdienen. Volt wil keihard investeren in deze sector, veel meer dan bijvoorbeeld D66 of meer linkse partijen.