Nicolaas Veul: Amsterdammer van het jaar?

Elk jaar worden tien Amsterdammers genomineerd voor de titel ‘Amsterdammer van het jaar’. Onder de kanshebbers dit jaar is Nicolaas Veul. Met hart en ziel zet hij zich in voor homo-acceptatie en strijdt hij tegen de agressieve uitingen richting de LHBT+ community.

Tekst: Paul Hofman
Foto: Jurre Rompa

Zijn documentaire ‘Pisnicht: The Movie’ was baanbrekend. Krijgt hij dit jaar de eer toebedeeld? Op Valentijnsdag zullen we het weten. Gaykrant sprak hem aan de vooravond van de verkiezing.

Wat was jouw eerste reactie toen je hoorde dat je genomineerd was?

Het voelde natuurlijk als een enorme eer en ik ben blij dat de stichting het ook belangrijk vindt om de strijd tegen homofobie op een voetstuk te plaatsen. Ik las de mail een paar keer voor aan mijn vriend, want het was echt compleet onverwacht. Er staan trouwens geweldige mensen in de lijst die de titel allemaal meer dan verdienen.

De motivatie jou te nomineren is helder. Jouw inzet voor LHBT+ ers is groot. Hoe vraag jij aandacht voor het onderwerp?

Het onderwerp komt vaak terug in mijn documentairewerk. ‘Pisnicht: the movie’ ging over de impact van grappen en (scheld)woorden zoals homo en pisnicht. Maar ook in ‘100 dagen voor de klas’ praat ik met kids hierover. Ik geef er lezingen over en ga met jongeren in discussie op scholen met de stichting ‘discussiëren kun je leren’.

‘Homo’ is nog steeds een van de meest gebruikte scheldwoorden op school. Veel mensen bedoelen niks met het woord homo, zeggen ze, maar als je doorvraagt komen er toch stigma’s los. Een homo is een man die zwakker is, hilarisch, gek, vreemd of ronduit vies.

Heb jijzelf na je coming-out te maken gehad met discriminatie of geweld?

Geweld maar een keer: ik ben achternagezeten op straat door een groepje jongeren in Hilversum. Ik werd geschopt. Ik ben een café ingerend en heb me verstopt op het toilet. Ik ben denk ik nog nooit zo snel geweest.

Discriminatie kom ik veel vaker tegen, al sinds mijn jeugd. Je krijgt echt van alles naar je kop. Je bent al snel ‘die homo’. ‘Leuk om mee te shoppen’. ‘Als je maar niet aan me zit’. ‘Watje’. ‘Aan jou kan je het niet zien’. Of juist weer wel. Het is een soort alledaagse discriminatie die in Nederland te genormaliseerd is. Dit heeft me vroeger al geraakt, en het is ook moeilijker om je er tegen uit te spreken.

Er is nog veel werk aan de winkel op het gebied van de strijd tegen homofobie. Wat kunnen we hierin van jou verwachten dit jaar en als je Amsterdammer van het jaar wordt, hoe ga je dit invullen?

Momenteel ben ik bezig met een boek over de gevolgen van discriminatie en homofobie op jonge lhbt+ers. Hoe je dat met je mee kunt dragen en het kunt ombuigen naar iets krachtigs. Het onderwerp gaat me enorm aan het hart.

Wat was de impact van jouw documentaire Pisnicht: The Movie die vorig jaar verscheen?

Veel mensen hebben niet door dat het echt zwaar kan zijn om als lhbt+ kind om op te groeien en voortdurend als anders gezien te worden. Het gegrap met ‘homo’ hoort een beetje bij onze cultuur. Na de documentaire zijn mensen gaan nadenken over de impact van woorden en de macht van humor.

Youp van ’t Hek ‘muntte’ als het ware het woord pisnicht. Heeft hij inmiddels jouw uitnodiging om erover te praten aangenomen?

Nee. Hij wilde er nooit met mij over praten, wat ik oprecht jammer vind. Hij deed het allemaal af als gezeik terwijl we echt een goed en belangrijk gesprek hadden kunnen voeren. Het is mij een raadsel waarom hij zo star is. Maar wie weet ooit….

Heb je een levensmotto?

Haha, dat verschilt met het jaar denk ik. Maar ‘if it doesn’t kill you, it makes you stronger’ is wel een klassieker.

Wil je op Nicolaas Veul stemmen? Ga dan naar: AmsterdammerVanHetJaar.nl/nominaties/

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.