Beste imam Fawaz Jneid,

Zoals ik in dagblad Trouw van afgelopen zaterdag heb gelezen, mag u na drie jaar gebiedsverbod de Schilderswijk en Transvaalbuurt in Den Haag weer in. Fijn voor u. Maar misschien minder fijn voor deze wijk en  buurt.

Ondanks dat u – zoals antropoloog Martijn de Koning schrijft – consequent volhield het recht niet in eigen hand te nemen, geen geweld te gebruiken, en ondanks dat u zich keerde tegen jihadisten die naar Syrië afreisden, heeft u de afgelopen drie jaren de tijd gehad uzelf af te vragen in hoeverre er misschien wel bloed aan uw handen kleeft. 

Volgens De Koning is uw toon sinds de invoering van het gebiedsverbod – net als de retoriek van andere salafisten – gematigder en milder geworden, al zegt u zelf dat u uw teksten in de loop der jaren op punten heeft aangepast terwijl u aan de basisprincipes ervan niets afdoet. ‘Bijvoorbeeld de smeekbede tegen Van Gogh,’ zegt u in het interview. ‘Die heeft voor mij problemen veroorzaakt. Dat kan ik een volgende keer dus beter vermijden.’ En u herhaalt in het interview dat homoseksualiteit door God verboden is.

Ja. 

Als imam was u voor vele jongeren lange tijd de Grote Inspirator, en als theoretisch en historisch pedagoog weet ik als geen ander hoe scherpe woorden van een gezaghebbende volwassene (zelfs als die volwassene niet expliciet voor geweld pleit) in het jongerenbrein een eigen, verwrongen leven kunnen gaan leiden. Met alle jihadistische gevolgen van dien. 

Zo woonde Mohammed B. in 2004 uw preek bij waarin u Allah vroeg om Theo van Gogh en Ayaan Hirsi Ali een ongeneeslijke ziekte en een kanker op hun tong te geven. Leden van de Hofstadgroep woonden uw preken ook bij, net als enkele onschuldig geboren jongens en meisjes die – gevangen tussen twee culturen – uiterst ontvankelijk waren voor uw woorden van haat en nijd, en die – geheel adolescent en jongvolwassene eigen –  besloten vooral eigenzinnig te zijn en tóch een uiterst onzinnige en utopische strijd in Syrië te gaan voeren. 

In tegenstelling tot het door deze jongeren en jongvolwassenen nagejaagde Gelukmakende Kalifaat van de Levant, is rechtspraak in dit land gelukkig onafhankelijk van uitvoerende en wetgevende macht. Dus toen een rechter uw laatste halfjaarlijkse verlenging van het gebiedsverbod niet langer voldoende gemotiveerd vond, was dat een vaststaand gegeven waar uitvoerende en wetgevende machten niet omheen konden. 

Voorlopig bent u niet van plan naar de Schilderswijk of de Transvaalbuurt af te reizen omdat door corona de moskeeën dicht zijn en er volgens u ‘niets te doen is’. Maar er zijn uiteraard andere manieren om met uw gelovigen te communiceren. 

Volgens Trouw krijgen uw berichten en filmpjes op Facebook niet bijster veel bijval meer. Maar dat kan volgens de krant ook komen door angst voor het meekijken van onze veiligheidsdiensten. 

Toen ik uw Facebookpagina bekeek, moest ik eerlijk gezegd een beetje grinniken. Ik zag een door u geplaatst filmpje van Al Jazeera over Wilders en de PVV. Daarin wordt Wilders een ‘rechtsextremist’ genoemd. Niet dat ik nu zoveel op heb met Wilders, maar om uit uw mond te horen dat u iemand een extremist vindt, vond ik wel een beetje grappig. 

Maar het toont ook meteen goed aan waar de schoen wringt. 

Als ik een imam aanspreek op zijn interpretatie van de islam, loop ik tegenwoordig al gauw het risico voor islamofoob en rechtsextremist uitgemaakt te worden. En u weet als gewiekst spreker en schrijver daar uiteraard meteen gebruik van te maken. Immers, wat u doet valt in uw ogen altijd onder vrijheid van godsdienst, en wat critici over uw islam-interpretatie vinden, schaart u meteen – en vaak ook nog met succes – onder rechtsextremisme. 

Nu ben ik zelf gelovig opgevoed. Mijn moeder zaliger was een uitgetreden non en zij is tot aan haar dood zeer gelovig gebleven. Dat stond haar liefde voor haar drie homoseksuele kinderen geheel niet in de weg. Ik ben dan ook opgegroeid in een geloofsomgeving waarin ouders en andere familieleden zaken als naastenliefde, barmhartigheid en eigenheid van het kind vele malen belangrijker vonden dan de leer van Rome. 

Het feit dat ik mijn moeders diep-katholieke geloof volledig accepteerde, heeft mij er echter nimmer van weerhouden om in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw te strijden tegen mannen als kardinaal Simonis en bisschop Gijsen. Mannen die vonden dat ik als homoseksueel eigenlijk geen recht van bestaan had. 

En dat gevecht tegen deze twee rechtlijnige Roomse mannen heeft mijn (inmiddels ex-) man en mij er niet van weerhouden om in 2010 ons huwelijk door onze goede vriend, pastor Kortmann, ten overstaan van alle familie en vrienden op katholieke wijze te laten inzegenen. Niet omdat wij zo gelovig waren, maar omdat pastor Kortmann dat aan mijn ouders beloofd had. Een huwelijksfeest waarop ongelovige, gelovige, twijfelende, belijdend katholieke, protestante en islamitische vrienden en familieleden aanwezig waren. 

Vechten tegen de uitwassen van de katholieke kerk heeft van mij nooit een papo- of kathofoob gemaakt, net zomin als dit schrijven naar u van mij een islamofoob maakt.

Integendeel. 

Het is wellicht niet heel moeilijk voor te stellen dat indien mijn vorig jaar op dertigjarige leeftijd overleden homoseksuele vriend Saïd tijdens zijn puberteit en adolescentie een imam Kortmann naast zich zou hebben gehad, hij niet zoveel had hoeven lijden en zijn dood misschien voorkomen had kunnen worden.

Hoeveel hij ook onder de uitwassen van zijn geloof soms geleden heeft, als er eentje geen islamofoob was, dan was het Saïd zelf wel. 

Als er iemand is geweest die zijn eigen homoseksualiteit hartgrondig (en in mijn ogen volstrekt onnodig) kon vervloeken, dan was het wederom Saïd zelf wel. 

Als mijn ex-man en ik ons huwelijk niet in Breda maar in Amsterdam hadden laten voltrekken, zouden wij ervoor gekozen hebben om in stadsdeel Oost te trouwen en ons door Fatima Elatik in de echt te laten verbinden.

Echt. Recht. Onrecht.

‘Ik denk dat de Nederlandse bevolking aan het einde van de rit dit onrecht niet zal accepteren,’ zegt u in Trouw. ‘Want stel dat het lukt om jegens de salafisten onrecht te verrichten, dan zal de overheid dat in de toekomst bij elk bevolkingsdeel kunnen doen die een andere mening heeft of de overheid tegenspreekt.’

Maar, beste Fawaz, een andere mening hebben is helemaal geen probleem. Zolang de vrijheid van de ander niet wordt aangetast, is er niets aan de hand. 

Fantaseren over een salafistische, Nederlandse heilstaat is niet strafbaar, net zomin als het fantaseren over Nederland als één grote zwartekousengemeente. 

Ondanks dat ik het hooguit sneu voor u en voor iemand als dominee Visser kan vinden dat fantasieën over een dergelijke heilstaat geen werkelijkheid zijn – en hopelijk ook nooit zullen zijn – kan ik er verder weinig tegen doen. 

Maar op het moment dat gelovigen opzettelijk anderen kwetsen door een Nashvilleverklaring rond te sturen of door Van Gogh, Hirsi Ali, ongelovigen, afvalligen en homoseksuelen allerlei dodelijke ziektes toe te wensen, dan vinden zij mij op hun pad.

Ik kan u en andere moslims heel gemakkelijk kwetsen door bij elke gelegenheid spotprenten van uw geliefde profeet Mohammed te publiceren. Ik kan er ook voor kiezen het niet te doen. Dat Charlie Hebdo dat heeft gedaan, wil nog niet meteen zeggen dat ik die behoefte ook voel. 

Ik kan u en andere moslims heel gemakkelijk afwijzen door op 17 maart aanstaande op Wilders te stemmen. Ik kan er ook voor kiezen om dat niet te doen. Dat een miljoen Nederlanders dat wel van plan is, wil nog niet zeggen dat ik dat ook moet doen. 

De keuze om alles te veroordelen wat mij, u, ons allen niet aanstaat, is vrij eenvoudig. Of dat nu onder het mom van een heilig boek of van een verkiezingsprogramma gebeurt. 

De keuze de ander de andere wang toe te keren, met de balk in het eigen oog niet altijd naar de splinter in andermans oog te wijzen, als zondige niet altijd de eerste steen te willen werpen, de eigen gedachten, overtuigingen, hersenspinsels of fantasieën die anderen kunnen kwetsen niet meteen te willen uiten, en de angel uit elk gevoel van onrecht halen door mededogen voor de ander te tonen is vele malen moeilijker.

Maar het maakt het samenleven met elkaar wel een stuk prettiger. 

Preken is zilver. 

Zwijgen is goud. 

Rick van der Made.

*

Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter, adjunct-hoofdredacteur en columnist bij de Gaykrant. Hij opent voor de lezer de wereld die hemzelf fascineert, ook als deze soms ‘lastig’ wordt. Hij maakt lezers deelgenoot van die (soms alledaagse) wereld, met teksten en gedichten die tegelijkertijd een meer diepgravend beeld geven van die werkelijkheid. En achter die schijnbaar nonchalante beelden liggen grote thema’s: seksualiteit, vluchten, lijden, redding, waanzin. En liefde.

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “Beste imam Fawaz Jneid,

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.