Frank Norbert Rieter: “Verschillen geven mij de inspiratie om te schrijven”

Hij is theatermaker, auteur en organisator van literaire events. Met zijn novelle ‘De dundenker’ won Frank Norbert Rieter (1973) in 2017 de Short Novel Award. Samen met zijn man woont hij in Nijmegen. Overdag werkt hij als change-manager maar in zijn vrije tijd richt hij zich op zijn grote passie: schrijven. Onlangs kwam zijn laatste roman uit met de intrigerende titel Oom Ludo. Gaykrant legt hem een aantal vragen voor.

Tekst: Paul Hofman
Foto: Melan Floris Lambers


Wie is oom Ludo eigenlijk?
“Iedereen kent wel een Oom Ludo. Een oom, een buurman, een leraar. Of je bent het zelf een beetje. Het is de zonderling die een beetje anders is dan anderen. We hebben de neiging om op dat ‘anders zijn’ een label te plakken. Eigenlijk is diegene… autistisch, hoog-sensitief, queer, hoogbegaafd, creatief, overspannen, enzovoorts. Maar ik ben terughoudend geweest met als auteur die labels in het boek al te plakken. Want eigenlijk moet je Oom Ludo zelf leren kennen.

“Ik kijk vaker anders naar de wereld dan anderen”

Het is zo belangrijk dat we begrip hebben voor elkaar en empathie voelen. Maar hoe ontwikkel je dat? Veel boeken lezen is daar een goed middel voor. Zo verplaats je je in mensen die anders zijn, maar die bij nadere kennismaking ook even normaal en menselijk blijken te zijn als jij.”

Waar haalde jij de inspiratie vandaan dit boek te schrijven?
“Het project Oom Ludo begon met een serie foto’s op instagram waarbij de begeleidende tekst prikkelde om die foto nog eens beter te bekijken. Het boek doet dat ook; iedereen kijkt anders naar de wereld en dat wilde ik zichtbaar maken. Je merkt het ook in deze corona tijd: de één loopt thuis tegen de muren op bij het idee aan een lockdown. De ander geniet van de rust die het geeft, dat er even niet zoveel moet. Dat soort verschillen geeft mij inspiratie om te schrijven.”


Jouw boek is een roman die lijkt op een een autobiografie, terwijl ik las dacht ik niet dat oom Ludo aan het woord was maar juist jij als auteur. In hoeverre speel jij een rol in het verhaal?
“Ik heb me voor het personage van oom Ludo laten inspireren door meerdere mensen in mijn omgeving. Ik had een oudoom met wat Oom Ludo achtige trekken. En ik heb meerdere mensen in mijn omgeving die zich ook in sommige karaktertrekken en gedachten van Oom Ludo zullen herkennen. Ik ben zelf in het verhaal in de eerste plaats de schrijver, de verteller. Maar ook ik ben wel eens ‘anders’; soms omdat ik als schrijver creatief denk, op andere momenten omdat ik homo ben. Ik ben niet Oom Ludo, maar het verhaal ontstond wel omdat ik vaak net wat anders naar de wereld kijk dan anderen.”

Het thema van het boek is hoe je omgaat met veranderingen in de wereld. Actueler dan ooit.
“Ik gebruik schrijven als uitlaatklep. Alle veranderingen in de wereld doen me veel, en dan gaat het niet alleen over het afgelopen jaar. Er zijn veel onderwerpen die me bezig houden; gezondheid, emancipatie en milieu. Ik kan niet de hele wereld veranderen, maar ik kan met mijn schrijven wel de mensen om me heen beïnvloeden. Ik verpak het in een spannend of onderhoudend verhaal. En daarmee geef ik de lezer niet alleen afleiding, maar ondertussen ook nieuwe ideeën, of hoop, of troost, of weerbaarheid. Dat is mijn manier om de wereld een beetje mooier te maken.”

Voor oom Ludo was het leven één grote sterfscene’, dat klinkt nogal zwaar. Wat bedoel je daarmee?
“Dat klinkt inderdaad zwaar, maar gelukkig gaat het boek erover dat je zo juist niet tegen het leven aan moet kijken. We weten allemaal hoe het leven afloopt: aan het eind ga je dood. Voor Oom Ludo is dat aan het begin van het boek reden om niets te willen of te doen. Want wat heeft het voor zin als alles toch afstevent op een zeker einde? Maar dan ontdekt hij dat er wel degelijk zaken zijn om voor te leven; en dat je het leven zelf mooi en zinvol kunt maken.”

Ieder hoofdstuk begint met de naam van een wind: onder andere Mistral, Levant. Waarom gebruik je namen van die winden?
“De winden staan voor alles wat ons leven beïnvloedt. Het parkje waar Oom Ludo op uitkijkt, en dat in het boek door de bouw van een torenflat bedreigd wordt, heeft bij iedere windstreek een ingang. Ieder deel van het park heeft een thema, onder andere in de vorm van een standbeeld dat er geplaatst is. Inhoudelijk is er steeds een verband tussen het thema in dat deel van het park en het onderliggende thema van dat hoofdstuk. Wie gewoon het verhaal wil lezen heeft er geen last van, maar wie graag nadenkt over de thematische diepgang in een boek heeft daarmee wat extra’s. Het maakt het boek voor mij nog wat rijker.”

‘Je hebt de actieradius van een huismus’ vertelde je ooit in een interview. Kun je dat toelichten?
“Haha – dat ik dat gezegd heb krijg ik nog vaak te horen. Ik heb er vooral mee willen uitdrukken dat ik geen verre reizen hoef te maken om boeken te schrijven. Reizen doe ik met lezen en fantaseren in mijn hoofd en dat gebruik ik in mijn schrijfwerk. Het past bij hoe we leven. Mijn man Mel en ik houden erg van thuis zijn. We gaan eens per jaar op vakantie, maar maken geen verre wereldreizen.

“De wereld polijst ik totdat hij glanst”

We doen van alles: maken theater en organiseren Wie-is-de-mol-weekenden. Zelfs in coronatijd hebben we een online rollenspelgroep, geven we een schrijfcursus en organiseerden we een moordmysterie via zoom. Maar als we mogen kiezen tussen een paar goede vrienden thuis ontvangen of uitgaan, wordt het zeker dat eerste. Daarin lopen onze behoeftes gelukkig erg gelijk.”

Het schrijfproces van dit boek duurde drie jaar, kun je vertellen hoe dit verliep?
“Het idee rijpte al in de jaren daarvoor, maar het schrijfproces begint voor mij met het goed op papier krijgen van dat idee. Als eerste in de vorm van een soort flaptekst. Dat is wat ik beloof: hierover gaat het boek, zo’n soort boek wordt het. Die flaptekst werk ik uit tot een synopsis per hoofdstuk. Zo groeit langzaam het boek. Als die staat ga ik doorschrijven: iedere dag moeten er woorden bij, van voor naar achter, totdat de broodtekst staat.

Voor mijn gevoel is het boek daarna af en doorgaans zijn er geen ingrijpende wijzigingen nodig. Niettemin volgt er daarna nog een jaar van bijschaven, stukjes herschrijven en veel corrigeren. Ik vraag feedback van mijn vaste redacteuren en proeflezers. Dat levert altijd waardevolle verbeteringen op. De tekst polijsten tot het glanst.”


Meer informatie? www.franknorbertrieter.nl

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.