Natuurlijk heb ik niet te klagen, want in andere landen is het veel erger.
Wat bof ik dat we in een vrij land leven.
Zo’n ongelofelijke rijkdom dat het hier allemaal toch maar kan.
Soms heeft Men gelijk, daar niet van.
Hullie ook, trouwens.
De pijn zit in kleine hoekjes en veel hoekjes samen doenserieus pijn.
Ik overweeg om een bingo te maken van de impertinente opmerkingen die Hullie toch echt wel goed bedoelen.
De schijnbaar onschuldige vraag:
“Ben je nu gelukkig?”
Is de opmaat naar een volle bingokaart.
“Je kiest er immers zelf voor”
Ik weet nog steeds niet hoe ik daar het best op kan reageren.
Tips voor het uiterlijk, want “Als je een vrouw wil zijn moet je dat wel laten zien, hoor”
“Val ik op mannen of op vrouwen?”
Dat vraagt Men -natuurlijk- niet aan iedereen.
De bijna necrofiele vraag of ik (al) geopereerd ben….
Is het sensatielust of werkelijk belangstelling wanneer Hulliewillen weten wat mijn familie, vrienden en bekenden ‘hiervan’ vinden?
En wat hebben Hullie met me te doen, zeg, “Want ‘mensen zoals ik’ zijn zó moedig”
Op de vraag hoe ik vroeger genoemd werd, antwoord ik braaf: “Lul of Eikel. Meestal Klootzak”
De goed verstaander begrijpt dan soms hoe ongemakkelijk Die Naam kan zijn.
De wreedste manier om een Trans te kwetsen is het noemen van Die Naam, want zo heet de pijn van jaren, pijn van een leven wat niet vol te houden was, pijn van een worsteling metde dood.
Deadnaming, noem je het in goed Engels.
De pijn wordt dubbel wanneer Men vindt dat Die Naam moet mogen omdat Hullie anders niet begrijpen wie er nou eigenlijkbedoeld wordt.
Nee, ik ben niet boos, integendeel. Ik geef ze allemaal een groot cadeau.
Ik schenk Hullie die ooitgebruikte namen.
Men mag zelf kiezen welke het beste past.
One thought on “Deadnaming”