‘Baudet treedt terug als lijsttrekker en partijvoorzitter van Forum voor Democratie na alle commotie over het bestuur van de jongerenafdeling van de partij,’ las ik op de NOS-app. ‘Aanleiding is de berichtgeving in het Parool over leden van de jongerenpartij die antisemitische, homofobe en extreemrechtse berichten hebben verstuurd in appgroepen.’
Ik verbaasde me erover dat het lezen van dit bericht me eigenlijk niet verbaasde. Met de verkiezingen in zicht wordt het steeds duidelijker hoe partijen denken over, en omgaan met, de basisprincipes van de democratische rechtsstaat en haar toekomst. En blijkbaar ben ik inmiddels aardig gewend geraakt aan allerlei vreemde partijideeën.
Nee.
Me erover verbazen doe ik niet meer. Waarover ik me wellicht nog wel verbaas, is het feit dat met de naderende verkiezingen – het Grote Feest der Democratie – ik hooguit steeds wat somberder word.
“Misschien had ik toch maar beter geen Groene Amsterdammer kunnen pakken na het slikken van een homeopathisch pilletje”
Was ik verbaasd toen Denk-fractievoorzitter Farid Azarkan kort na de onthoofding van de docent in Parijs tijdens het debat over terreur begrip toonde voor moslimorganisaties die in een petitie pleitten voor een verbod op godslastering?
Neuh.
‘Als er vanuit religieuze hoek nu al begrip is voor het verbod op godslastering,’ dacht ik terwijl ik op zoek ging naar het potje met homeopathische pilletjes om mijn stemming wat op te monteren, ‘Waarom zou er dan vanuit diezelfde religieuze hoek over een tijd geen begrip zijn voor het verbod op alles wat met LHBT+ te maken heeft? De Nashvilleverklaring ligt er al. Verbod op godslastering ligt er al. Wie of wat volgt?’
Ik vond het potje met de homeopathische pilletjes. Terwijl ik het dekseltje opendraaide hoorde ik de stem van Jesse Klaver uit de radio komen.
Ik hoorde hem zeggen pal achter de keuze van de GroenLinks-kandidaatstellingscommissie voor Kauthar Bouchallikht te staan.
Terwijl ik een pilletje uit het potje schudde, dacht ik aan een hoogst omstreden uitspraak van schrijver en Nobelprijswinnaar Saul Bellow.
‘Als de Zoeloes een Tolstoj voortbrengen, zullen wij hem lezen.’
In een interview met Trouw nam Bouchalikht afgelopen week afstand van elke suggestie dat zij iets te maken heeft met de Moslimbroederschap. ‘Ik sta voor radicale gelijkwaardigheid,’ zei de 26-jarige politica. ‘Het maakt mij niet uit wat iemands gender, seksuele geaardheid of kleur is.’
Ik haalde mijn schouders op. Slikte het pilletje door. Helaas bleef het een beetje achterin mijn keel steken.
‘Als Bouchallikht tijdens Pride vrolijk meevaart op de GroenLinksboot,’ dacht ik in Bellows verlengde, terwijl ik snel het glaasje water opdronk, ‘Zullen wij naar haar terugzwaaien.’
Terwijl ik een tweede glaasje water dronk, bedacht ik dat de tijden dat GroenLinksvoorman Mohammed Rabbae kon zeggen dat Nederland maar moest wennen aan het idee dat ‘wij Marokkanen’ moeite hebben met homoseksualiteit inmiddels ver achter ons liggen.
Alhoewel…
Gelukkig.
Het pilletje was naar mijn maag toe gegleden.
Maar nu begon mijn maag vreemde geluidjes voort te brengen.
Had PvdA-kamerlid Tunahan Kuzu in 2012 niet met GroenLinkspolitica Nevin Özütok gebeld om haar duidelijk te maken dat hij het geen goed idee van haar vond mee te willen varen op de Turkse boot tijdens Pride?
‘Je weet toch dat dit onderwerp gevoelig ligt bij de achterban?’ had hij haar gevraagd. Waarop Özütok had geantwoord: ‘Maar jij bent toch campagne aan het voeren voor de PvdA? En jouw partij denkt toch precies hetzelfde over de vrijheid van homoseksuelen als mijn partij?’
“Als Bouchallikht tijdens Pride vrolijk meevaart op de GroenLinksboot, zullen wij naar haar terugzwaaien.”
Ik moest maar eens even op de bank gaan liggen. Wachtend op het weldadige effect van het pilletje. En op het tot rust komen van mijn maag.
Nu kwam de stem van Wilders op de radio voorbij.
‘Ach, Geert,’ dacht ik, terwijl ik een van de kussens onder mijn hoofd stopte, ‘Ondanks het feit dat jouw PVV het nogal eens over homorechten heeft, heb ik tot op heden ook geen boot van jouw partij voorbij zien komen.’
Om volledig tot rust te komen en om mijn gedachten van mijn maag en het pilletje af te halen, trok ik wat oude Groene Amsterdammers uit het tijdschriftenrekje en begon er in te grasduinen. Mijn oog viel op een artikel uit 2016. Geschreven door faculteitshoogleraar Sociologie aan de UvA Jan Willem Duyvendak:
“Ik haalde mijn schouders op. Slikte het pilletje door. Helaas bleef het een beetje achterin mijn keel steken”
‘Zo tamboereert de PVV misschien nog wel het hardst op vrouwenrechten, homorechten en de scheiding van kerk en staat,’ las ik, ‘Want haar worsteling is tegelijkertijd het grootst. Kijken we bijvoorbeeld – zoals Lisette Kuyper en Saskia Keuzenkamp in 2013 deden in hun onderzoek ‘Acceptatie van homoseksuelen, biseksuelen en transgenders in Nederland’ – naar de homovriendelijkheid van PVV-stemmers, dan valt op dat deze het laagst is van alle niet-religieuze partijen.
Bij precieze analyse blijkt dat de achterban van Wilders qua emancipatiegezindheid sterk lijkt op laagopgeleide Nederlands-Marokkanen. Niet heel vooruitstrevend dus. Waar Wilders het doet voorkomen of er werelden van verschil zijn tussen Henk en Ingrid enerzijds en ‘moslims’ dan wel ‘Marokkanen’ anderzijds lijken beide groepen juist sterk op elkaar: zowel PVV-stemmers als de laagopgeleiden onder de Nederlands-Marokkanen voelen zich vaak miskend, niet gezien door de politiek; ze wonen in de ‘slechtere wijken’ en ze hebben traditionelere opvattingen.’
Oh jee.
Misschien had ik toch maar beter geen Groene Amsterdammer kunnen pakken na het slikken van een homeopathisch pilletje dat mijn stemming moest verbeteren.
En met mijn buik ging het ook al niet veel beter.
Ach, ik weet het…
Tegen de tijd dat het Grote Feest der Democratie daar is, ben ik vast al door mijn voorraad stemmingsverbeterende pilletjes heen geraakt, en lig ik waarschijnlijk met hevige maagpijn voor Pampus op de bank.
Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter, schrijver en columnist. Hij opent voor de lezer de wereld die hemzelf fascineert, ook als deze soms ‘lastig’ wordt. Hij maakt lezers deelgenoot van die (soms alledaagse) wereld, met teksten en gedichten die tegelijkertijd een meer diepgravend beeld geven van die werkelijkheid. En achter die schijnbaar nonchalante beelden liggen grote thema’s: seksualiteit, vluchten, lijden, redding, waanzin. En liefde.
One thought on “Opmonterende verkiezingspilletjes”