Deze week organiseerde Workplace Pride een conferentie over LHBTI-inclusie op het werk in de Taiwanese hoofdstad Taipei. Omdat Taiwan het coronavirus goed onder controle heeft, kon het evenement gewoon doorgang vinden, zonder anderhalve meters en mondkapjes. En omdat Workplace Pride inmiddels een uitstekend digitaal platform heeft konden we er vanuit Amsterdam, en vanuit de rest van de wereld, ook nog bij zijn. Een inspirerende ervaring.
Tekst: Paul Overdijk
Taiwan is op het gebied van LHBTI-emancipatie een van de voorlopers in Azië. Het is het eerste (en enige) land waar het huwelijk is opengesteld, en ook verder is er een positief klimaat voor onze community, mede gestimuleerd door overheid en bedrijfsleven. Maar dat neemt uiteraard niet weg, dat op tal van terreinen in de samenleving – en dus ook op de werkplek – de sociale acceptatie nog flink kan worden verbeterd, net zoals bijvoorbeeld in ons eigen land.
Workplace Pride, een samenwerkingsverband van ruim 90 multinationals en andere organisaties organiseert een paar keer per jaar conferenties over dit thema op verschillende plaatsen in de wereld. De conferentie in Taipei was uiteraard al gepland voordat de corona pandemie uitbrak, en het was een mooie opsteker dat dit – met enige vertraging – toch door kon gaan.
Bij LHBTI-inclusie op het werk in internationale context, heb je uiteraard te maken met cultuurverschillen, met name in hoe mensen op het werk met elkaar om gaan. Hiërarchische verhoudingen spelen een rol, de mate waarin het persoonlijke leven op het werk wordt gedeeld, en natuurlijk de algemene positie van seksuele minderheden in een land. Dat laatste geeft uiteraard het kader waarbinnen inclusie verder vorm krijgt. Dat beeld werd voor Taiwan sterk neergezet door Audrey Tang, minister voor Digitale Zaken, transvrouw en keynote speaker bij deze conferentie.
Zij onderstreepte uiteraard de successen van Taiwan op dit gebied – 10 jaar Pride parades, openstelling van het huwelijk, de eerste Trans-Pride in 2019. Ze gaf aan dat het belangrijk is dat men in het beleid empathie toont met gender issues, en dat gender en gender expressie gewoon onderdeel moeten zijn van “business as usual” – en dan natuurlijk ook moeten worden gefaciliteerd. Zijzelf was daar een belangrijk voorbeeld van, ook als rolmodel in de Taiwanese regering. Ook de Taiwanese zaakgelastigde in Den Haag was digitaal aanwezig als spreker, en dat benadrukte wel het grote belang dat de overheid daar aan LHBTI-zaken hecht.
Vanuit zijn kantoor in Tokyo sprak Moriaki Kida, de Operationeel Directeur voor EY Japan en Oost-Azië, een openlijke gay man. In Japan is het erg uitzonderlijk om op het werk uit de kast te zijn, en al helemaal op boardniveau. Kida is dus een belangrijk rolmodel, niet alleen voor Japan, maar ook voor de grotere regio Oost-Azië. Hij kende geen andere openlijke gays op zijn niveau in Japan, en nam de moeite een deel van zijn persoonlijke verhaal te delen. Hij had op het werk 16 jaar gedaan over zijn coming out. Hij vertelde ook dat in Japan veel jongeren op het werk terug in de kast gaan, omdat in Japan homoseksualiteit sterk wordt geassocieerd met HIV, een dubbel stigma dus.
Niettemin heeft volgens hem LHBTI-inclusie ook in Japan een positieve business case: als een bedrijf dit goed doet, dan stijgen de productiviteit en betrokkenheid van medewerkers. En bovendien voelen dan ook andere minderheden zich vaak beter thuis, wat een bedrijf weer attractiever maakt op de arbeidsmarkt. Dat sloot weer goed aan bij de korte inleiding die David Pollard, directeur van Workplace Pride, vanuit Amsterdam hield: we brengen maar liefst een derde van ons leven door op het werk, en als we daar in de kast blijven zijn we gemiddeld 30% minder productief dan onze collega’s.
In de paneldiscussie, die vanuit verschillende plaatsen in de wereld werd gevoerd, kwam als belangrijk thema naar voren het belang van openstelling van het huwelijk, “Marriage Equality”. Dat dwingt bedrijven en werkgevers vaak na te denken over de positie van hun LHBTI-medewerkers, omdat anders dan in Nederland, belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarden hier aan gekoppeld zijn. Denk bijvoorbeeld aan verzekeringen voor gezinsleden van werknemers. Marriage Equality kan dus als hefboom fungeren voor verdere emancipatie en inclusie op het werk, en ook daarbuiten in de samenleving als geheel. Het is precies diezelfde discussie die ik zo goed ken vanuit Thailand – waar partnerschapswetgeving nog steeds in de steigers staat.
Een van de belangrijkste dingen die me opviel in de gehele conferentie, was dat we het steeds – ook in een andere culturele omgeving – over dezelfde zaken hebben als hier in Nederland, of in Europa. Details verschillen, maar de hoofdlijn blijft hetzelfde. Gelijkwaardigheid voor iedereen, ongeacht wie je bent of van wie je houdt. Een open werkcultuur is goed voor business. En accepteren en omarmen van iedereen maakt een samenleving beter. De regering van Taiwan heeft dat goed begrepen. Vaak wordt door politici in niet-westerse landen LHBTI afgedaan als een westers concept, dat strijdig is met de eigen cultuur. Deze conferentie in een Oost-Aziatisch land met een Chinese cultuur liet duidelijk zien dat dit onzin is. En dankzij Workplace Pride konden we daar allemaal een keer getuige van zijn.
Paul Overdijk had een lange internationale loopbaan in het bedrijfsleven, en als LHBTI-activist. Hij was medeoprichter van Workplace Pride, en van het LGBT-business netwerk Pride! @ Work Thailand. Hij zit in het bestuur van Equal Asia Foundation en van de Vereniging Vrienden van IHLIA. Hij heeft een Thaise partner en woont parttime in Bangkok en in Amsterdam.
One thought on “Inspiratie uit Taiwan”