Soms zijn er van die weken, waar je echt beseft dat je tussen twee werelden leeft – en waarbij je ook nog een beetje het gevoel hebt op de verkeerde plek te zijn beland. De week begon met Coming Out Day, en dat zou het onderwerp van deze blog worden, maar daarna volgde onze regering met een lockdown, werd ik jarig, en raakten de protesten in Bangkok – waarover ik de vorige keer schreef – in een stroomversnelling. Zie daar nog maar eens een fatsoenlijk verhaal van te maken.
Door Paul Overdijk
Coming Out Day en mijn verjaardag nopen allebei een beetje tot terugkijken, maar dat is lastig met de TV aan op een Thaise zender die continue live beelden van de massademonstraties de huiskamer in streamt. Duizenden jonge mensen, politieagenten in het zwart met schilden en knuppels, waterkanonnen.
Het liefst zou ik met een paar van mijn vrienden in Bangkok in een café de situatie bespreken, maar ik zit in een lockdown in Amsterdam, verscheurd tussen twee werelden. En toch hebben al die dingen ook een beetje met elkaar te maken. Mijn coming out was in 1978. Dat was een andere tijd – en er werd door mijn familie afhoudend en niet zo positief op gereageerd. Maar ik woonde niet thuis, dus ik zat daar niet zo mee, en het leven van een homostudent in Leiden was best leuk. Het was de tijd van de eerste Roze Zaterdagen.
Mijn eerste was in Amersfoort, 1982. En daar moest ik wel aan denken toen ik de tv-beelden uit Bangkok zag. Ook toen stond de ME om ons heen op het plein – om de vijandige menigte op een afstand te houden. Er werden tomaten en eieren gegooid. En het slotfeest was hermetisch afgegrendeld van de buitenwereld. Het liet zien dat in het Nederland van toen homoseksualiteit – LHBTI zeggen we nu – bepaald niet vanzelfsprekend was. Voor mij was het een wake-up call tot activisme, en de Roze Zaterdag een jaar later in Leiden verliep heel wat vrolijker. Op het werk ben ik zeer ervaren geworden in Coming Out.
Coming Out is ook iets dat je op je werk doet, in mijn geval vanaf mijn eerste baan nog ruim vóór de Algemene Wet Gelijke Behandeling. Homoseksualiteit kon nog een ontslaggrond zijn, of een reden om iemand niet aan te nemen. Maar ik trof positief gestemde managers achter de sollicitatie-tafel bij de PTT, die mijn ervaring en activiteiten met Roze Zaterdagen wel een pré vonden – zodat ik een mooie loopbaan kon starten, die ook ruimte gaf aan mijn activisme. Coming Out op het werk is iets dat je je hele leven blijft doen, zeker in een internationale werkomgeving, en ik ben er zeer ervaren in geworden.
Het blijft een persoonlijke keuze, ik zal de laatste zijn om mensen te dwingen tot een coming out, maar ik denk dat je, vooral in posities waar onderling vertrouwen belangrijk is, niet goed kunt functioneren als je in de kast blijft. Mensen hebben het door als je iets achterhoudt, al weten ze niet wat het is. En dat geldt zelfs in landen waar dat aanzienlijk moeilijker is dan in Nederland. De manier waarop je het doet verschilt uiteraard, we zijn in Nederland nogal in your face, maar als je het goed aanpakt kan het altijd, en mijn ervaringen waren daarna altijd positief.
Ruim 30 jaar geleden belandde ik voor het eerst in Thailand. En dat leidde tot de kennismaking met een samenleving die sterk verschilt van de onze, en waarin homoseksualiteit op een meer natuurlijke manier onderdeel was van het sociale patroon, maar tegelijkertijd ook flink werd gediscrimineerd. Om Thailand wat dat betreft te leren begrijpen moet je er lange tijd rondlopen, en eigenlijk ook de taal spreken. Een relatie met een Thai helpt natuurlijk ook. En ik begin te denken dat ik het zo langzamerhand een beetje door krijg.
De Thai gaan soepeler om met de tegenstelling tussen acceptatie en discriminatie, die tot op de dag van vandaag bestaat, maar waar de Thai veel soepeler mee omgaan dan wij in het calvinistische Nederland. Het kan ook allebei tegelijk voorkomen, maar het verklaart wel waarom de LHBTI-beweging zo’n belangrijke rol speelt in de huidige demonstraties.
Terwijl ik dit schrijf wordt een van de leiders van de Bad Students op TV geïnterviewd door een journalist die door de menigte loopt met een cameraman. Een slungelige jongen van een jaar of 20, in schooluniform, met een regenboogvlag om zijn schouders, die opnieuw uitlegt dat democratie en gelijke rechten voor LHBTI hand in hand gaan. Welbespraakt, talent voor de toekomst. Met die jongeren daar zit het wel goed, en wellicht zijn ze een eind vooruit op hun leeftijdgenoten in Nederland. En zo eindigt de week, achter mijn laptop in Amsterdam, met opnieuw een grote massademonstratie op de buis. En mijn geografische verscheurdheid blijft nog even.
Paul Overdijk had een lange internationale loopbaan in het bedrijfsleven, en als LHBTI-activist. Hij was medeoprichter van Workplace Pride, en van het LGBT-business netwerk Pride! @ Work Thailand. Hij zit in het bestuur van Equal Asia Foundation en van de Vereniging Vrienden van IHLIA. Hij heeft een Thaise partner en woont parttime in Bangkok en in Amsterdam.