Famke

Ik kende Famke Louise niet. Dat ligt meer aan mij dan aan Famke denk ik. Ik heb al moeite om de belangrijkste landelijke dagbladen, nationale nieuwssites, en de Vrij Nederland en Groene Amsterdammer bij te houden, dus ik mis heel veel. Bloggers, vloggers, influencers, Nederlandse rappers, hiphoppers en jonge levensliedzangers: ze liggen niet meteen in mijn meest nabije aandachtsgebied.
Ik hoorde pas van Famke toen er iets op het nieuws over haar verscheen. Ze wilde niet meer meedoen en maakte daar blijkbaar geen geheim van. Een storm van kritiek was het gevolg waarbij heel Nederland Famke alle hoeken van de Nederlandse maatschappij liet zien. Op rustige wijze. Op boze wijze. Op verontwaardigde wijze. En op uitgesproken nare wijze.
“Nu lig ik om negen uur ‘s avonds met een boek op de bank totdat ik het tegen half elf tijd vind worden om door te schuiven naar mijn bed om daar het hoofdstuk even uit te lezen.”
Zo schreef Angela de Jong in het AD dat ‘de opgespoten lippen van Famke meer inhoud hadden dan haar hersenen.’
Ik weet niet hoor. Volgens mij is Famke’s ‘ik doe niet meer mee’ gewoon een ‘jongerevolwassenenaandachtdingetje’.
Net zoals de branieschopper in mijn klas meestal het hardst van iedereen even een aai over de bol, een klopje op de schouder of eindelijk eens een keer een voldoende voor een overhoring of proefwerk nodig had.
Toen de coronacrisis uitbrak, waren er twee dingen die ik dacht. ‘Wat ben ik blij dat mijn ouders – en met name mijn moeder – deze ellende bespaard is gebleven’. En: ‘Wat ben ik blij dat ik geen zeventien meer ben.’
Ik dacht aan onze ouderen.
En aan onze jongeren.
“Ik weet niet hoor. Volgens mij is Famke’s ‘ik doe niet meer mee’ gewoon een ‘jongerevolwassenenaandachtdingetje’.” 
Nu lig ik om negen uur ‘s avonds met een boek op de bank totdat ik het tegen half elf tijd vind worden om door te schuiven naar mijn bed om daar het hoofdstuk even uit te lezen.
Ik heb geen café, geen feestzaal, geen muziekfestival en geen technoparty nodig om mij toch te vermaken. En dat is voor een jongvolwassene soms heel moeilijk te begrijpen. Voor hen komen alle ouderen immers van de planeet Rollator.
Toen ik pedagogiek op een Hogeschool gaf, zei ik tegen mijn studenten: ‘Een kind dat nooit een blauwe plek op zijn knie heeft opgelopen, heeft nooit gespeeld.’
En dat vind ik nog steeds.
Ik vind ook dat een volwassene die nooit recalcitrant, opstandig, boos, ontevreden of zoekende is geweest, die zich nooit los heeft willen maken van alles wat (oudere) volwassenen om hem heen doen, die nooit ondoordachte dingen heeft gezegd of gedaan, puberteit en adolescentie waarschijnlijk overgeslagen heeft en nooit écht jong is geweest.
Vanaf de puberteit wordt de zogenaamde ‘peergroup’ (groep van leeftijdsgenoten) steeds belangrijker. Jongeren moeten oefenen met rollen. Ze moeten experimenteren. Ze moeten keuzes leren maken. Ze moeten verliefd worden, teleurstellingen verwerken en heel veel stomme dingen doen.
Natuurlijk willen jongeren samenkomen. Dat hoort nu eenmaal bij het fenomeen peergroup. En ik kan me alleszins voorstellen – nu zij dat niet of nauwelijks nog kunnen doen – dat dit voor hen soms als een grote opgave voelt.
Zo niet een onmogelijke.
Natuurlijk steken hier en daar ondoordachte acties de kop op, en zijn opstootjes en relletjes – zeker in deze onzekere en roerige tijden – niet altijd te voorkomen, maar mij valt het juist op dat overal waar ik kom, jongeren en jongvolwassenen die ik ontmoet zich heel goed (en vriendelijk) aan alle coronaregels houden.
En ik vind dat wel eens een compliment waard.
De roep van Famke is niets anders dan een roep om aandacht van een jongvolwassene die het lastig heeft. Het gemakkelijkste wat wij als oudere volwassenen kunnen doen is haar belachelijk maken en haar voor stom en debiel uitmaken.
“Iedere jongere heeft recht op ondoordachtheid en onbezonnenheid. Zij hebben ook recht op aandacht, zorg en een klopje op de schouder.”
‘Ik doe niet meer mee’ was een ondoordachte en onbezonnen uitnodiging voor gehoord willen worden. Een uitnodiging voor een gesprek met een groep die het moeilijk heeft en die alleen maar op zijn eigen manier jong wil zijn, met alles wat daar op- bij- en aanhoort.
Iedere jongere heeft recht op ondoordachtheid en onbezonnenheid. Zij hebben ook recht op aandacht, zorg en een klopje op de schouder. En zij hebben recht op het gesprek. Het gesprek waarmee zij tegelijkertijd gehoord én eventueel overtuigd kunnen kunnen worden van hun ongelijk.
Ik ben blij dat ik Famke niet ben. Niet omdat zij meedeed aan aan die onbezonnen actie, maar omdat ze jong is en graag jong wil zijn.
En dat niet kan zijn.

Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter, schrijver en columnist. Hij opent voor de lezer de wereld die hemzelf fascineert, ook als deze soms ‘lastig’ wordt. Hij maakt lezers deelgenoot van die (soms alledaagse) wereld, met teksten en gedichten die tegelijkertijd een meer diepgravend beeld geven van die werkelijkheid. En achter die schijnbaar nonchalante beelden liggen grote thema’s: seksualiteit, vluchten, lijden, redding, waanzin. En liefde.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.