Zolang als ik mij kan herinneren ga ik lopend door mijn dromen. Dat is best gek want ik heb nooit zonder steun kunnen lopen en met steun zijn het ook maar korte stukjes. Daarom gebruik ik een rolstoel om mij te verplaatsen. Is er desalniettemin dan toch iets in mijn onderbewuste dat hoopt op een wonder? Het opgedrongen wonder?
Al mijn hele leven wordt mij regelmatig ongevraagd het idee van een wonder voorgehouden. Het gebeurde deze week nog, bij het Centraal Station van Amsterdam. Ik was op pad met twee vriendinnen. We werden aangesproken door een dame die ons in het Engels voorhield dat we ‘diamanten van god’ zijn. We deden met elkaar ons best om de vrouw een aanleiding te geven iemand anders te ‘verblijden’ met het Woord. Dit lukte maar moeizaam. Zoals dit voorbeeld laat zien ligt voor velen de sleutel van mijn wonder blijkbaar in bidden naar een god.
Twijfelen doe ik niet aan de goede intenties van deze bemiddelaars met het ‘hogere’. Zij zien hun werk vast als iets heel moois. Mij slingert het elke keer weer heen en weer tussen onmin en begrip. De onmin komt vooral voort uit hoe deze ‘wondermakers’ mij zien. Het gaat hen echt niet om het individu, het gaat hen alleen maar om die hulpeloze jongeman in een rolstoel waarvoor zij de oplossing hebben. Deze reductie van mijn individu steekt elke keer weer.
“Een andere bron voor mijn begrip is mijn eigen onrealistische wil om mijn beperking te ontstijgen.”
Waarom dan toch begrip? Mijn begrip komt eigenlijk van dezelfde plek als mijn onmin. Veel mensen zijn onwetend, hebben een eendimensionaal beeld van wat mensen met een handicap zijn, terwijl er geen minderheid is die een grotere interne diversiteit in zich heeft. Ziekte en beperkingen discrimineren immers niet.
Een andere bron voor mijn begrip is mijn eigen onrealistische wil om mijn beperking te ontstijgen. Met deze wil heb ik ook vooroordelen over anderen mensen met een beperking: ook ik breng onbewust hiërarchieën aan in leed. Zo van: ‘Het kan altijd erger’ en ‘Ik heb nog geluk gehad.’ Mijn eigen wonder.
Op wat voor wonder hoop ik dan wel?
Het wonder dat ik mee kan doen in het leven met alle clichés: een leuke vriend, een leuke baan en een leven waar ik nu van droom. De weg naar dit wonder blijkt een hobbelige; het sociale spel van verwachtingen overvleugelt mij in de praktijk erg vaak, een onzekere stem in mijn achterhoofd die mij zegt wat wel kan en wat niet, wat ik ben en wat niet. Hoe moet ik afrekenen met die stem?
Simpele levenswijsheid leert dat veel mensen ook proberen deze stem te overwinnen met het simpele kleinkunstadvies waar ik mezelf vaak mee om te oren moet slaan: ‘Mens durf te leven!’ van Jean-Louis Pisuisse.
Leer in je eigen wonderen geloven.
https://www.youtube.com/watch?
Maurits Huijbrechtse
One thought on “Wonderen”