Met vlag en wimpel

Toen de helaas veel te vroeg overleden Surinaamse schrijver en  journalist Anil Ramdas in een interview met het woord ‘allochtoon’ geconfronteerd werd, zei hij: ‘Ik heb een hekel aan dat woord. Waarom zou ik als Surinamer op één hoop gegooid moeten worden met Marokkanen? En Turken met Antilianen? Het is een woord verzonnen door een meerderheid die niets van minderheden weet.’ 

Wij halen deze journalist aan naar aanleiding van het artikel van Alfred Verhoeven in De Gaykrant. Hij stelde daarin dat de regenboogvlag de regenboogvlag dient te blijven en dat die vlag niet opgevrolijkt dient te worden met de kleuren van de transgemeenschap of van de black lives matter-beweging. Hij stelde bovendien dat wij als gemeenschap ‘naar de maatschappij een modderfiguur slaan door ons steeds anders te noemen.’ En ook: ‘Dan denken Henk en Ingrid in Utrecht: “is LHBTI een andere groep dan LGBTQI? En waarom noemt Toronto Pride zich LGBTTIQQ2SA en gebruikt de Gaykrant LHBT+ ?”’
Het is logisch dat binnen de zeer uitgebreide en zeer uiteenlopende grote LHBT+ gemeenschap ook meerder- en minderheden ontstaan. Net als Alfred is Rick (een van de twee schrijvers van dit artikel) een witte, homoseksuele cis-man. Hij maakt onderdeel uit van een groep die binnen de LHBT+ gemeenschap in aantal ver uitstijgt boven bijvoorbeeld de transpersonen. Een groep wiens geluid daardoor altijd vrij dominant aanwezig is geweest. En dat nog steeds vaak is.
Een meerderheid kan nooit of te nimmer voor een minderheid bepalen of zij zich onder een bepaalde vlag wel genoeg gezien, gehoord, aangesproken of zelfs veilig voelt. Noch in een land, noch in een gemeenschap. Dat is altijd aan de minderheid zelf. Als een minderheid met een eigen vlag komt, of met eigen banners, dan is dat een teken van emancipatie dat door de meerderheid gezien en ook opgepakt dient te worden. Zeker binnen onze LHBT+ gemeenschap.
“Juist onze veelkleurige gemeenschap heeft haar zichtbare plek in de maatschappij weten te bemachtigen door ons niet te voegen naar de grijze uniformiteit.”
Immers, juist wij weten hoe het is om als minderheid door een dominante meerderheid gereduceerd te worden tot een stereotype groep. Juist onze veelkleurige gemeenschap heeft haar zichtbare plek in de maatschappij weten te bemachtigen door ons niet te voegen naar de grijze uniformiteit die een normatieve maatschappij aan ons wilde opleggen. Een norm die zegt: ‘Zó is het en zó zal het altijd zijn’ wordt aangehangen door mensen die blijkbaar niet weten wat maatschappelijke dynamiek inhoudt en zal niet raar moeten staan te kijken als de grote groep veel diverser blijkt. Een vlag als de transvlag is een teken dat wij dénken er met de regenboogvlag voor hen te zijn, terwijl de transgenders dat zelf blijkbaar helemaal niet zo voelen. Dat proces veronachtzamen is een blinde vlek van de meerderheid: denken dat wat jíj doet of bepaalt, goed genoeg is voor iedereen.
Die dynamiek geldt ook voor de letters van onze gemeenschap. Als er een club mensen zich beter voelt bij een andere letter dan die we al in ons rijtje hebben staan, is deze club wat ons betreft meer dan welkom binnen onze regenbooggemeenschap. Wij, de schrijvers van dit artikel, breiden liever onze gemeenschap uit met twee keer het alfabet dan één groep niet genoemd te hebben. Want ook hier geldt weer: een meerderheid mag voor een minderheid nooit bepalen dat zij zich voldoende gewaarborgd voelt binnen de groep. En daarbij voelen wij geen enkele behoefte ons te richten op Henk en Ingrid die niet meer weten waar wij het over hebben. Dan richten wij ons als LHBT+ minderheid dus wéér naar het tevredenstellen van de meerderheid en we hopen toch echt dat we dat stadium inmiddels voorbij zijn.
Laten we als LHBT+ gemeenschap de dynamiek van de maatschappij vooral hoog in het vaandel houden. Laten we juist op onze vlag een plek geven aan minderheden die gezien willen worden. Juist omdat zij een minderheid binnen een minderheid vormen.
De originele regenboogvlag is inmiddels krachtig verankerd in onze maatschappij. Dat is winst. Dat naast de originele vlag andere regenboogvlaggen ontstaan (waar kleuren en symbolen opgebracht en ook weer afgehaald kunnen worden) is geen aanval op de originele regenboogvlag of op de regenbooggemeenschap. Dat is voortschrijdend inzicht. Dat is groei. Dat is dynamiek.
Anil Ramdas had natuurlijk gelijk: waarom zou je als Surinamer altijd in één adem genoemd moeten willen worden met Marokkanen, Turken of Antillianen?
In het verlengde van Ramdas’ uitleg is het legitiem onszelf af te vragen waarom een zwarte transpersoon in één adem genoemd moet willen worden met een witte, homoseksuele cis-man? Dat deze zich perse thuis moet voelen bij dezelfde vlag?
Een groep wordt pas een groep als iedere minderheid zich daarin zélf voldoende vertegenwoordigd voelt.
En iets van zichzelf in die grote groep terugziet.
Met een extra kleurtje in een vlag.
Met een extra letter.
—-
Rick van der Made
Marene Elgershuizen

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.