Tante Zus: Jacht op een schim

Het is lang geleden dat ik het huis uit ging voor een lezing. Nu het weer langzaam mag pakken we de draad op. Je zou bijna vergeten dat we dit jaar stilstaan bij 75 jaar vrijheid.  Juist nu het land weer langzaam van het slot gaat moeten we extra dankbaar zijn voor onze vrijheid in Nederland. Een vrijheid die niet alleen met geweld bevochten is. Juist met medemenselijkheid heeft een dapper deel van de Nederlanders laten zien wat vrijheid is. Een van die dappere Nederlanders was Ru Paré:  in het verzet kende iedereen haar als Tante Zus, een dappere tante.

Op zaterdag 27 juni organiseerde  de stichting Roze in Verzet  in het CEC-café een bijeenkomst over deze dappere, vermoedelijk roze verzetsvrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog tweeënvijftig Joodse kinderen uit de handen van de Duitse bezetters wist te houden. Biograaf Wim Willems,  Willen Lamberix en kunstenaar Herman Morssink gingen met elkaar in gesprek over wie Ru Paré was en waarom zij geen household name is.

© Martín van Drunen en Jos Mauro Witteveen

“Ru Paré niet zomaar household name”

Wim Willems vertelt dat Paré zich niet liet voorstaan op haar rol in het verzet. Ze deed haar werk in stilte en zag het als haar haar plicht.  Ze schreef dus ook geen memoires of dagboek: dit alles maakte dat Ru lange tijd een schim bleef voor haar biograaf.  Zus Paré groeide op in een gegoede Gelderse familie. Ze had een groot schilderstalent en  vertrok om zich verder te ontwikkelen naar Den Haag. In de Hofstad kwam ze via verschillende schilderskringen in het  culturele leven terecht. In deze kringen ging zij zich Ru noemen. In die mannenwereld  had ze een uitzonderlijke rol: Ru Paré ging over het geld.

Zakagenda’s, liefde en innige vriendschap

Eén van de vragen die boven de markt hangt is: hoe ‘roze’ was Ru Paré? Zakagenda’s van Ru Paré, gevonden door Wim Willems, geven een kleine inkijk in wat de kunstenares meemaakte en dacht. Zo vertellen ze dat Ru een relatie kreeg met de Joodse Haagse  kunsthandelaar  Henri Lankhout. Lankhout stierf in 1938 in de armen van Ru. Na het overlijden van haar geliefde was het de zangeres Do Versteeg met wie Paré zeer innig contact  had en na de oorlog  jaren mee samenleefde. Ze kenden elkaar sinds 1919 uit het culturele circuit. Willems licht toe dat het heel moeilijk is om precies te achterhalen wat de relatie precies inhield en sluit af met de woorden: ‘de liefde kent vele gedaanten’.

Het cement in het Verzet

Ook het verzet lijkt misschien een mannelijke aangelegenheid. Dit komt vooral doordat er na de Tweede Wereldoorlog geen aandacht was voor de vrouwen die het cement hadden gevormd van het verzet.

“Vrouwen vormden cement in het verzet”

Het verzet begint wanneer een familielid van Lankhout vraagt of Ru zich wil ontfermen over Hanneke Lankhout, een kleinkind van haar oude liefde. Hanneke zit op een joodse school waar het al gauw bekend was dat Paré de kleine Hanneke hielp om onder te duiken. Volgens Willems is het verzet van Paré hieruit gegroeid. Ru fietste met haar schilderkist achterop het hele land door om adressen voor de kinderen te regelen en ze weg te brengen. Verborgen in haar schilderkist zaten persoonsbewijzen en cadeaus voor de kinderen. Vaak na lang zoeken kwam de hulp kwam vanuit alle mogelijke hoeken. Ru kende veel Joden die van haar hulpvaardigheid hoorden en haar ook aanklampten om een veilige plek te vinden voor hun kinderen. Via haar culturele netwerk en de connecties van haar familie vond zij uiteindelijk adressen adressen voor ‘haar’ 52 kinderen. De  hulp kwam vanuit alle mogelijke hoeken zo bracht ze kinderen onder bij Brabantse pastoors, Limburgse boeren en Haagse kunstenaars. Willems hekelt het feit dat er nog geen film is over Paré. Een heldhaftige, kunstzinnige levensredster.

Mevrouw Stoppelman-Frankenhuis, één van de onderduikkinderen. © Martín van Drunen en Jos Mauro Witteveen

“We moeten haar nooit vergeten!”

Verbitterd maar niet gebroken

Na de oorlog zorgde Ru voor een pleegadres voor de kinderen die hun ouders in de oorlog hadden verloren in de Holocaust. Nadien raakte Paré verbitterd, mensen die in het zicht van de bevrijding hadden aangesloten bij het verzet  deden zich voor als de grote namen van de ondergrondse. Ru vertrok uit Nederland,  om door Europa al reizend te schilderen. Ze reist  in de jaren zestig en zeventig naar Israël en ontmoet daar haar onderduikkinderen. Op aandringen van de kinderen accepteerde Paré de Yad Vashem eretitel van Rechtvaardige onder de Volkeren. In 1972 overleed Paré. Na haar dood zijn er een straat in Den Haag en een school in Amsterdam naar haar vernoemd. Mevrouw Stoppelman-Frankenhuis, één van de onderduikkinderen, keek tijdens de bijeenkomst met gloedvolle bewondering terug naar haar tante Ru: “We moeten haar nooit vergeten!”.

Zangeres Leonie Bos verzorgde de muzikale omlijsting. © Martín van Drunen en Jos Mauro Witteveen

Tijdens de bijeenkomst werden portretten van roze verzetsstrijders getoond van de hand van Herman Morssink en werd muzikale omlijsting verzorgd door zangeres Leonie Bos. Het boek van Wim Willems, Verzetsheldin met schilderkist: het leven van Ru Paré, is uitgegeven bij Boom en is nog te bestellen.

Maurits Huijbrechtse

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.