M’n ex: “We zakten met z’n vieren gillend door het bed, en zo begon het” | Aart uit Groningen

De buitenwereld reageerde vol onbegrip, maar voor ons was het volkomen vanzelfsprekend en goed. Tot het vreselijke ongeluk, dat Sander, Tim en mij tijdelijk in een symbiose bracht. Maar de nieuwe werkelijkheid kon ik niet aan; ik verliet onze naaktcamping in Frankrijk en trok me terug in het appartementje in Delft, waar de ene desillusie zich op de andere stapelde. Toch heeft het geluk me op merkwaardige wijze weer gevonden.

Redactie: Rits de Wit
Illustratie: Wilbert van der Steen

Franklin en ik waren al zeventien jaar samen toen Tim en Sander op onze naturistencamping in Esparron-de-Verdon vakantie kwamen houden. Het was een bloedhete zomer, de camping stond doorlopend stampvol, we genoten van ons werk en het contact met de gasten. Tim en Sander trokken de aandacht omdat ze betrekkelijk jong en mooi waren, en dat ze zich niet bewust leken van de mate waarin ze door de gehele camping bewonderd werden maakte hen nog aantrekkelijker. Toen Tim tijdens een wandeling viel en zijn pols brak, kwamen wij in beeld om te zorgen dat er een arts bezocht werd en de pols kon worden gegipst.

Tim en Sander kwamen sindsdien elke avond bij ons wat drinken. Vooral tussen Sander en Franklin klikte het vriendschappelijk: beiden waren liefhebber van Queen en David Bowie en schaakten graag samen. Ondertussen werd ik een beetje verliefd op Tim. Toen de zomer voorbij was leek ook de vriendschap over, we hoorden niets meer van de jongens die in Nederland hun bezigheden hadden hervat en ons leken te zijn vergeten. In november kregen we echter een bericht: Sander meldde dat hij voor een prikkie een oud schooltje had gekocht, tien minuten rijden van onze boerderij in Esparron. Eind van de week zou hij met Tim langskomen om de bouwval te inspecteren en het contract te tekenen. Uiteraard nodigden we de jongens uit te komen overnachten. Het werd een feestelijk weekend waarin wij met volle teugen bij de heuglijke feiten werden betrokken; achteraf gezien was het ’t feestelijke startsein van een nieuwe levensfase. Franklin had het logeerbed opgemaakt met ons mooiste overtrek en nieuwste handdoeken, ons boerderijtje rook huiselijk en de haard knapperde in onze eenvoudige, knusse salon. We brachten de nacht uiteindelijk door in onze slaapkamer, met z’n vieren onder te krappe dekens, Sander en Tim tussen ons in. Ik herinner me dat we ondanks de overbevolking van het bed uitstekend sliepen, tot Franklin in de ochtend met zijn forse zwiepende piemel boven ons vreugdesprongetjes maakte op het bed, waar we vervolgens met z’n vieren gillend doorheen zakten. Seksueel was die nacht niets gebeurd, er was zelfs niet gezoend, het was een kinderfeestje geweest, we hadden de avond gedanst op Bowie en Queen, ons daarna uitgekleed en waren gierend van de lach bij elkaar in bed gekropen. Hoewel ik het weer even spannend had gevonden te zien hoe Tim zich ontdeed van zijn jeans en polo, hoe zijn platte buik en kleine tepels tevoorschijn kwamen, zijn ronde, lichtbehaarde billetjes, zodra hij naast me lag, uit noodzaak tegen me aan, stelde mijn geest de vriendschap boven mijn opwinding, die dan ook direct was verdwenen.

‘Intussen werd ik verliefd op Tim’

Vaderfiguur

Seks kwam pas veel later. Toen we eigenlijk al onafscheidelijk waren. Vier mannen, één gezamenlijk leven. ’s Winters waren we vooral in huis bij Tim en Sander en hielpen we in de B&B, die met name dankzij Franklins werklust, kracht en efficiëntie in ijltempo was gerealiseerd, ’s zomers lag de nadruk op de camping en zagen de gasten ons alle vier als aanspreekpunt en verantwoordelijke. Logisch; Tim en Sander voelden zich er enorm thuis en staken de handen uit de mouwen. Ook ’s nachts waren we meestal samen. We sliepen in het megabed dat Franklin en Sander uit oud hout, ons doorgezakte bed en twee matrassen hadden vervaardigd op zolder van de B&B, en in de zomer in de buitenlucht op het vierpersoonsbalkon aan de achterkant van de boerderij. Hoewel er onderling voorkeuren waren, hadden we gevieren een volstrekt bevredigend seksleven met elkaar. Soms sliep iemand apart, soms lag een van de oorspronkelijke stellen of een nieuw tweetal bij elkaar – alles was mogelijk en van afgunst was, hoe wonderlijk, geen sprake. Franklin had duidelijk een lager libido dan wij drieën, zeker dan Sander, die er pap van lustte en over een gigantische erotische fantasie beschikte, maar dat was voor niemand een probleem. Ik hield ervan minstens eens per week met Tim te slapen, onze seks was onhandig en knullig maar het slapen was heerlijk, ik had nooit mooiere dromen dan wanneer ik alleen met Tim gelepeld lag, met de zoete geur van zijn nek in mijn neus, nooit was de wereld zo vredig als dan. Ik voelde me bij vlagen een vaderfiguur: Tims contact met zijn ouders was sinds zijn coming-out al niet best, maar sinds hij aan zijn vader had verteld dat hij op drie mannen tegelijk verliefd was, was hij door de complete familie in de ban gedaan; de geplande bezoekjes van neefjes, ooms en tantes aan Frankrijk waren bruut gecanceld. Tim had er verdriet van en miste vooral zijn vader. Hij was niet de enige die op onbegrip stuitte; Franklin was met zijn enige familielid, zijn broer, in onmin geraakt en zijn beste vriend had tot zijn verbazing het contact verbroken sinds hij wist dat wij met zijn vieren leefden.

‘In het dorp werd flink geroddeld’

In ons dorp werd geroddeld en bij de slager aan het eind van de hoofdstraat werden we, sinds we ons een aantal maal met z’n vieren hadden vertoond in het buurtcafé, nauwelijks begroet en steeds onvriendelijker geholpen. Maar we gaven niet op, we hadden onze gasten en we hadden elkaar en hoe meer weerstand er was, hoe meer we ons gesterkt voelden in ons viermanschap.

Ontroostbaar

Franklins dood veranderde alles. Het gebeurde op een zonovergoten dinsdagmiddag, tussen de B&B en de boerderij, op een route die hij al duizend keer had gereden. Een vrachtwagen verleende hem geen voorrang en plette onze antieke DeuxChevaux Fourgonnette tegen een van de mooiste, dikste eiken op de rotonde, met Franklin erin. Hij overleed ter plekke. Even leek het of Sander en Tim net zo ontroostbaar waren als ik, maar na de begrafenisbijeenkomst, met weinig woorden en vooral veel Bowie en Queen, na de teraardebestelling op een van de mooiste kerkhofjes van Frankrijk, begon ik me alleen te voelen. Sander had steeds meer momenten dat hij met Tim even back-to-basic wilde: ze verbleven dan een tijdje in de B&B, aten en sliepen samen en lieten even weinig van zich horen. Ik schaamde me voor mijn hevige verdriet dat zich op de meest ongemakkelijke momenten aandiende; tijdens een borrel met gasten van wie de zoon zijn achttiende verjaardag vierde, midden in de bouwmarkt, op weg naar de huisarts op de rotonde met de eik – met naast me een kermende, onfortuinlijk gestruikelde gast. Tim en Sander konden me niet troosten, en dat frustreerde hen duidelijk.

Eind zomer besloot ik tijdelijk te vertrekken. Ik vertelde het de jongens, ze kusten en knuffelden me, wensten me sterkte en zouden in gedachten bij me zijn. Ik trok me terug in het appartementje in Delft, dat Franklin en ik verhuurden maar dat goddank leegstond. Daar kon ik eindeloos huilen. Ik miste Tim, zijn billen om ’s nachts tegenaan te kruipen. Franklin was juist overal aanwezig, in iedere vezel van het hout op de vloer, in iedere kruimel op de gestucte muren, in ieder blaadje aan de boom waarop ik uitkeek, in de geur van de lavendel in de keuken. Ik bezocht oude vrienden, familie in het Oosten van het land, maar voelde geen enkele connectie meer, ik bemerkte hoe wezenlijk Franklin voor mij was (geweest) en hoe weinig mijn omgeving zich voor hem en onze relatie had geïnteresseerd. Er verstreek een jaar, Tim en Sander hadden zelfstandig de camping gedraaid, en ik besloot het bedrijf en het terrein voor een zacht prijsje te verkopen, op voorwaarde dat ze goed voor het graf van Franklin zouden zorgen. Sindsdien was onze relatie voorbij, wist ik.

‘Dan zie ik vier mooie mannen in een Frans landschap’

Hars

Na mijn hersenbloeding vorig jaar ben ik bij Theo ingetrokken, mijn vlam die qua fysiek (ja, ook zijn enorme pik) zo sterk op Franklin lijkt. We wonen midden in de stad Groningen, hebben sinds kort een eiken vloer met geurend hars in de kieren en een dakterras met lavendel. Op dinsdagmiddag, na mijn yogales, zet ik meestal Who wants to live forever op repeat en zing ik luidkeels met Freddie mee. Dan hoor ik ook Franklins vibrato ergens meegalmen. Ik bekijk even de foto in de vensterbank, van vier mooie, gebruinde mannen in een Provençaals landschap. Gelukkig voel ik dan meer dan ooit dat het goed is, nu.

Wil jij jouw verhaal over een jammerlijk mislukte relatie ook in deze rubriek? Neem contact met ons op via: info@degaykrant.nl

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

3 thoughts on “M’n ex: “We zakten met z’n vieren gillend door het bed, en zo begon het” | Aart uit Groningen

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.