Mannelijkheid

Naar aanleiding van de uitzending van M waar ik aanschoof, schreven journalist Arjen Fortuin van het NRC – die over de bewuste uitzending in de krant schreef – en ik elkaar enkele privé-berichten. Dat was fijn. En verhelderend. Een van de onderwerpen in de correspondentie was het verschil tussen ‘vertellen’ en ‘benoemen’.

Ik schreef hem:

‘Ik vind de zin: “vertellen gaat boven benoemen” voor mijzelf een mooie conclusie. Ik ben dichter, ik heb lang in Marokko vertoefd, en ik heb het idee dat in poëzie, net als in de Marokkaanse cultuur, vertellen en benoemen hand in hand gaan. Of meer één-op-één liggen. Juist door het vertellen benoem ik. Meer bedekt en minder openhartig, maar ik vind dat ook iets moois hebben.’

Nu woon ik alweer lange tijd in Nederland. En vrij snel na de dood van Saïd volgde de dood van George Floyd.

Soms dwingen omstandigheden je gewoonweg tot benoemen over te gaan.

Naar aanleiding van de dood van Saïd en de daarop volgende reacties in de media, gaf onderzoeker Laurens Buijs voor de Faculteit Maatschappij – en Gedragswetenschappen van de UvA afgelopen 1 juni een interview, waarin te lezen staat:

‘Al in 2008 constateerden onderzoeker Laurens Buijs en zijn collega’s Gert Hekma en Jan Willem Duyvendak (van de UvA RvdM) in hun onderzoek ‘Als ze maar van me afblijven’ een oververtegenwoordiging van Marokkaanse daders in geweld tegen homo’s.

De feiten uit dat onderzoek: de daders zijn meestal jongens van 17 tot 25 jaar oud, ze zijn even vaak autochtoon Nederlands als van Marokkaanse afkomst, elk 36 procent. Maar omdat autochtone Nederlanders in die leeftijdscategorie 39 procent van het totaal uitmaken en Marokkanen 16 procent is er sprake van duidelijke Marokkaanse oververtegenwoordiging.’

Op de vraag waar de agressie jegens homo’s vandaan komt, antwoordt Buijs:

‘Uit mijn onderzoek uit 2008 komt een heel duidelijk aspect naar voren: mannelijkheid. Homoseksualiteit staat op gespannen voet met eeuwenoude maatschappelijke normen op het gebied van mannelijkheid, die diep in ons collectieve onderbewuste zitten verstopt. Deze normen raken iedereen, en het is daarom ook een vergissing om homofobie te zien als puur een probleem van religie of etniciteit.

Inmiddels is deze traditionele mannelijkheid in een crisis geraakt. We zien in de samenleving een verschuiving plaatsvinden. Het patriarchale systeem kantelt, en mannen verliezen hun vanzelfsprekende macht steeds meer. We zitten nu in een overgangsfase, en daarin vallen nu allerlei mensen tussen de wal en het schip. De neiging om “echte mannelijkheid” te tonen en te eisen van andere mannen, wordt groter. Mensen die daarvan afwijken, zoals homoseksuelen en transgenders, roepen agressie en geweld op.’

Op de vraag in hoeverre religie daarbij een rol speelt, is het antwoord:

‘Dat is een van de vragen die ik graag in een nieuw onderzoek zou willen stellen, want helemaal duidelijk is dat niet. Het is algemeen bekend dat de islam op zeer gespannen voet staat met homoseksualiteit en seksuele diversiteit in het algemeen. Het lijkt me waarschijnlijk dat dat op de een of andere manier een rol speelt, maar aan de andere kant moeten we ook niet te snel zijn met religieuze verklaringen voor antihomogeweld. Je ziet bijvoorbeeld dat islamitische jongeren van Turkse komaf zich veel minder vaak schuldig maken aan antihomogeweld. Ook bij hen is sprake van homofobe gevoelens die deels ingegeven worden door religie, maar dat uit zich veel minder in geweld. Een van de verklaringen zou kunnen zijn dat jongens van Turkse afkomst in een Turkse bubbel zitten en zich veel meer onderdeel voelen van hun gemeenschap. Marokkaanse jongeren zijn individualistischer; ze staan vaker met één been in de Marokkaanse wereld van thuis en met één been in de liberale buitenwereld. Ik wil graag verder onderzoeken wat deze spagaat met ze doet, en hoe dat mogelijk een aanjagersrol speelt in antihomogeweld. Het is in elk geval duidelijk dat ze veel vaker rond op straat rondhangen, waar ze hun mannelijkheid laten gelden. Dat uit zich in asogedrag, agressie en homofobie.’

En:

‘Een religieuze bubbel kan ook een protectieve factor zijn. Je zou zelfs kunnen zegen: hoe orthodoxer, hoe minder kans op geweld. Homofobie uit zich lang niet altijd in homofoob geweld, en het is belangrijk om goed te onderzoeken wanneer dat wel gebeurt en wanneer niet. Maar ook als er geen sprake is van geweld ligt er natuurlijk nog steeds een grote uitdaging. Onder religieuzen, maar zelfs onder progressieve seculieren, leven nog steeds vooroordelen over homoseksualiteit en is er sprake van heteronormativiteit en achterhaalde beelden over mannelijkheid en vrouwelijkheid.’

In mijn column van afgelopen 2 juni schreef ik over hoe in mijn ogen in Nederland de emancipatie van de vrouw hand in hand is gegaan met de emancipatie van de LHBT+beweging. Ik citeer: ‘Met meer invloed van de vrouw, nam de invloed van de (hetero)man af, wat voor de acceptatie van de LHBT+er gunstig geweest moet zijn. Immers, wat beide bewegingen gemeen hebben, is hun afwijzing van machismo.’

Saïd was een Marokkaanse Nederlander die door Marokkaanse buurtgenoten mishandeld werd en daar blijvend letsel aan over gehouden heeft, waar hij uiteindelijk aan bezweken is.

George Floyd was een Afro-Amerikaan die door een witte politieagent werd verstikt.

Machismo – overdreven mannelijkheid – is een probleem.

Teveel testosteron blaast het zelfbeeld van de man zodanig op dat het ego op klappen staat en de man meent tegelijkertijd aanklager, rechter en beul te kunnen zijn.

Machismo was handig toen wij – gehuld in berenvellen – in grotten leefden en het gezin of de gemeenschap met een zelfgemaakte knuppel tegen een nieuwsgierige beer moesten beschermen. Of zoals een psychiater het ooit tegen mij zei: ‘Onze grote hersenen hebben die machismo-rol leren relativeren.’

‘Gebruik je hersens’ wordt daarmee een zinvolle uitdrukking. Zij zullen de dieper in de hersenen verborgen, en in de meeste gevallen overbodig geworden instincten, angsten, agressie en eigenrichting in toom moeten houden.

Natuurlijk, nadenken over de eigen mannelijkheid kost meer moeite en neemt meer tijd in beslag dan het volgen van de mannelijke instincten.

Maar het had – wellicht – wel de levens van Saïd en George kunnen redden.

Levens die nog lange tijd hadden kunnen verhalen.

Levens die niet vroegtijdig benoemd hadden hoeven worden.

Rick van der Made

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.