LHBTI’ers, gebruik de bedrijven om je acceptatie te verbeteren!

15 jaar geleden staken de LHBTI netwerken van vier grote bedrijven de koppen bij elkaar, en besloten tot deelname aan de Amsterdamse Canal Pride. Shell was de eerste deelnemer, andere bedrijven volgden een jaar later. De gezamenlijke slogan op de boten was “Personal Pride = Company Pride”. We waren maar wat trots, toen deze eerste bedrijfsboten meevoeren. Uit deze actie kwam een organisatie voort van inmiddels ruim 80 multinationals en een paar overheidsorganisaties, die wereldwijd streeft naar acceptatie en inclusiviteit voor LHBTI’ers, zowel op de werkvloer als daarbuiten: Workplace Pride Foundation. Kortom, het beeld dat Maurits de Bruijn schetst in zijn opiniestuk van 17 januari behoeft op z’n minst enige aanvulling.

Het effect van die eerste boten in de Canal Pride op de bedrijven die deelnamen was enorm: LHBTI beleid kwam op de agenda van het bedrijfsbestuur met aandacht voor de cultuur op de werkplek, de positie van transgenders en mensen met HIV verbeterde, en er ontstonden krachtige LHBTI netwerken van werknemers, die tot in de boardroom worden gehoord. Waar bijvoorbeeld PostNL een aantal jaren eerder nog op de vingers werd getikt door de Commissie Gelijke Behandeling wegens discriminatie van een gay medewerker, geldt het bedrijf nu als een van de toonbeelden van LHBTI inclusiviteit.

Bedrijven hebben niet stilgezeten, en de huidige trend in het bedrijfsleven is een heel andere dan die in 1969, tijdens de Stonewall-rellen, waar De Bruijn aan refereert. De beweging van Corporate Social Responsibility (CSR), of in goed Nederlands, Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, heeft bedrijven doen inzien, dat ondernemen draait om meer dan alleen winst en aandeelhouders, en dat bedrijven ook een maatschappelijke functie hebben. Daarin willen ze serieus genomen worden, het is onderdeel van hun strategie en ze worden er door tal van waakhonden op beoordeeld.

Buiten de veilige omgeving van de Amsterdamse grachten ziet de wereld er toch wel wat anders uit

Buiten de veilige omgeving van de Amsterdamse grachten, waar men met enig dedain over de bedrijfsbemoeienis met LHBTI’ers spreekt, ziet de wereld er toch wel wat anders uit. Organisaties als Workplace Pride, Stonewall (Engeland) en HRC (Verenigde Staten), werken alle nauw samen met grote bedrijven om de LHBTI emancipatie vooruit te helpen. Samen met deze organisaties heeft de VN een gedragscode tegen discriminatie van LHBTI op de werkvloer ontwikkeld, die inmiddels door heel wat multinationals is onderschreven. Deze organisaties hebben de instrumenten om te beoordelen of de bedrijven doen wat ze beloven. In de Global Benchmark van Workplace Pride bijvoorbeeld laten multinationals zich vrijwillig doormeten op hun LHBTI beleid, waarbij vooral punten kunnen worden verkregen voor ondersteuning van hun eigen LHBTI werknemers, en support aan LHBTI groepen in de samenleving. En hoe moeilijker het land, waar dat plaatsvindt, des te beter de score. Daarnaast worden in uiteenlopende landen als Rusland, Kenia, Singapore en Thailand door deze multinationals werkconferenties georganiseerd met lokale LHBTI organisaties, vaak in samenwerking met Nederlandse Ambassades, die voor een veilige omgeving kunnen zorgen.

Het wekt dan ook geen verbazing dat in veel landen met een vijandig sociaal klimaat LHBTI organisaties zich juist tot de grote bedrijven wenden om support. Ik maak dat in Zuidoost Azië, waar ik tegenwoordig woon van dichtbij mee. Is het in Nederland dan zo anders dan in de rest van de wereld? Toen de bedrijven met hun deelname aan de Canal Pride begonnen zat een van de drie werknemers op het werk in de kast, tegenwoordig is dat een op de vier. Als dat een maat is voor de acceptatie van LHBTI op de werkvloer, dan betekent dat zowel dat er veel is verbeterd, als dat er nog veel moet gebeuren. Bedrijven hebben daar een belangrijke rol in. Zichtbaarheid is essentieel. En als mensen met een HEMA regenboog T-shirt de straat op gaan, of beter nog, naar het werk, dan is dat mooi meegenomen.

Het is prima om met bedrijven in gesprek te gaan over hun beleid achter de marketing uitingen, maar ze afdoen als “pinkwashing” is gemakkelijk en contraproductief. Het is bovendien tegen alle internationale trends in. Mijn ervaring is dat bedrijven open staan voor dit gesprek, maar dat vereist ook een investering van de kant van de LHBTI gemeenschap. Met het bedrijfsleven aan onze kant hebben we als LHBTI’ers veel te winnen!

Paul Overdijk


Paul Overdijk is mede oprichter en oud-voorzitter van Workplace Pride Foundation, en leidt tegenwoordig het OUT BKK Business Network in Bangkok, Thailand.

 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.