De dreiging | Griekse Toestanden #7

Het belooft wederom een prachtige dag te worden. Ik word vroeg wakker, om een uur of zeven en besluit te gaan hardlopen. Eerst ren ik door de smalle straatjes naar de oude haven. Dit is de eerste keer sinds ik hier ben, dat het niet vergeven is van de mensen. Heerlijk! De oude haven ligt er verlaten bij, iemand is een terras aan het schoonmaken. Het is nog niet heel warm en ik ren langs het water naar de nieuwe haven, waar net een enorm cruiseschip aanlegt. Ik ga even zitten uitrusten en droom weg.

Op een donderdagavond ben ik om twaalf uur vrij en om een uur thuis. Ik kruip in bed en kijk nog even naar de herhaling van RTL Boulevard. Als de deurbel gaat ik, trek een slip aan en doe de deur open. Karel staat voor de deur en zegt: ”ik kom vannacht bij je slapen.” “Dom genoeg is mijn reactie niet, hoe hij weet dat ik dat ook zou willen, maar: “Weet Anne dat je hier bent?” “Natuurlijk,” zegt, Karel. Hij loop langs me naar binnen en begint zichzelf uit te kleden. Die nacht hebben we voor het eerst gevreeën, dit is geen platte eventjes seks, dit is liefde; voorzichtig, dan weer doortastend, dan weer even in elkaars armen in slaap vallen. En toch is er nog steeds geen bezittingsdrang. Normaal zou ik in deze fase verliefd worden en niet meer los willen laten, maar dat is nu niet een de hand. Als Karel de volgende ochtend naar Anne gaat, ben ik blij. Voldaan na de nacht, maar ik kan hem makkelijk laten gaan, zonder uitzicht op een nieuwe afspraak. Anne zag ik die middag op de thee en we praten over mijn nacht met Karel zonder in details te treden. Ik heb het helemaal niet op de moderne relaties. ‘Alles moet kunnen’ is niet mijn credo. Toch voelt dit niet geforceerd aan en Anne en ik bespreken ook onze gewone gespreksonderwerpen; ‘Wie is de mol’, ‘Is de fractieleider van de nieuwe rechtse partij extra gevaarlijk, omdat hij mooi is’, ‘Wat als Anne zwanger raakt van Karel’ en ‘Wat gebeurt er met ons drieën als ik een relatie krijg’. Het lag niet aan een van ons drieën dat het toch nog fout ging. Als gevolg daarvan zit ik nu in Griekenland.

Ik heb het helemaal niet op de moderne relaties. ‘Alles moet kunnen’ is niet mijn credo.

Weer kijk ik om me heen. Het liefst zou ik Karel en Anne om me heen hebben. Maar dat is een irreële gedachte, geen idee of we hier uitkomen. En het is hier prachtig een helblauwe zee, als ik omkijk; de witte huisjes tegen een lichtgroene heuvel en de kleine met ronde vormen gebouwde kerkjes. Het is inmiddels heel warm geworden en ik besluit niet verder te rennen, maar met een omweg terug te lopen naar mijn appartement. Langzamerhand komt het dorp tot leven, er staat een rijtje voor de bakker en op de terrassen zitten de eerste toeristen koffie te drinken. Ik sta even stil bij een juwelier. Op het raam staat: Mykonos, New York, Parijs, Rome. Er liggen prachtige sieraden in de etalage die echter ver boven mijn budget zijn. Opeens voel ik een lichaam dat te dicht bij komt een hand die terloops over mijn lichaam streelt; ik kijk om en weer kijk ik in die te indringende zwarte ogen die ik eerder zag. Ik schrik, want ze zijn mooi, maar ook beangstigend. De man kijkt me aan, glimlacht zijn witte wrede tanden bloot en loopt door. Er loopt een rilling over mijn rug; ik heb altijd een zwak gehad voor foute mannen. Mijn lijf reageert daar heel heftig op en ik raak opgewonden en verward. Ik haal een paar keer diep adem en loop verder onderweg naar een frisse douche, zeker wetend dat ik deze man zeker nog eens zal ontmoeten.

Over twee weken: aflevering #8

Griekse toestanden, een vervolgverhaal in 26 afleveringen
Tekst: Eduard Hoekstra
Illustratie: Julia Kiryanova

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.