Marian Bakker en Ditte Wessels: zichtbaarheid en emancipatie altijd voorop

Marian Bakker en Ditte Wessels vormen al dertig jaar een onafscheidelijk stel. De eerste twintig jaar zagen ze elkaar om de week of in Amsterdam, waar Marian woonde, of in Arnhem. Ik spreek hen in hun statige herenhuis in het Arnhemse Spijkerkwartier. Ooit berucht als hoerenbuurt, waar Ditte woonde aan de rand van de wijk. Nu is het een soort yuppenbuurt. Hier willen de twee fotografes met elkaar oud worden. Maar Amsterdam vergeten kunnen ze niet. “Daar ligt een stukje verleden van ons.”

Tekst en foto: Paul Hofman

Ik zit aan de grote tafel in de woonkamer en heb een goed uitzicht op de tuin. “We zijn net terug van vakantie, dus let niet op het onkruid.” zegt Marian lachend. Ik spreek hen over hun leven, liefde en werk.

Staand plassen

Niet lang voor de Tweede Wereldoorlog wordt Ditte geboren in Amsterdam. “Ik heb daar de hongerwinter meegemaakt.” Op haar tweede verhuist het jonge gezin naar het verderop gelegen Santpoort waar ze het naar haar zin heeft. De duinen en de ‘grote’ stad Haarlem liggen om de hoek. In haar jeugd ontdekt ze echter dat ze ‘anders’ dan anderen is. Als meisje heeft ze een hekel aan ‘die typische meisjeskleding.” De rok die fladderend om haar benen valt, vindt ze maar niets. “Ik had een verlangen een jongen te zijn. Gewoon met de handen in de zakken van mijn korte broek. Zelfs plassen deed ik staand.” zegt ze ondeugend.In de jaren waarin ze opgroeit, is het absoluut niet mogelijk hierover te praten. De jaren vijftig waren benauwend in ieder opzicht, en homoseksualiteit was zelfs nog strafbaar. Zo zegt ze: “Het ‘anders zijn’ was een mankement, eigenlijk voelde ik me mindervalide.”

“De jaren vijftig waren benauwend in ieder opzicht

en homoseksualiteit was zelfs nog strafbaar”

Feminisme

Marian luistert stilletjes en lijkt een traan weg te slikken. “Voor mij was het totaal anders.” Na haar opleiding trouwt ze en krijgt samen met haar toenmalige echtgenoot twee zonen. Ze is net 33 als ze merkt dat ze eigenlijk op vrouwen valt. Wanneer ze een baan vindt als feministisch vormingswerker in Amersfoort, vertrekt ze met haar zoon naar Amersfoort. Ze scheidt van haar man. Het leven lacht haar toe. Al snel raakt ze betrokken bij allerlei vrouweninitiatieven als de vrouwentelefoon. Later trekt ze met een aantal feministes in het gekraakte NRC Handelsbladgebouw, op een steenworp afstand van het Koninklijk Paleis, waar ze een vrouwengroep beginnen. Het strijdbare is altijd gebleven, zo blijkt. Voor het eerst wordt ze verliefd op een vrouw.

Marian en Ditte hebben ieder een andere ervaring met hun coming-out, benadrukken ze. “Ik kom uit de tijd dat homoseksualiteit nog een taboe was. Voor Marian is dit anders: het waren de jaren zestig en zij zag het ’lesbisch zijn’ als een feest.” Marian: “Ik wilde graag laten zien dat ik lesbo was en ook de wereld veroveren.”

Kwetsbaar

Hun eerste kennismaking kunnen ze zich nog goed herinneren. Nadat Ditte is afgestudeerd aan de kunstacademie wordt ze geïnterviewd voor de Sek, het blad van het COC. De verslaggever adviseert haar contact op te nemen met Marian, die bezig is een expositie met lesbische kunstenaressen organiseren in de Amsterdamse Melkweg. Met de vraag ‘ben ik wel goed genoeg” en zweet in haar handen belt ze aan bij Marian die dan al heel actief is in de hoofdstedelijke lesbische scene. Marian: “Ze kwam binnen in een stoer leren jack. Zo’n typische butch. Maar daar keek ik doorheen.” Ditte: “Ik had zoiets van; hier ben ik maar tegelijkertijd was ik kwetsbaar en keek op tegen Marian.” Veelbetekenend kijken ze elkaar aan. Ze konden toen niet bevroeden dat ze niet lang daarna onafscheidelijk zouden zijn en later als getrouwd lesbisch koppel door het leven zouden gaan.

“Ze kwam binnen in een stoer leren jack.

Zo’n typische butch. Maar daar keek ik doorheen”

Lesbische leefstijlen 

\Marian heeft dan al haar opleiding afgerond aan de Rijksacademie voor de Beeldende Kunsten in het roerige Amsterdam. Met een twinkeling in haar ogen vertelt ze mij over die tijd. “Ik ging in de jaren zeventig met vijf vrouwen en mijn jongste zoon wonen in het NRC Handelsbladgebouw. Ze legt zich toe op haar passie: fotograferen. Zo documenteert ze Nederlandse lesbische leefstijlen voor de tentoonstelling Goed Verkeerd: de geschiedenis van homoseksuele mannen en lesbische vrouwen in Nederland.In Amsterdamse kringen is haar naam gemaakt.

Bruisend

Vol trots staat ze op en toont me veel fotomateriaal uit die tijd. De zwart-wit foto’s zijn prachtig gestileerd en vormen een uniek tijdsmoment. Zowel Ditte als Marian vallen even stil. Hun jaren in Amsterdam staan op hun netvlies gebrand. “Wat bruiste de stad. Er was een groot aanbod van activiteiten en we gingen dan ook veel uit.” Ditte: “Dat had je allemaal niet in Arnhem.” Na twintig jaar een latrelatie te hebben gehad, besluiten ze in 2009 samen te gaan wonen. De keus valt op Arnhem. Hoewel ze Amsterdam soms missen, genieten ze ook samen van de rust. “Een heel dubbel gevoel, aan de ene kant die drukte en hier in Arnhem die totale rust.” Maar voor beiden is de band met Amsterdam gebleven.

Archief

Regelmatig bezoeken ze er nog vriendinnen. Marian’s archief bestaat uit inmiddels uit duizenden foto’s en omspant de jaren zeventig, tachtig en negentig waarin ze het lesbisch leven in met name Amsterdam fotografeerde. Samen bekijken ze een aantal foto’s. Het ontroert hen zichtbaar. Tijdens de Gay Games in 1998 is Marian huisfotograaf.” Samen met collega-fotograaf Jan Carel Warffemius maakt ze een herinneringsboek. De vele zwart-wit foto’s geven een indringend tijdsbeeld. Tien jaar geleden nam de toen 65-jarige Marian afscheid van IHLIA, het internationale homo- en lesbische archief.

Daar werkt ze zeven jaar lang en wordt de drijvende kracht achter tentoonstellingen en culturele activiteiten. “Het is zo belangrijk de geschiedenis te koesteren en door te geven.” Haar afscheid staat op haar netvlies gebrand. “Het was in de grote expositiezaal van de Openbare Bibliotheek Amsterdam. De toenmalige burgemeester Job Cohen opende mijn tentoonstelling ‘Eye 4 Wo-men/Oog voor Vrouwen, Nederlandse lesbische subcultuur van de jaren ’80 en ’90’. Foto’s van de lesbische krakersscene nemen hierin een belangrijke plaats in.

“Het was een mannenbastion.

Ik had altijd het gevoel niet goed genoeg te zijn”

Diploma

Terwijl Marian voor de thee zorgt, vertelt Ditte honderduit over haar leven. “Ik ben erg gehecht aan Arnhem. Ooit begon ik in de jeugdzorg en was begeleider in een therapeutische gemeenschap. Dat ik lesbisch was, daar praatte je absoluut niet over.” Op een gegeven moment trekt ze het niet meer. Ze wordt afgekeurd. Maar de nieuwe situatie bracht ook nieuwe kansen mee. In de avonduren begint ze een studie aan de Hogeschool voor de Kunsten. Ze is dan 47. Ditte bloeit op maar vertelt dat ze het niet altijd even gemakkelijk met haar medestudenten en begeleiders heeft gehad, onthult ze. “Uiteindelijk ben ik zelfs afgestudeerd zonder diploma.” Ze valt stil en slikt even. “Het was een mannenbastion. Als lesbo voelt ze zich vaak onzeker. Ik had altijd het gevoel niet goed genoeg te zijn.” De teken-, schilder- en fotografielessen inspireren haar. Later legt ze zich toe op fotografie.

Identiteit

Centraal thema in Ditte’s werk is de zoektocht naar haar eigen identiteit. In haar zelfportretten spelen met name vragen als ‘bestaat lesbische kunst’ en ‘in welke mate is er sprake van een lesbische identiteit?’ een grote rol. Hun huis hangt vol met werk van beiden. De kwetsbare kunstwerken zijn indringend en maken indruk op de kijker. In tegenstelling tot ‘mensenfotografe’ Marian fotografeert Ditte het liefst objecten. “Donkere, eenzame en vervallen fabrieksruimten spreken me heel erg aan. Misschien is het een vorm van ontsnappen uit de werkelijkheid. Dat hoort bij mij.” Marian: “Van die enge ruimtes krijg ik juist de kriebels.”

Samen hebben Marian en Ditte vaak geëxposeerd in LHBT-kring. Tegelijkertijd noemen ze de reizende internationale fototentoonstelling ‘Lesbian ConneXion/s’ die tijdens de eerder genoemde Gay Games in 1998 werd georganiseerd. “Daarmee reisden we door Oost- en Midden-Europa. Zo vertoefden we in Ljubljana, Zagreb, Belgrado en uiteindelijk Sint-Petersburg. Wat was dat een pracht-ge ervaring.” Ditte: En weet je nog dat we in San Francisco exposeerden?”

Uit de kleren

Vol vuur vertellen ze over de fotoworkshops die ze organiseerden voor lesbiennes in Oost-Europa daar, waarbij de belangrijkste thema’s lesbische identiteit en zichtbaarheid waren.
Lesbische thema’s als butch/femme en het huwelijk kwamen voorbij. “Die vrouwen gingen allemaal uit hun bol. Wel verschilde dat natuurlijk van land tot land, hoor.” Met name noemen ze Rusland: “Nou, daar gingen de kleren meteen uit. Daar stonden ze rijen dik om onze expositie te bezoeken.” Ditte en Marian verzuchten tegelijkertijd: “Dat zou daar nu niet meer kunnen.”

Een groot deel van Marian’s oeuvre is inmiddels ondergebracht bij IHLIA LHBT Heritage

Alle tijd

Marian houdt zich nu dagelijks bezig met het in kaart brengen van haar archief. Trots laat ze inmiddels verschillende gemaakte fotoboeken zien. De Eurogames, Koninginnedag en het Roze Westerfestival komen voorbij. “Het is wel veel werk maar het is ontzettend leuk om te doen. ” Ditte schaterlacht: “En je hebt er nu alle tijd voor.” Een groot deel van Marian’s oeuvre is inmiddels ondergebracht en toegankelijk gemaakt bij IHLIA LHBT Erfgoed. Ook bij Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis, bevindt zich een deel, vertelt Marian. Of er nog een tentoonstelling van hun werk komt? Zonder aarzeling: “Dat zouden we graag willen.”

Roze cast 

Drie jaar geleden gaf Ditte zich op voor een dansproject dat het Nederlandse dansgezelschap Intro-dans en de Stichting Welzijn Ouderen Arnhem organiseerden om homoseksualiteit in de ouderenzorg bespreekbaar te maken. “Met gebruikmaking van persoonlijke ervaringen van zeven oudere amateurdansers van boven de zestig, heeft choreograaf Adriaan Luteijn een choreografie ontworpen. Spinvis maakt hier muziek voor.” Enthousiast vervolgt Ditte: “We treden er tot maart volgend jaar mee op in onder meer zorginstellingen. Na de voorstelling vinden er nagesprekken plaats.”

De dertig jaar vriendschap zijn voorbijgevlogen. “We vullen elkaar perfect aan.” Verliefder dan ooit kijken ze elkaar aan.


De constatering dat roze ouderen steeds vaker terug in de kast kruipen wordt niet overal gedeeld. Zeker niet in het Amsterdam, waar het gemeentebestuur zich middels een Regenboogbeleid inzet voor deze groep. Voor stadsdeelbestuurder van Amsterdam Zuid Rocco Piers (zelf gay) is het duidelijk: “Wij zetten in op concrete acties om de acceptatie en de emancipatie van Amsterdamse LHBT-er te vergroten.” Een opmerkelijk initiatief zag het licht: een eigen roze glossy met de naam Q. In samenwerking met stadsdeel Zuid publiceert De Gaykrant bijzondere verhalen van bewoners. 


 

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.