Het roze kloppende hart van Ineke Kraus, vrijwilliger pur sang

De constatering dat roze ouderen steeds vaker terug in de kast kruipen wordt niet overal gedeeld. Zeker niet in het Amsterdam, waar het gemeentebestuur zich middels een Regenboogbeleid inzet voor deze groep. Voor stadsdeelbestuurder van Amsterdam Zuid Rocco Piers (zelf gay) is het duidelijk: “Wij zetten in op concrete acties om de acceptatie en de emancipatie van Amsterdamse LHBT-er te vergroten.” Een opmerkelijk initiatief zag het licht: een eigen roze glossy met de naam Q. In samenwerking met stadsdeel Zuid publiceert De Gaykrant bijzondere verhalen van bewoners.

Tekst: Paul Hofman

Voor Ineke Kraus (71) kent roze Amsterdam absoluut geen geheimen. Meer dan vijftig jaar woont ze al in Amsterdam. Na de middelbare school trekt ze vanuit haar geboorteplaats Rotterdam naar de hoofdstad om te gaan studeren en haar dromen te verwezenlijken. Na haar studie gaat ze werken als psycholoog. Zelf is ze na haar pensionering het boegbeeld van veel LHBT-projecten in Zuid geworden. Ze heeft haar hart verpand aan Amsterdam en met name stadsdeel Zuid. “Mijn vrouw en ik gaan hier niet weg.” zegt ze stellig. We spreken haar in het splinternieuwe Huis van de Wijk aan de Olympiaweg: hét buurtcentrum van de Olympiabuurt. Niet ver van deze locatie woont ze met haar partner Emma. Veertig jaar geleden ontmoetten ze elkaar in de stad. Bijna vanaf het eerste moment dat de vlam oversloeg, zijn ze samen.

Ineke is enige jaren voorzitter van Smashing Pink, de eerste Europese LHBT+ tennisclub

Aanjager

Acht jaar geleden stopt ze met haar werk. Nietsdoen is echter niets voor Ineke en ze stort zich vol overgave op vrijwilligerswerk. Voor talloze roze vrijwilligersprojecten vervult ze de rol van aanjager. In het verleden is ze onder meer vrijwilliger bij Vluchtelingenwerk, een vrouwenorganisatie in Peru en raakte ze intensief betrokken bij de opzet en organisatie van een hiv-aids onderzoek in Argentinië. Ook is ze enige jaren voorzitter van Smashing Pink, de eerste Europese LHBT+ tennisclub. Natuurlijk is de naam Pink niet zomaar gekozen,
Haar agenda is nog altijd met vult zich nog steeds moeiteloos. Mensen die haar kennen noemen haar ‘een altijd bezig bijtje’. Ze bloost.

Ineke Kraus

Roze ouderen

In 2014 stond Ineke aan de wieg van de Roze Stadsdorpen. Hoe kwam ze op het idee? “Op een lezing over ouder worden mocht ik mijn visie geven over dit onderwerp. Zo is het balletje gaan rollen.”, lacht ze. “Ik liep al een tijdje met het idee een roze variant van de bestaande Amsterdamse Stadsdorpen op te richten.” Tussen idee en uitvoering staan nogal eens dingen, zegt ze. “Want hoe begin je eigenlijk in hemelsnaam? Ik merkte dat een ‘vaste’ omgeving om LHBT-ers heen niet zo vanzelfsprekend was. Want niet iedere roze oudere heeft een familie in de buurt. Maar er is wel een grote community.” Eens in de maand ontmoeten de ‘roze stadsdorpers’ elkaar voor een borrel in de buurt. Ineke benadrukt echter dat het meer dan een borrelgezelschap is. “Zo wordt er ook gebridged, gekookt, gebiljart, gesquasht en gewandeld. En als iemand hulp nodig heeft proberen we elkaar zo goed mogelijk te helpen.”

Honderduit vertelt Ineke over haar vrijwilligerswerk. Ze is bijna niet te stuiten. Door mensen die haar nog niet kennen wordt ze weleens gezien als streng en afstandelijk, maar wie haar kent weet wel beter. “Ik ben me ervan bewust maar ik kan daar niets aan veranderen.” Perfectionisme lijkt haar te zijn aangeboren, geeft ze toe. “Ik vind het belangrijk altijd de puntjes op de i te zetten.”

Uitgangspunt van de ‘roze stadsdorpen’ is om samen actief te blijven en je netwerk houden

Actief

Haar idee slaat aan en direct heeft ze enthousiaste mensen om zich heen. Het roze stadsdorp voorziet in een behoefte, zegt ze. “Volgend voorjaar voorjaar vieren we ons lustrum.” Hoe ziet het er precies uit? “Je ontmoet en ondersteunt elkaar. Het gaat erom elkaar te helpen en dingen te organiseren. Uitgangspunt is in de kern samen actief te blijven en je netwerk houden.” Op dit moment tellen de stadsdorpen honderden leden. “Door de stad heen hebben we buurtgroepen. In Zuid zijn dat er nu drie: de Pijp/Rivierenbuurt, de Hoofddorppleinbuurt en de Willemsparkbuurt.”“Buitenveldert liep niet goed, maar we zijn bezig de groep nieuw leven in te blazen.” Af en toe nadenkt over het ouder worden. Want hoe het wendt of keert, als roze oudere heb je vaak geen kinderen waar je op terug kunt vallen, zegt ze zachtjes.

Koken

Koken is één van haar grote passies. Als kind kookte ze al de sterren van de hemel. Niet verwonderlijk dat ze, samen met enkele anderen, een roze eetgroep oprichtte. De club bestaat sinds begin vorig jaar en mag zich inmiddels verheugen in een grote belangstelling. “Inmiddels hebben we vijftien actieve leden. Eens in de zes maken komen we bij elkaar in de de buurtkamer ‘Baarshaven’. Het zijn allemaal mensen met hele verschillende achtergronden en dat maakt het juist zo leuk.” Zelf mist ze vrijwel nooit een avond. “Het is lekker en leuk.”
Het blijkt in korte tijd een groep kennissen te zijn geworden die elkaar goed aanvoelt. “Iedereen draagt zijn of haar steentje bij. Kok Gordon zwaait de scepter in de keuken. Hij bedenkt vaak de menu’s. Elke kookavond zetten we met z’n allen iets goeds voor.” In haar spaarzame vrije tijd bakt ze thuis taarten en maakt ze bijzondere bonbons. Ineke geeft toe dat ze een snoeper is. “Maar ik kan me goed beheersen hoor.”

Hart

Amsterdam-Zuid heeft haar hart gestolen. Het is een prettige wijk en het ligt bovendien goed ten opzichte van de stad en het Vondelpark. “Hier wonen mijn vriendin en ik al bijna veertig jaar. Eerst op een steenworp afstand van het Vondelpark en nu in een prachtige gemengde buurt vlakbij het Hoofddorpplein. Het huis waar we hiervoor woonden was mooi maar door de vele verdiepingen liepen we veel trappen. Als je jong bent is dat natuurlijk geen probleem. Maar nu we ouder worden wel. Zo kwamen we op het punt van verbouwen of verhuizen.” Het werd het laatste. “Nu hebben we een heerlijk appartement op de zesde etage met een riant uitzicht op de stad en de hele dag zon. En niet te vergeten is alles gelijkvloers en zijn er geen drempels. Het enige wat mis kan gaan is dat de lift uitvalt. Hier kunnen we samen oud worden.”

Mix

De diversiteit en de diverse bijzondere winkels in Zuid spreken haar met name aan. “Sociaal en etnisch is het prachtig gemixt.”Zo noemt ze spontaan de Turkse groenteboer met de meest bijzondere groenten en de keukenwinkel. Haar grote favoriet? Direct antwoordt ze: “Dat is natuurlijk de bonbonwinkel Artichoc.” Ze roemt de reuring in Zuid. In de binnenstad komt ze bijna nooit meer. “Het is me te druk, te toeristisch en te lawaaierig. Ze benadrukt dat het doodzonde is hoe de binnenstad er nu bij ligt. “Het is helemaal niets meer.”


Over haar jeugd vertelt ze: “Ik ben geboren in Rotterdam maar vertrok op mijn achttiende naar Amsterdam.” Ze groeit op in een gezin met broertjes en zusjes. “We waren allemaal heel competitief ingesteld. Zo gingen we niet voor een acht maar voor een tien.” Het moest altijd hoger en beter. “Ik was de oudste en had daardoor een groot verantwoordelijkheidsbesef.” Aan het einde van haar pubertijd merkt ze dat ze ‘anders’ is. “Ik twijfelde lang over mijn geaardheid. Ik dat doodeng. In mijn studietijd heb ik me vaak zó eenzaam gevoeld. Het was een heel moeilijke periode.”

Met jongens had ze niets, geeft ze toe.“Ik had moeite met hen. Ze waren gewoon niets voor mij. Onder vrouwen voelde ik me thuis.” Pas op haar dertigste, net na de dood van haar moeder, komt ze uit de kast. Terugblikkend: “Iemand die voor mij een voorbeeld was, had ik niet.” De film Twee vrouwen, gebaseerd op het gelijknamige boek van auteur Harry Mulisch vormde voor haar een eye-opener. “Het ging om een lesbische relatie. Het maakte ontzettend diepe indruk op mij.”


Liefde

Kort na haar coming-out ontmoet ze de liefde van haar leven. “Die eerste ontmoeting staat nog goed op haar netvlies gebrand. “Nog altijd ben ik samen met Emma.” Mijmerend: “Aan de zeventiger jaren heb ik goede herinneringen. Het was zo’n andere tijd. Veel vrijer en opener. Homoseksualiteit was toen niet zo beladen als nu.”

Telkens weer

Het geweld tegen LHBT-ers is haar een doorn in het oog. Dat uitgerekend op de dag dat de Canal Parade een lesbisch stel werd mishandeld raakt haar enorm. Is haar zelf ooit iets overkomen? Ze valt even stil: “We zijn als stel wel eens uitgescholden. Wat dat met je doet. Het is zo erg. Gewoon vreselijk.” Ze begrijpt niet waar die agressie tegen LHBT-ers vandaan komt. “Hoe ontstaat die enorme razernij? Die onbeschrijfelijk woede en het verdwijnen van het laatste laagje beschaving, verbijstert mij echt. Het klimaat is ontegenzeggelijk veranderd in de afgelopen jaren. Iedereen lijkt, mede door de komst van internet, in zijn eigen bubbel te zitten. Tegenstellingen, racisme en homohaat nemen alleen maar toe. Er lijkt geen rem meer op te zitten.” Haar ogen spreken spreken boekdelen als ze verzucht: “Het is een zaak van steeds weer uit de kast moeten komen, iedere keer uitleggen dat je ‘anders’ bent. Homoseksualiteit is geen vanzelfsprekendheid en dat maakt het zo moeilijk.” Samen hand-in-hand lopen doen Ineke en haar vrouw inmiddels niet zo snel meer.

“We zijn als stel wel eens uitgescholden.

Wat dat met je doet. Het is zo erg. Gewoon vreselijk.”

Patricia Cornwall 

Ondanks haar drukke agenda, ziet Ineke nog kans om te lezen. Ze blijkt boeken te verslinden. De lesbische auteurs Patricia Cornwall en Rita Mae Brown zijn haar favorieten. “Engelstalige literatuur is veel anders en mooier dan Nederlandstalige. Die is vaak zo zwaarmoedig.” Haar levensmotto? “Ik doe wat ik kan en dat wil ik goed doen.” Ze straalt.

Foto: Anita Muschner

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

3 thoughts on “Het roze kloppende hart van Ineke Kraus, vrijwilliger pur sang

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.