Geweld tegen LHBT’ers blijft een probleem, maar over de exacte omvang ervan is nog steeds veel onduidelijkheid. Uit cijfers van de politie blijkt dat het aantal incidenten al een paar jaar afneemt en in Amsterdam zijn de aantallen zelfs drastisch naar beneden bijgesteld. Hoe valt dat te verklaren en hoe betrouwbaar zijn deze politiecijfers?
Tekst: Peter Koop
Afgelopen april werden de nieuwste cijfers van het aantal meldingen en aangiftes van anti-homogeweld bij de politie gepubliceerd. Sinds een aantal jaren gebeurt dat als onderdeel van een rapportage over de meldingen van alle vormen van discriminatie, niet alleen bij de politie, maar ook bij het College voor de Rechten van de Mens (CRM) en de lokale en regionale antidiscriminatievoorzieningen (ADV’s) zoals bijvoorbeeld het Meldpunt Discriminatie Regio Amsterdam (MDRA).
Alleen Transgender Netwerk Nederland nam de moeite het aantal discriminatiemeldingen van transgender personen te verzamelen
Dit alles tezamen resulteerde in een even uitvoerig als moeizaam leesbaar rapport. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er nauwelijks media-aandacht voor was, laat staan dat men de specifieke cijfers over anti-homogeweld eruit wist te halen. Alleen het Transgender Netwerk Nederland (TNN) nam de moeite om het aantal discriminatiemeldingen van transgender personen te verzamelen: landelijk werden in 2018 door de politie 26 discriminatie-incidenten op grond van genderidentiteit geregistreerd, 6 meer dan in 2017. Bij TNN en andere organisaties kwamen in 2018 in totaal 87 meldingen binnen.
Cijfers voor Nederland
Wat betreft anti-homogeweld blijkt dat de politie in 2018 in totaal 847 meldingen van discriminatie op basis van seksuele gerichtheid registreerde, waarvan 95% betrekking had op homoseksuele mannen en 4% op lesbische vrouwen. In 189 gevallen betrof het fysiek geweld. Dit is een daling ten opzichte van 2017, toen er nog 239 incidenten met fysiek geweld waren en het totaal aantal meldingen op 954 lag.
Al in 2015 kwam naar voren dat homofoob geweld zelden tot een veroordeling leidt
In 2014 voerde de politie een nieuwe methode in voor de rapportage van deze incidenten. Hoe de aantallen zich sindsdien ontwikkeld hebben is te zien in de onderstaande grafiek. De oorzaken van de aanhoudende daling zijn niet duidelijk. Het kan zijn dat er daadwerkelijk minder discriminerende incidenten plaatsvinden, maar het kan net zo goed door een dalende aangiftebereidheid komen, of beide.
Al in 2015 kwam naar voren dat homofoob geweld zelden tot een veroordeling leidt. Gemiddeld komen jaarlijks 16 zaken bij het Openbaar Ministerie terecht, waarvan er slechts zeven tot veroordelingen leiden – dat geeft slachtoffers niet bepaald het gevoel dat het zinvol is om melding te maken of aangifte te doen. Zo stapt bijvoorbeeld 90% van de homomannen en 70% van de lesbische vrouwen niet naar de politie als zij slachtoffer van vandalisme zijn geworden.
Cijfers voor Amsterdam
Tegelijk met de landelijke cijfers werden ook rapportages per politieregio gepubliceerd. Amsterdam is daarbij het meest interessant omdat de politie daar al sinds 2007 de meldingen en aangiftes van anti-homogeweld registreert (zie onderstaande grafiek). Aanvankelijk werden deze aantallen elk jaar rond de Pride bekendgemaakt, maar sinds 2014 zijn ze ondergesneeuwd in de nieuwe, algemene discriminatierapporten.
De stijging in de eerste paar jaar kan waarschijnlijk verklaard worden door de toenemende bekendheid met de mogelijkheid om melding of aangifte te doen. Daarna bleef het totaal aantal incidenten vier jaar lang rond de 500 schommelen, waarvan rond de 180 fysiek geweld betroffen. Over 2014 zijn geen cijfers bekend, mogelijk door de overstap op de nieuwe rapportagemethode. Voor 2015 en 2016 werden door Ellie Lust, respectievelijk de Amsterdamse stadszender AT5 aantallen genoemd die in lijn lagen met de eerdere jaren.
In de nieuwste rapporten komen vanaf 2015 opeens veel lagere aantallen naar voren
Vervolgens doet zich iets heel merkwaardigs voor: in de nieuwste rapporten komen vanaf 2015 opeens veel lagere aantallen naar voren. Zo noemt de Regionale Monitor Discriminatie voor 2015 en 2016 slechts 185 gevallen van discriminatie wegens seksuele geaardheid – dat is dus nog slechts een derde van het niveau uit de eerdere jaren. Volgens de nieuwste cijfers registreerde de politie in 2018 in totaal 126 incidenten, wat een onverwacht laag aantal is voor een stad als Amsterdam.
Onverklaarbaar verschil
Het is duidelijk dat het opvallend grote verschil met eerdere jaren het gevolg is van de nieuwe manier van tellen en rapporteren, maar woordvoerders van zowel de Amsterdamse politie als van de landelijke korpsleiding konden niet verklaren waar dan precies de oorzaak ligt. Een politie-onderzoek uit 2013 suggereert dat de Amsterdamse politie een ruimere definitie hanteerde, waarbij bijvoorbeeld ook “geweld in de homohoreca of tussen twee partijen die homoseksueel zijn” werd meegeteld. Ook kunnen er nog andere discrepanties meespelen, maar zelfs dan is het verschil dermate groot, dat het twijfel over de betrouwbaarheid van de cijfers oproept: waren de oude te hoog, of zijn de nieuwe te laag?
Voor homofobe incidenten wordt het aantal geweldsincidenten niet meer gespecificeerd
Wat in de grafiek in het oog springt is dat de nieuwe totaalcijfers voor 2015 en 2016 vrijwel even hoog zijn als de aantallen incidenten met fysiek geweld volgens de oude telmethode. Dat moet haast wel toeval zijn aangezien de nieuwe cijfers alle soorten incidenten omvatten, van pesterij en bekladding tot aan fysiek geweld. De nieuwste rapporten geven echter alleen nog aan dat circa 15% van alle discriminatiegevallen met fysiek geweld gepaard gaan, voor homofobe incidenten wordt het aantal geweldsincidenten niet meer gespecificeerd.
Conclusie
Vanwege de lage aangiftebereidheid is het onduidelijk of het aantal homofobe incidenten inderdaad zo sterk daalt als uit de landelijke politiecijfers blijkt. In elk geval blijkt dat steeds minder LHBT’ers de gang naar de politie maken en dat kan als een zorgwekkende ontwikkeling gezien worden. Ook de onverklaarbare daling van de aantallen incidenten in Amsterdam roept de vraag op hoe realistisch deze cijfers zijn. Algemeen is men het er over eens dat de aangiftebereidheid omhoog moet, maar daarvoor zal eerst het vertrouwen in politie en justitie moeten verbeteren. Een goede eerste stap zou zijn als de cijfers over anti-LHBT-incidenten voortaan weer apart gepubliceerd worden zodat ze niet in algemene discriminatierapportages verdwijnen.
One thought on “Hoe betrouwbaar zijn de politiecijfers over het geweld tegen LHBT-ers?”