Te mijner kantore, of liever gezegd: in het restaurant daarachter, meldde zich vriend Q. De bubbels waren nog niet gebracht of hij deelde mee dat zijn man positief testte op syfilis. ‘Nou en,’ zei ik, ‘dat komt in de beste families voor.’ ‘Ja,’ antwoordde hij, ‘maar we waren al vijf jaar monogaam.’ Niet dus.
Voor seksuele omgang met meerdere personen, ook als daarnaast sprake is van een vaste relatie, bestaan verschillende termen, waarvan polygamie, polyamorie en promiscuïteit de bekendste zijn. Voor de duidelijkheid – en omdat het zo lekker typt – heb ik het meestal over polygamie. Tenminste, als het gaat over zoiets als een open relatie of het onderhouden van seksuele betrekkingen met meerdere partners.
50.000 jaar evolutie wis je niet uit met 50 jaar emancipatie
Het gesprek ging dus verder over polygamie en wat daarvan zoal de voordelen waren. Ik begon ermee dat wij mannen nu eenmaal moeten jagen, teneinde een prooi te verschalken die we meenemen naar ons hol. Wat ik wilde zeggen: 50.000 jaar evolutie wis je niet uit met 50 jaar emancipatie, hoe beschaafd we zogenaamd ook zijn tegenwoordig.
Ik kaartte ook nog aan dat mensen eigenlijk dieren zijn, die andere dieren opeten. Net als in de rest van het dierenrijk. Onder meer om die reden is vegetarisch eten onzin – de rundercarpaccio was inmiddels opgediend. Parallel daaraan ligt monogamie, betoogde ik: ‘Alleen bevers zijn monogaam; zwanen, apen en andere primaten zijn twijfelgevallen en de rest is polygaam.’
Qua seks, liefde en relaties is hij minder succesvol
Vriend Q is geen groentje. Oost-Europese achtergrond, naar Nederland gekomen na de val van de muur, met een verleden in de prostitutie. Niet dom, dus met het half – of compleet – illegaal verdiende geld een universitaire studie gevolgd, nota bene bekroond met een promotie.
Verdient een zescijferig inkomen bij een Russisch bedrijf dat activiteiten ontplooit, waarvan je kunt zeggen: op het kántje. Maar Q doet niets wat niet mag en kan in materieel opzicht alles. Huis op de gracht, Audi A6 voor de deur en als hij in het vliegtuig stapt, mag hij naar links. Mede daarom zie ik tegen hem op. Maar qua seks, liefde en relaties is hij minder succesvol en beschouwt hij mij als een rolmodel. Niet verstandig, maar daarom eten we wel af en toe samen – goddank op zijn kosten.
Opgesloten in een gouden kooi
Ik heb een fantastisch huwelijk van ruim twintig jaar met een man van mijn eigen leeftijd die ik al bijna vijfentwintig jaar ken. Tegen iedereen die de gastenkamer – lees: de playroom – betreedt, zeg ik dan ook: ‘Er is maar één nummer één. En dat blijft zo. Jij bent en blijft nummer twee tot en met laatst, afhankelijk van hoe mijn pet staat. Take it or leave it.’ En dat werkt – ook na vijfentwintig jaar.
Hetzelfde geldt eigenlijk voor iedereen in mijn omgeving van rond de 40 of ouder met een bevredigende – sorry voor de woordspeling – relatie. Men is polygaam. En iedereen die beweert monogaam te zijn, zit in een problematische verbintenis. De een voelt zich als een vlieg in een spinnenweb, de ander is opgesloten in een gouden kooi en een derde is gewoonweg te goed van vertrouwen. Net als vriend Q. Hij gaf het, zijn hertenbiefstukje verorberend, gewoon toe.
Seksuele voorkeuren kunnen wijzigen
Toen we met deze gedachtenuitwisseling klaar waren, was ik nog niet uitgeraasd. Een fles Pomerol fungeert altijd als efficiënte brandstof als mijn motor eenmaal tot ontbranding is gekomen. Ik startte dus een uiteenzetting over het verschil tussen positieve en negatieve jaloezie – iets van iemand willen, respectievelijk iets iemand misgunnen – en ging door over het verschijnsel dat seksuele voorkeuren kunnen wijzigen.
Toen ik 14 was viel ik uitsluitend op blond, maar vanaf mijn 30ste moest er wel minimaal een kleurtje aan zitten. Wie weet hoe het ervoor staat als ik 60 ben. Daar moest Q wel om lachen: ik word dit jaar 50, dus die evolutie naar wie of wat dan ook maakt hij zelf nog mee, want hij is even oud als ik.
Een vrij jonge moeder die nog volop actief is
Ik vroeg hem of hij mijn mening deelde dat vrouwen stoppen met seks rond hun 40ste en dat mannen doorgaan tot ze twee keer zo oud zijn. En als ze al die jaren dezelfde sekspartner hebben, dat vroeg of laat gaat vervelen. Het 40ste levensjaar, dat kon Q niet beamen. Hij heeft een vrij jonge moeder die nog volop actief is. Maar hij gaf toe: 60 jaar lang dezelfde man naast je hebben liggen, is niet altijd even inspirerend.
Kortom, vatte ik een en ander voor hem samen: monogamie zuigt. Het is een uitvinding van heteromensen die hun geld en hun genen willen doorgeven. Voor homomannen als Q en ik is het dus flauwekul. Daarbij: ik heb geen geld. En mijn genen doorgeven, is ook al geen goed idee: één Norbert Splint is meer dan voldoende.
Nippend aan een glas Hennessy was Q het roerend met me eens.
Norbert Splint
Norbert Splint (1969) is tekstschrijver en journalist. Hij studeerde Nederlandse Taal- en Letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en publiceerde in 2015 de roman ‘De ZorgPartij’. Vorig jaar kwam zijn verhalenbundel ‘Dood kind’ uit.
One thought on “Monogamie zuigt”