Kleurtjes

Het was maar een klein berichtje ergens op social media: “Manchester Pride adopts new rainbow flag with black and brown stripes”.

In het artikel stond dat “the eight-stripe flag will be their official banner for all 2019 events”. In navolging van de Amerikaanse stad Philadelphia – die in 2017 al voor de achtkleurige vlag koos – besloot Manchester onlangs het veertig jaar oude originele ontwerp van Gilbert Baker aan te passen.

En waarom ook niet?

Natuurlijk valt er wat te zeggen voor het standpunt dat “andersgeaardheid” en “andersgekleurdheid” twee verschillende zaken zijn en zich lastig laten verenigen in één en dezelfde vlag, maar wie ben ik als een minderheid (binnen een minderheid) de behoefte voelt zich wat nadrukkelijker te uiten?

Ik geloof eerder in inclusiviteit en in voortschrijdend inzicht dan in het adagium “alles maar bij het oude houden”. Zo werd onze lhbt+ gemeenschap afgelopen tijd ook niet vrolijk van christenen die een Nashvilleverklaring ondertekenden om uitdrukking te geven aan hun wens alles bij het oude te laten.

Waarom zouden we met onze vlag geen aandacht kunnen vragen voor maatschappelijke vraagstukken die ook onze eigen gemeenschap raken?

Een streepje grijs erbij om aandacht te vragen voor roze ouderen? In de linkerbovenhoek de Tsjetsjeense, Nigeriaanse of Iraanse vlag, als symbool voor alle landen waar onze gemeenschap nog onderdrukt en vervolgd wordt? Een druppeltje rood in de zwarte balk om aandacht te vragen voor de hiv- en aidsproblematiek in Afrika (en het jaar daarop het druppeltje rood in de gele balk om Azië een hart onder de riem te steken)? Een groen blaadje in de blauwe balk om aandacht te vragen voor onze arme en hongerige zusters en broeders?

Een maatschappij, een minderheid, een subcultuur, een gemeenschap is gezond als deze dynamisch en aan veranderingen onderhevig is.

Zo kan ik me nog goed herinneren dat ik in de jaren tachtig aanwezig was bij een ‘roze’ festival in Amsterdam en dat daar een marktkraampje stond van vereniging Martijn, de in 2012 verboden vereniging met haar positieve standpunt ten aanzien van pedofilie.

Toen heel normaal, nu bijna onvoorstelbaar.

En toch las ik vorige week met veel interesse de blog van mijn gewaardeerde collegaschrijver Joep Heldoorn van het blad ‘Hello Gorgeous’ met de titel: “Pedofielen door COC in de kou gezet,” waarin hij pleit dat het COC de taak en de infrastructuur heeft “om een einde te maken aan het stelselmatig stigmatiseren van pedofielen als vieze kinderverkrachters”.

Begrijp me goed: ik weet niet of vereniging Martijn destijds een plek moest hebben op Roze Zaterdag en ik pleit geenszins voor een kindertekening op onze regenboogvlag, maar ik vind het wel heel moedig dat iemand als Heldoorn in deze tijd van haast openlijke heksenjachten op pedofielen dit thema durft aan te roeren. Een thema dat, opvallend genoeg, dertig jaar geleden helemaal geen issue was.

Hoezeer deze thematiek ons ook tegenstaat, hoezeer wij op dit moment in de geschiedenis alles wat met pedofilie te maken heeft het liefst zo snel mogelijk willen veroordelen, willen verbieden en willen begraven, het openbreken van de discussie toont wel precies wat onze gemeenschap juist zo sterk maakt: discussie, bevraging, voortschrijdend inzicht, beweging, reuring, maatschappelijke verandering.

Dynamiek.

Ook als het lastige onderwerpen betreft.

Ik kan als blanke homoseksueel niet aanvoelen hoezeer de gekleurde homoseksuele gemeenschap de behoefte voelt zich apart te willen uiten.

Ik kan als ongelovige misschien moeilijk voorstellen dat er mensen zijn die perse homoseksualiteit en religie willen uiten.

Ik heb nu nog geen moeite met ouder worden, maar wellicht dat ik mij in de toekomst wel bezig zal moeten gaan houden met oud-roze zaken omdat ik dan achtergesteld, vergeten of gediscrimineerd word.

Wie ben ik om deze wensen tot uiten te negeren?

Is het niet juist door emancipatie en het uiten van deze wensen dat we tot meer gelijkheid zullen komen? Tot meer begrip. Tot meer inzicht.

Tot meer hulpverlening in plaats van vervolging.

Misschien dat onze regenboogvlag af en toe uitstapjes moet maken om over een heel, heel, heel lange tijd weer terug te kunnen keren naar de oorspronkelijke zeskleurige vlag.

Niet omdat we zes kleuren nu zoveel mooier vinden, maar omdat wij dan binnen onze eigen gemeenschap – als eerste groepering ter wereld – álle problemen van élke ongelijkheid weggewerkt hebben.

Mijn regenboogvlag is een vlag van emancipatie. Van vooruitgang. Van dynamiek. Van hoop.

En hoop mag best eventjes in zijn eigen kleurtje gedijen.

Paars, geel, oranje, rood, legergroen, politieblauw, bruin, zwart, grijs.

En voor onze drag queens: een band fuchsia met turquoise stippen.


Die anderen ziet
overstromend van roze
als oleander tussen het grind
zonder lief te mogen hebben

Hij zal bezinnen

Die kleur niet wil veronachtzamen
niet schouderophalend leven wil
wereld om zich heen niet langer
liefde als grijs fungus wil zien uitwasemen
noch wil helpen saaiheid van donkerblauwe uniformiteit te verspreiden
niet met nachtmerries van donkerbruine eenheid wil leuren
noch als lafaard wil wegzakken in vaalgroen moeraszuur van jaloezie

hij schat elke kleur op waarde
hij verklaart de wereld de oorlog van de regenboog
en zal beginnen

middagblauw en schemerpaars in toevluchtsoord toe te passen

de zachte huid van wereldbeeld met vroegavondrood en laatavondpaars te wassen

zal angst veranderen in hoop
zal anderen toestaan te beminnen


Rick van der Made

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

2 thoughts on “Kleurtjes

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.