Sint-Maikel 

Ondanks alle extra begeleiding, ging hij steeds vreemder gedrag vertonen: hij trok zich steeds meer terug in zijn eigen wereld, hij sloot zich steeds vaker op op het toilet, liep gewoon weg van school als hij geen zin meer had en na een aantal weken wist hij van achteren niet meer wat hij van voren moest doen.

Hij dwaalde vaak als enige nog door de gangen op zoek naar het juiste lokaal en gedurende mijn les Frans riep hij regelmatig heel hard door de klas dat hij er niets van snapte. Als ik dan naar hem toe liep had hij zijn wiskundeboek voor zich liggen. Of zijn aardrijkskundeboek. Of zijn biologieboek.

“We zijn nu eigenlijk wel met Frans bezig, Maikel, en niet met wiskunde,’ zei ik dan maar zachtjes. Maikel keek me met zijn o zo vriendelijke, zachte ogen aan alsof hij water zag branden. Dan ging ik snel naast hem zitten en probeerde hem zo goed en zo kwaad mogelijk met zijn wiskunde, aardrijkskunde of biologie te helpen, terwijl de rest van de klas in het Franse werkboek bezig was.

Je suis, tu es, il est…

la géographie, les maths, la biologie…

Tijdens de kerstviering speelde Maikel mee met het kerststukje dat mijn klas verzonnen en in elkaar gezet had. Op het toneel liep hij met vleugeltjes om verward over het toneel, zonder zich te herinneren wat hij moest doen. Vanuit de coulissen probeerde ik hem nog wat te sturen, maar Maikel was Maikel: die liet zich niet sturen en speelde eigenlijk gewoon zichzelf: een lief, verward engeltje dat niet wist welke kant het op moest.

Begin negentienzevenennegentig kreeg ik kort achter elkaar drie keer een klaplong (links, rechts, links) en moest geopereerd worden. Ik lag lange tijd in het ziekenhuis en was voor nog langere tijd uit de roulatie.

De vervanger voor mijn lessen was een jongedame die ik verder nooit ontmoet heb. Ik weet alleen nog dat ze de feeërieke naam Zoubida Badi droeg en ik hoorde al snel dat ze hartstikke streng was.

Op gegeven moment gaf een van de verpleegkundigen mij een envelop. Op de voorkant stond alleen ‘Meneer van der Made.’ Op de achterkant stond “Maikel”. “Het duurde even voordat we wisten dat deze kaart voor jou was,” zei de verpleegkundige. “Er stond verder niets op.”

Ik maakte de envelop open en trok er een dubbele beterschapskaart uit. Ik vouwde hem open en over de gehele lengte van de kaart stond in koeienletters geschreven:

“BEVRIJD ONS VAN DEZE HEKS!!!”

Verder stond er helemaal niets. Geen ‘Beterschap’, geen ‘Houdoe’, geen ‘Groetjes van Maikel.’

Na de grote vakantie ging Maikel naar een andere school. Hij had het bij ons niet gered en zou op een andere school met kleinere klassen en wat meer begeleiding vast en zeker beter tot zijn recht komen.

In mijn postvak lag een envelop. Op de voorkant stond “Meneer van der Made”. Ik herkende Maikels handschrift. In de envelop zat een kerstkaart.

Het was begin juli.

Er stond niets op de kerstkaart.

Ik heb Maikel nooit meer gezien. Zo’n vijftien jaar later hoorde ik van een oud-leerling dat Maikel na een leven vol psychiatrie ervoor gekozen had uit het leven te stappen. Hij was zevenentwintig jaar geworden.

Maikels kaarten heb ik nog, als aandenken aan de tijd dat ik zijn docent en mentor was. Met kerstmis denk ik altijd even aan Maikel en aan de kerstkaart die ik van hem kreeg.

In juli.

Ik vermoed dat zijn naamgenoot, aartsengel Michael, hem een beetje onder zijn hoede genomen heeft daarboven en met een glimlach naar Maikel kijkt, die met zijn lieve, verbaasde uitdrukking op zijn gezicht en met zijn vleugeltjes om, gezeten op een hemelwolkje, nog steeds niet goed weet welke richting hij nou precies op moet.

Blijf maar lekker wolkdrijven daarboven, Maikel.

Het is kerstmis.

Ik denk aan je.

Het ga je goed, jongen.


In het verhaal
tweeduizend achttien
beland ik op de
laatste pagina’s,

Ik lees over een engel
met roestig halo en
tweedehands vleugels
die achter wolkensliert
haveloos gewaad uittrekt
om enkele zinnen later
eenzaam te sterven.

Over enkele alinea’s
sluit ik het boek

zoals ik ooit het graf
van mijn ouders gesloten heb:

met weemoed.

Ik weet:
de een-na-laatste pagina
is mooier
dan de allerlaatste pagina.

En minder stompzinnig.

Zoals elk einde
Minder mooi en stompzinniger is.

Kaft.
Of graf.

Het nog-net-niet-definitieve
van het een-na-laatste staat
al wat nog ontdekt dient te worden
in de weg en ik moet
de bladzijde omslaan.

In het ochtendgloren
van de laatste dag
zal ik de leliewitte kaft van
een nieuw verhaal
uit de kast trekken.

Door de bladzijden heen
hoor ik iets fladderen.

Ik hoop dat het zachte,
leliewitte vleugels zijn

Zoals elk begin
zacht
en leliewit is


Ik wens u fijne feestdagen en een gelukkig, engelachtig 2019 toe.

Rick van der Made

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

One thought on “Sint-Maikel 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Geverifieerd door MonsterInsights