Mijn kop in het zand steken, dat was mijn eerste reactie toen ik op social media las over de intocht van Sinterklaas en Zwarte Piet. Ik voelde een soort angstige misselijkheid zich van mij meester maken. Het gevoel dat ik vroeger had als ik een spreekbeurt moest geven op school.
Ik heb mijn best gedaan om me in te lezen en goed te luisteren naar voor- en tegenstanders van zwarte piet. De waarde van traditie, de historie hoe zwarte piet is ontstaan, het is een kinderfeest, het is racisme, het is een negatieve stereotypering. Het is inderdaad een kinderfeest, een feest voor alle kinderen, nou ja, zo zou het moeten zijn. Het is alles behalve feestelijk, dat mensen met een donkere huidskleur neerbuigende opmerkingen naar hun hoofd geslingerd krijgen.
Verbeeldingskracht van kinderen
Het veranderen van zwarte piet in een personage dat geen stereotypering oproept, doet dit iets af aan de ‘magie’ van het sinterklaasfeest? Ik denk dat we dan de verbeeldingskracht van kinderen onderschatten. Is het voor volwassenen echt zo’n groot probleem om een traditie iets aan te passen, zodat het voor alle kinderen een leuk feest kan zijn?
Terug naar het angstige gevoel. Ik zag hooligans en groeperingen ter rechter zijde van de PVV een vreedzame en toegestane demonstratie tegenhouden met spreekkoren en eieren. Er werden bananen uitgedeeld en die anti piet-demonstranten moesten vooral oprotten of zich aanpassen.
Dezelfde hooligans die zich elk weekend van hun homofobe kant laten horen in voetbalstadions. Dezelfde mensen die over gendergekte durven te spreken wanneer de NS zijn boodschap aanpast: geen dames en heren meer, maar beste reizigers. Dezelfde mensen die zeggen dat je best LHBT+ mag zijn, zolang je maar normaal doet.
We zijn de kunst van het luisteren verloren
Moeten LHBT+ ers ook maar buigen voor de geldende heteronormen, moeten ook wij ons aanpassen of oprotten? Het gemak waarmee gevoelens van minderheden terzijde wordt geschoven, onder druk van een steeds enger wordende definitie van de gewone, normale Nederlander, beangstigt me.
We zijn de kunst van het luisteren verloren, we luisteren alleen nog maar om te reageren, terwijl luisteren om te begrijpen voor verbondenheid, ruimte en begrip zorgt. Wanneer de rechten en of gevoelens van een minderheid weggehoond worden, heeft dit een negatieve impact op alle minderheden.
In de jaren negentig, mijn tienerjaren, heb ik zelf zwarte piet gespeeld, zelf met een Surinaams accent, want dat deden we toen. Was ik een racist? Nee, ik was onwetend. Was wat ik deed racistisch? Ja, enorm! Pijnlijk om aan terug te denken, maar schamen doe ik me niet. Je kan pas echt iets helemaal fout doen als je weet hoe het goed moet.
Vragen stellen
Deze laatste zin gebruik ik vaak tijden de LHBT+ voorlichtingen die ik geef op middelbare scholen. Het schelden met homo, gay en flikker is een gewoonte, de leerlingen bedoelen er niets mee. Ik leg de leerlingen uit dat deze scheldwoorden zorgen voor een enorm onveilig gevoel bij hun LHBT+ medeleerlingen en dat het onveilige schoolklimaat verwoestende gevolgen heeft voor LHBT+ leerlingen. Ik ben niet boos op de leerlingen, ze wisten niet beter. “Ik hoop dat jullie kritisch naar je eigen gedrag kijken. Nu je beter weet, betekent dit voor jou dat je ook beter gaat doen? Behandel je de ander zoals jezelf graag behandeld wil worden?” Zoiets zeg ik dan.
Tijdens de intocht is het heel duidelijk geworden dat dit vragen zijn die we ons allemaal vaker moeten stellen.
Hilbrand Bonthuis
Hilbrand Bonthuis (41, Bolsward) zet zich in voor diversiteit door o.a. LHBT-voorlichting te geven op scholen. Hij spreekt zich uit voor een meer inclusieve samenleving. “In the end we will remember not the words of our enemies but the silence of our friends.” (Martin Luther King)