Ik heb het gevoel me al snel op glad ijs te begeven als ik me uit wil spreken over de onafhankelijke rechtspraak in dit land. Ik wil niet, in navolging van Wilders, de rechtspraak ondermijnen door over ‘neprechtbank’ te reppen, of door te zeggen dat dit land ziek is.
Ik ben geen rechter, geen advocaat en geen aanklager en ik heb geen enkel dossier gelezen, maar ik ben nu eenmaal wel een ‘roze’ ingezetene van dit land die indirect met deze uitspraak wél te maken krijgt: als iemand mij uitscheldt voor ‘kankerhomo’ ben ik volgens deze rechter niet langer slachtoffer van verbaal homogeweld.
Ik las op de RTL-nieuwsapp dat taaldeskundige Rob Tempelaar vond dat de rechter zich met de uitspraak eveneens op glad ijs begeeft.
“Ergens begrijp ik het wel, want ‘kanker’ is een versterkend voorvoegsel geworden. Het betekent ‘heel erg'”, legt Tempelaar uit. “Maar veel mensen voelen dat niet zo. Voor veel jongeren is het heel gebruikelijk, maar ouderen denken dan meteen aan de ziekte.”
Tempelaar denkt dat er sprake is van een generatiekloof. “Het scheldwoord ‘kolere’ komt van cholera. Dat was vroeger een heel erg woord, maar nu niet meer. Net als tering. In dit geval wordt het woord ‘kanker’ als een uiterst grof scheldwoord gebruikt. Ik denk dat de rechter naar de context had moeten kijken. De uitspraak is duidelijk anti-homo”, zegt Tempelaar. Tenminste, nu dan. “Over vijftig jaar vinden we kankerhomo of kankerflikker misschien heel normaal.”
Over vijftig jaar.
Misschien.
Ik vind ‘kankerhomo’ niet normaal. Vroeger niet. Nu niet. En de komende twintig jaar waarschijnlijk ook niet. Ook al hoort het wellicht thuis bij de hedendaagse jongerenstraattaal, dat wil nog niet zeggen dat die straattaal ‘normaal’ is. Net zomin als dat het normaal is als een rechter met een hoodie op, met een blow tussen zijn lippen en met veel te veel bling bling aan zijn vingers en om zijn nek rechtspreekt.
Daar is het een jongerentaal voor. Daar is het straattaal voor. Een taal die alleen binnen een bepaalde “scene” gesproken wordt, maar die bij lange na niet de “normale” taal is; er hooguit hier en daar tegen aanschurkt.
Voor een jongerentaal heb je jongeren nodig. Jongeren zijn niet normaal want daar zijn het jongeren voor. Die bewegen alle kanten op, hebben last van hormonen en groeistuipen, experimenteren erop los en maken fouten waarbij ze hopelijk op juiste wijze door volwassenen gecorrigeerd worden.
Inderdaad, straffen alleen heeft weinig zin. En de jongeren opsluiten doet de kans op recidive alleen maar vergroten.
Toen ik lesgaf aan een Hogeschool Pedagogiek, leerde ik mijn studenten dan ook dat straffen van kinderen en jongeren een opvoedingsmiddel is dat eigenlijk alleen effect heeft als er uitleg bij gegeven wordt: de gestrafte moet er iets van leren. Er moet een pedagogisch, opvoedend effect vanuit gaan. Het kind moet weten waarom het gestraft wordt. Zo wordt straffen geen middel van een autoritaire opvoedingsstijl, maar een middel van de ‘autoritatieve opvoedingsstijl’. In het kort Is dat een opvoedingsstijl die redelijke grenzen trekt, betrokkenheid, begrip en acceptatie toont, uitleg toont, haalbare eisen stelt en dit alles met gezag doet.
Met het taalgebruik van deze jongeren meegaan en melden dat “kankerhomo” normaal taalgebruik is, is niets anders dan een slappe laissez-faire opvoedingsstijl, waarbij de volwassene niet kijkt naar wat goed is voor de jongere, maar zich er met een jantje-van-leiden van af wil maken om zo populair mogelijk bij de jongere over te komen. Een slechter voorbeeld van een volwassene voor een jongere is nauwelijks denkbaar. Een minder gezagvolle eveneens.
Had de rechter echt gezag willen tonen, zoals benodigd bij goede opvoeding, dan had hij ten overstaan van de jongeren het taalgebruik moeten veroordelen zonder de jongeren meteen in de bak te smijten. Hij had ze moeten melden dat dit taalgebruik niet de manier is waarop we in dit land met elkaar om willen gaan en hij had wat mij betreft de daders met slachtoffers van homogeweld in contact kunnen brengen. Hij had zijn afschuw over het naar mijn mening lelijke woord ‘kankerhomo’ kunnen uitspreken om vervolgens de mannetjes naar het COC of naar Slachtofferhulp te sturen om daar hun taakstraffen uit te voeren. Hij had moeten uitleggen waarom het woord wel degelijk kwetsend en beledigend is en wat het voor homoseksuelen betekent om met dit woord aangesproken te worden.
Ik pleit helemaal niet voor strenger straffen in het algemeen en ik pleit al helemaal niet voor opsluiting van deze jongeren in het bijzonder.
Ik pleit wel voor bescherming van een minderheid die sinds mensenheugenis last heeft van onderdrukking en agressie. Non-verbaal en verbaal.
Ik pleit wel voor het op juiste wijze begeleiden van jongeren als deze dreigen te ontsporen of reeds ontspoord zijn.
Als we als volwassenen niet durven opvoeden, als we als volwassenen kwetsbare minderheden geen bescherming willen bieden, als we als volwassenen het verbale geweld bij jongeren nu geen halt durven toeroepen, als we jongerentaalgebruik maar heel normaal gaan vinden, dan moeten we niet vreemd staan te kijken als er over vijftig jaar meer homo’s dan nu in elkaar geslagen zullen worden.
Ja, misschien begeef ik me op glad ijs als ik de uitspraak van deze rechter in twijfel trek.
Maar ik vraag me sinds de uitspraak nog steeds af wat de jongeren tegen de rechter zeiden toen ze de rechtszaal verlieten.
“Dikke doei en boks ouwe”?
Leef volgens de wet van de kwetsbare moed
Een wet die wat formules kent
Wees authentiek, houd van alles wat je doet
Wees nimmer bang voor wie je bent
Handel als de held uit je kinderdromen
Droom van zachtheid, droom onbegrensd
Laat hen die lelijk doen niet nader komen
Maar wat jou mooi maakt is gewenst
Open je hart en gooi open de ramen
Blijf verwijderd van jaloezie
En word je ooit omringd door onbekwamen
Pak bij keuzes dan de regie
Gebruik je verdriet en leer ook van de pijn
Vermijd lang zelfmedelijden
Als angst en depressie reisgenoten zijn
Laat ze richting zonlicht rijden
Laat je nimmer verblinden door schone schijn
Prik door opgeblazen ballon
Laat zien wat de ander echt zou kunnen zijn
Als deze niet zoveel verzon
De uitkomst van dit leven staat meestal vast
Want als je de formule kent
Weet je dat kwetsbaarheid tonen aanvoelt als last
Terwijl je dan misschien wel het moedigst bent
Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter en columnist. Hij studeerde Frans, Engels en Pedagogiek. De dichtbundels ‘Wereldreiziger’, ‘Memoires van Huisman’ en ‘Het jaar van de arend’ zijn van zijn hand.
2 thoughts on “Kankerhomo”