Terence Kasman (40) is homoseksueel, maar ‘zit vuistdiep’ in de heteroporno. Elke ochtend begeeft hij zich naar een kantoor op loopafstand om virtueel mannen middels vrouwen blij te maken. Hij woont samen met een meneer met wie hij een ingewikkelde relatie onderhoudt (of juist niet). En ook met twee Beagles en twee bejaarde katten.
Door: Norbert Splint
1) Wat zijn je belangrijkste karaktereigenschappen?
Optimistisch; een glas is voor mij altijd half vol en ik zie en/of zoek altijd de positieve kant van een situatie. Open minded; niks is (te) gek, iedereen en alles heeft een plekje in de wereld. Ik mag het dan niet begrijpen, maar dat betekent niet dat het niet goed is.
2) Wie zijn de grootste voorbeelden in jouw leven?
Heel cliché waarschijnlijk, maar mijn moeder is één van de grootste voorbeelden. Ze heeft me geleerd hoe ik een balans kan vinden tussen verplichting en plezier. Zij staat aan de basis van mijn kijk op de wereld. Verder zijn mannen en vrouwen die altijd zichzelf zijn ondanks wat de maatschappij van ze zegt en denkt voorbeelden voor mij. Naar mijn idee zou iedereen meer moeten zijn wie ze zijn zonder dat ze zich zorgen maken over wat anderen van hen denken.
3) Hoe identificeer je jezelf in gender en seksualiteit?
I’m a proud gay man!
4) Vind je het belangrijk om jezelf ook als zodanig te profileren naar anderen toe?
Ik ben wie ik ben. Mijn seksualiteit is een onderdeel van wie ik ben, maar het is niet het enige wat ik ben. Verbergen doe ik het niet, dat heb ik al die jaren dat ik in de kast zat gedaan, maar ik schreeuw het ook niet van de daken. Nu moet ik toegeven dat het bij mij naar alle waarschijnlijkheid overduidelijk is, dus dat schreeuwen is niet echt noodzakelijk.
5) Wat vind je het meest aantrekkelijk in een andere persoon?
Humor! Iemand die kan lachen om zichzelf en kan lachen om de “silly things” kan ik bijzonder aantrekkelijk vinden. En ogen! Als iemand mooie ogen heeft dan kan ik helemaal van slag raken.
6) Wat is het meest positieve dat je ooit hebt ondervonden aan niet-hetero zijn?
Geen kinderen. Neefjes en nichtjes (en petekind) geven me wel de lusten, maar niet de lasten van kinderen. Niks is zo fijn als een dag met een kleine door te brengen en plezier te hebben en dan weer af te geven aan de ouders terwijl het kind volgepropt is met snoep en suiker.
7) Wat is het meest negatieve dat je ooit hebt ondervonden aan niet-hetero zijn?
Het feit dat als ik ’s avonds over straat loop en een groep jongeren zie aan mijn kant van de straat en dat ik erover na moet denken of ik doorloop of oversteek om aan de andere kant van de weg te gaan lopen.
8) Wat zou er per morgen gedaan moeten worden om de positie van LHBT+’ers te veranderen?
Het onderlinge “gekibbel” binnen de LHBT+ groep zou afgelopen moeten zijn. Er zijn genoeg gevechten die nog gevoerd moeten worden om bewustwording en acceptatie te creëren in de maatschappij zonder dat er energie verspild wordt aan “gekibbel” onderling. Hoe kunnen we bewustwording en acceptatie verwachten van anderen als wij dat naar elkaar toe niet eens kunnen opbrengen?
9) Hoe zou je het liefst herinnerd willen worden?
Als een lieve, gezellige en tikkeltje gestoorde persoon die van het leven genoot.
10) Wat is je motto?
“Life’s a bitch and then you die! So you might as well get used to it and learn to enjoy it!”
Marcel Proust kennen we onder andere van zijn beroemde vragenlijst (questionnaire) aan de hand waarvan een beeld van een persoon ontstaat in wat we vandaag de dag ‘soundbites’ zouden noemen. Door de jaren heen hebben verschillende beroemdheden de vragenlijst ingevuld.
De Gaykrant bevraagt in ProfieLHBT+ aan de hand van een eigen variant op de vragenreeks steeds een persoon die zich onderdeel voelt van de regenboogcommunity. Beroemd of niet beroemd, rijk of arm, spierwit of pikzwart (m/v): alle LHBT-ers komen in aanmerking. Idee: Christian Curré.
•••
Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?
Klik hier voor meer informatie!
