Ik lig in bed met mijn vrouw. We hebben seks. Na Milkshake voel ik me gay, ook nog zoals we nu samen zijn. De seks is goed en ik voel me met haar verbonden. Hoe ik me voel en bezie, kan ik moeilijk aan elkaar verbinden. Je gay voelen en naar een vrouw verlangen. Dat past niet in het hetgeen wij als groep met taal vastleggen hoe wij de werkelijkheid die wij voor waar houden construeren.
Taal beperkt. Ik vermoed dat ik wel snap waarom ik me gay voel vandaag. Want na Milkshake voel ik me vooral niet hetero. Niet hetero zijn betekent in het vocabulaire waarmee ik ben groot geworden automatisch gay zijn. Eigenlijk zou ik willen voelen: niet-monoseksueel of iets dergelijks. Want dat is hoe ik het gevoel van gay zijn het beste kan omschrijven. Ingewikkeld? Voor mij zeker. Maar, ik voel me er goed bij en het geeft me geluk.
Niet-monoseksuele identiteiten is voor mij een begrip dat ik de laatste jaren heb leren kennen. Ik heb het nooit geleerd en het zeker niet in wat voor praktijk in de werkelijkheid in mijn (vroege) jeugd en erna meegekregen. Ik moest en moet nog steeds die zelf gaan maken. Niet-monoseksueel zijn is voor mij geen doorleefde term, eerder een van het verstand. Vandaag voel ik me gay. Morgen misschien biseksueel en een paar weken later wellicht weer wat anders. Ergens hoop ik dat ik meer en meer los kom van die verdraaide labels. Ik ben gewoon een minnaar en doe de liefde en lust.
De toekomst van de liefde is een minnaar zijn, zonder labels. Ik ben dol op het motto van Milkshake festival: for all who love. Deze zaterdag vaart deze minnaar mee met de BiBoot die de toekomst van liefde uitdraagt: de boot is voor all who love.
Joshua Zandberg is voorzitter van het Landelijke Netwerk Biseksualiteit en elke week schrijft hij een column over zijn leven als bi-man.
Lees hier zijn column van vorige week: ‘Try Tom!’