Oscar Wilde en Payam Feili 

Ik ga zeker ‘The Happy Prince’ in de bioscoop bekijken. Het verhaal over Oscar Wilde – die volgens de kritieken die ik gelezen heb magistraal wordt neergezet door Rupert Everett – blijft mooi en schokkend tegelijk. En in de film wordt de – vaak onderbelichte – periode van het leven van Wilde in beeld gebracht: de periode na diens veroordeling voor “onzedelijke (lees: homoseksuele) handelingen”. Na de twee jaar gevangenisstraf en dwangarbeid ging het met Wilde snel bergafwaarts. Hij stierf berooid, verguisd en eenzaam (en op zijn sterfbed tot het katholicisme bekeerd) in negentienhonderd op zesenveertigjarige leeftijd in Parijs. 

“De strijd om acceptatie van homoseksualiteit begon bij het leven van Oscar Wilde,” zegt Everett in een interview. “Homoseksualiteit was daarvoor niet eens een woord. Er werd pas over gesproken nadat Wildes leven was uitgegroeid tot een schandaal. De homobevrijdingsbeweging? Begonnen met Wilde.”

Toen ik lesgaf op een middelbare school in Breda en later op een HBO-opleiding Pedagogiek in Tilburg, gaf ik aan mijn leerlingen en studenten elk jaar wel iets mee van schrijvers als Wilde, Cocteau, Genet, Cunningham of Leavitt. Maar ook schrijvers als Tahar Ben Jelloun (Marokko), Assia Djebar (Algerije), Nobelprijswinnaar Nagieb Mahfoez (Egypte), Frank Martinus Arion (Curaçao), Nazim Hikmet (Turkije) en Anil Ramdas (Suriname) kwamen regelmatig voorbij.

Soms een boek, soms een verhaal, andere keren wat citaten, een interview of een korte bloemlezing. Ik wilde mijn leerlingen en studenten, waaronder redelijk wat van allochtone komaf, niet alleen aan het lezen zetten, maar ook enigszins voorbereid en onbevooroordeeld de diverse, multiculturele toekomst insturen.

Het enige wat in die tijd moeilijk te vinden was, waren grote schrijvers met een islamitische achtergrond of uit islamitische landen die expliciet over homoseksualiteit schreven. Maar goed, je kunt nu eenmaal niet alles hebben, en veel auteurs schreven (en schrijven) er rakelings toch over, dus dan gebruikte ik deze maar. Zolang ik lesgaf, is die ‘homoseksualiteit in de islamitische literaire kantlijn’ voor mij altijd een punt van zorg gebleven.

Dat lesgeven doe ik al geruime tijd niet meer. Inmiddels zijn er in islamitische landen openlijk homoseksuele schrijvers verschenen die expliciet over homoseksualiteit schrijven en dan blijkt in veel gevallen de geschiedenis zich toch weer te herhalen.

L’histoire se répète.

Deze schrijvers en dichters worden, net als Wilde meer dan honderd jaar geleden, verguisd, veroordeeld, opgesloten en verbannen. Persoonlijk ken ik twee van deze schrijvers.

Ik heb schrijver en dichter Payam Feili in Tel Aviv ontmoet. Hij was uit Teheran gevlucht nadat zijn boek “The Sun’s Platform” daar verboden werd en hij voor zijn leven moest vrezen. In een radio-interview voor de Israëlische radio afgelopen maart, zei Feili dat hij voor zover hij wist, op negentienjarige leeftijd de eerste Iraniër ooit is geweest die openlijk in een boek schreef dat hij homoseksueel was. Met alle gevolgen van dien. Hij besloot enkele jaren geleden naar Israël te vluchten.

In Israël kwam ik ook in aanraking met het werk van de Palestijnse schrijver Abbad Yahya. Deze schrijver is gestrand in Qatar, nadat de Palestijnse autoriteiten op de Westelijke Jordaanoever alle exemplaren van zijn laatste roman ‘Misdaad in Ramallah’ in beslag hadden genomen. Tegen de schrijver zelf loopt een arrestatiebevel. Hij wordt ervan beschuldigd in het boek ‘seksuele termen’ te hebben gebruikt. In werkelijkheid is het boek een aanklacht tegen fanatisme, religieus extremisme en komen er zaken als homoseksualiteit in voor. Het boek is door de autoriteiten in de ban gedaan.

Dit verbod werd breed bekritiseerd door Palestijnse en Arabische schrijvers en journalisten wereldwijd maar het hoofd van de Palestijnse Schrijversunie, Murad Sudani, was van mening dat “Yahya’s boek (…) druist in tegen de nationale en religieuze waarden van de Palestijnse gemeenschap om zo het Westen gerust te stellen en om prijzen te winnen”.

In een artikel in dagblad Trouw van 15 juni 2016 zet Arabist Jan-Jaap de Ruiter van de Universiteit van Tilburg de stand van zaken over de acceptatie van homoseksualiteit door enerzijds  islamitische landen en anderzijds door islamieten in Nederland helder uiteen.  Hij ziet hier in het Westen langzamerhand een islamitische voorhoede ontstaan die ruimte voor homoseksualiteit ziet.

Volgens hem dragen verschillende moslim-auteurs theologische argumenten aan voor acceptatie van homoseksualiteit. Dan wordt er bijvoorbeeld een alternatieve interpretatie gegeven van het verhaal van Lot: God zou niet in woede zijn ontstoken vanwege homoseks, maar vanwege het geweld in zijn stad. Of er wordt verwezen naar een passage in de Koran over het paradijs, waar ‘mooie knapen’ zullen zijn.

De Ruiter verwacht dat imams in het Westen dit soort interpretaties uiteindelijk zullen overnemen. “Ze hebben te maken met een wereld waarin homoseksualiteit veel beter geaccepteerd wordt. Die kunnen daar onmogelijk ongevoelig voor blijven.”

Payam Feili en Abbad Yahya zijn twee voorbeelden die kunnen helpen die gevoeligheid te vergroten.

Als ik nog les had gegeven, zou ik deze twee schrijvers zeker in mijn lessen behandeld hebben.

Een boek, een gedicht, een interview, een citaat.

Ja, ik ga zeker ‘The Happy Prince’ in de bioscoop bekijken. Want de homobevrijdingsbeweging begon bij Wilde. In het Westen, althans.

Sterker nog, ik zou met alle leerlingen en studenten van alle bovenbouwklassen van het middelbaar onderwijs, van alle ROC’s, HBO’s en universiteiten deze film willen bekijken, net als dat ik al deze jongeren het korte verhaal “I will grow, I will bear fruit” van Payam Feili zou willen laten lezen want bij hem begint misschien wel de homobevrijdingsbeweging wereldwijd.


Voor Payam Feili

(Uit de bundel: ‘Memoires van Huisman’)

Er is nimmer gebrek aan onnozelheid: jouw geloof voedt misvatting of ego. Of beide, inwisselbaar als ze zijn. Onuitwisbaar ook.

Wat maakt dat je de klim maakt naar Lenteheuvel. Wat je achterlaat zal je deren. Heimwee hoort bij dal van ontheemding dat minder diep zal zijn;

Rick van der Made en Payam Feili (Tel Aviv, november 2015)

niet omdat heuveltop slijt –hoe zou dat kunnen nu jij er woont?- maar dal zich vult met euvel van hen die niet weten wat dichten is.

Cadans uit jouw pen smoort klacht, wraakgevoelens, egoïstisch bazelen. Je plaveit pleidooi van bevrijding.

Jouw gewicht – zware mediterrane parel – perst essentie uit bestaan: daarin doop je je pen om grenzeloze liefde te beschrijven


Rick van der Made

Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter en columnist. Hij studeerde Frans, Engels en Pedagogiek. De dichtbundels ‘Wereldreiziger’, ‘Memoires van Huisman’ en ‘Het jaar van de arend’ zijn van zijn hand.

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.