Israëlische Netta zal zaterdag tijdens de finale van het Eurovisiesongfestival het liedje ‘Toy’ ten gehore brengen. Nu heb ik zelf niet zoveel op met dit lied – of met het songfestival in het algemeen – maar de ‘muzikale boodschap tot verbroedering’, (die mijns inziens voor een groot deel op het conto van de ‘pink community’ te schrijven is) vind ik dan wel weer aardig.
Komende zondag zou ik met mijn broer, zijn man en met mijn beste vriendin naar Israël vliegen. De vliegtickets en het hotel waren al geboekt. Net als ieder weldenkend mens, worstel ik altijd met de mensonterende situatie waarin de Palestijnen zich bevinden – legitieme reden om Israël niet te bezoeken – maar ik had graag naar Tel Aviv willen gaan om mijn vrienden te ontmoeten. Asi. Yoav. Maya. En Payam, de uit Iran gevluchte, homoseksuele dichter die sinds enkele jaren in Israël leeft.
Ik had graag weer eens thee willen drinken met Palestijnse jongeren in Jericho en ik had graag weer de verhalen aan willen horen van Joods-Israëlische en Arabisch-Israëlische homoseksuelen die gezamenlijk uitgaan in Haifa en die zich niets wensen aan te trekken van afkomst, ras of grens. Allemaal lieve mensen die – stuk voor stuk – niets anders dan vrede wensen.
We hebben besloten niet te gaan. Lichtelijk naïef als we soms zijn, zouden we op dertien mei op luchthaven Ben Gurion landen zonder rekening gehouden te hebben met het feit dat op veertien mei de staat Israël zeventig jaar bestaat en dat de Amerikanen voornemens zijn op die dag hun ambassade te verhuizen van Tel Aviv naar Jeruzalem.
Daarbovenop besloot Trump deze week het atoomakkoord met Iran op te zeggen en worden er sindsdien over en weer bommen afgeschoten tussen Israël en Syrië.
Helaas geen Israël voor ons. En dat is jammer want hoe meer roze in de straten, hoe meer kans op verbroedering. Het songfestival is daar een mooi voorbeeld van.
Ik hoef mijn koffer niet te pakken en ik heb dus alle tijd om zaterdag naar de finale van het songfestival te kijken. Als Netta voorbijkomt, zal ik even aan mijn vredelievende vrienden in Israël denken.
Ik zal vast wel genieten van het optimisme van hoop op verbroedering dat het songfestival ook dit jaar weer zal uitstralen, van het vrolijk gezwaai met regenboogvlaggen en van een roze Lissabon.
En ook al heb ik niet zoveel op met het songfestival, deze dagen kijk ik liever naar programma’s met optredende muzikanten dan naar zoiets als het journaal. Ik luister liever naar de vrolijke klanken van een dame die over ‘Toy’ zingt, dan naar het geblaat van al die heetgebakerde alfamannetjes op het wereldtoneel met hun speeltjes.
Speeltjes die nooit of te nimmer mooi roze van kleur zijn.
Ach, noem me maar naïef.
Rick van der Made
Rick van der Made (Breda, 1968) is dichter en columnist. Hij studeerde Frans, Engels en Pedagogiek. De dichtbundels ‘Wereldreiziger’, ‘Memoires van Huisman’ en ‘Het jaar van de arend’ zijn van zijn hand.