Het is druk op de Dam. Vlaggen hangen halfstok. Toeristen kijken verdwaasd om zich heen. Een keer per jaar weten meeuwen en duiven niet waar ze moeten landen.
Hoewel niemand het zegt, denkt iedereen hetzelfde: hopelijk gebeurt er niets. Geen Damschreeuwer, geen aanslag. Dat we hier staan is ter verbroedering en tegelijkertijd een schreeuw om rust.
Twee mannen achter me zetten hun telefoon uit. “Al die onbeschofte mensen. De helft weet niet waarom ze hier staan.” De twee komen hier ieder jaar, al twintig jaar lang. Als ik vraag waarom zegt hij in Jordanees accent: “Ik ben een geschiedeniskenner, weet je.”
De trompet schalt. Het plein – dat toch al stil was – houdt haar adem in als de laatste lucht uit het blaasinstrument ontsnapt. De klokken slaan acht keer. Geliefden houden elkaar vast. De mannen achter me huilen. Vogels cirkelen boven de Dam. Twee minuten lang.
Ik denk aan mijn grootvader, die een tijd in een Jappenkamp zat. De mensen die werden vermoord om wie ze waren, maar dat niet mochten zijn. Daarna kijk ik zoekend naar de vlaggen. Geen regenboog. Een gemiste kans? Of logisch? Het antwoord vind ik die twee minuten niet.
Het is 1934. Er wordt een speciale afdeling van de Gestapo opgericht. De afdeling moet homo’s opsporen. Ongeveer 100.000 mannen worden opgepakt. Een klein deel wordt gedeporteerd naar concentratiekampen. Ze krijgen een roze driehoek opgespeld.
Hun vingernagels worden uitgetrokken en ze worden verkracht met afgebroken linialen. Artsen gebruiken de homo’s als proefkonijnen. Want er móét toch een gen zijn dat homoseksualiteit veroorzaakt?
Er wordt nog altijd gedacht dat het kan, homo’s genezen. De Nederlandse stichting Different biedt therapieën aan om je homoseksuele gevoelens te onderdrukken. Neem het verhaal van Chris. Hij is homo, maar kan “het verlangen naar intiem contact met jongens” niet weerstaan. Als Chris uit de kast komt “vraagt zijn vader zich direct af hoe het moet met seks en zo”. Arme Chris. Ik bedoel, arme vader.
Chris mag geen homo zijn en dus krijgt hij verkering met Emma. Dat gaat een half jaar goed. De homoseksuele gevoelens blijven aanwezig. Hij gaat in therapie (“ieder gesprek is een feestje”) en voilà: die homoseksuele gevoelens zijn passé. Behalve als Chris het lastig heeft. Dan vluchten zijn gedachten naar jongens.
De twee mannen op de Dam hebben zakdoekjes meegenomen. Voor de zekerheid, maar ze zijn altijd nodig. Ze zetten hun telefoon weer aan en duiken de kroeg in. De vogels landen vlug. Geliefden blijven verstrengeld staan. In dit land hoef je niet te vluchten voor je geaardheid, Chris.
Pepijn schrijft ieder weekend een column voor de Gaykrant. Lees hier zijn column van vorige week.