Ik interviewde iemand voor een onderzoek naar biseksualiteit en werk. De vrouw, die mij overigens toestemming gaf om dit te delen, ziet zichzelf als panseksueel. Eerst als biseksueel, bij gebrek aan een andere term. Omdat zij te maken kreeg met vooroordelen over biseksualiteit die op haar betrokken werden, koos zij ervoor om zich niet langer zo te uiten.
Daarnaast ontdekte zij dat biseksueel de lading onvoldoende dekte. Het gaat bij haar om aantrekking tot de persoon en het pakketje erom heen maakt minder uit. Panseksueel zijn, past haar beter en zij voelt zich er goed bij. Al is zij in het algemeen niet dol op hokjes of labels. Zij valt op een persoon om wie diegene is.
Panseksueel, mostly straight, queer, biseksueel, seksueel fluïde, enzovoorts – excuus als het rijtje niet uitputtend is. Allemaal labels waar sommige mensen zich op de één of andere manier in herkennen. Wat hen verenigt in allerlei variaties en nuances is dat zij bij voorbaat niemand willen uitsluiten in romantische of seksuele zin. De term in opkomst voor al deze mensen is Bi+. Biseksualiteit is niet slechts aantrekking tot mannen en vrouwen. Er zit veel meer variatie in Bi+ personen dan wij ons realiseren. Ik denk: iedereen mag komen schuilen onder de Bi+ paraplu en is welkom.
Ik hoorde een verhaal dat de diversiteit van Bi+ goed duidt. Een man heeft een relatie met een vrouw en verbreekt die. Hij begint een nieuwe relatie met een man. Tot zijn libido afneemt. Dan krijgt hij opnieuw een relatie met een vrouw omdat hij zich nu liever in emotionele zin verbindt. Seksualiteit en emotionele intimiteit verschillen blijkbaar per levensfase. Wij zijn geneigd daar labels aan te geven. In onze cultuur moeten wij weten wat het geslacht van de ander is.
Ik wens dat wij deze ‘dringende’ vraag loslaten en in plaats daarvan vragen aan de ander: wil jij mij?
Joshua Zandberg is voorzitter van het Landelijke Netwerk Biseksualiteit en elke week schrijft hij een column over zijn leven als bi-man.