Regisseur Paul van Ewijk: een creatieve duizendpoot

Paul van Ewijk - foto: Roy Beusker

Paul van Ewijk (52) is een van de belangrijkste regisseurs van dit moment. Maar naast regisseren doet deze creatieve duizendpoot veel meer. Zo is hij ook theaterdocent, dramaturg en schrijver. In een openhartig interview vertelt hij De Gaykrant over zijn jeugd, loopbaan en bijzondere vriendschap met Jos Brink en Frank Sanders. Op jonge leeftijd werd hij geraakt door de magie van theater. “Ik ben een veelvraat.”

Tekst: Paul Hofman

Als we hem spreken na de presentatie van de cast van musical Evita in de oude binnenstad van Amsterdam, spreekt hij honderduit. Hij is zichtbaar trots dat hij deze ‘musical der musicals’ mag regisseren.

Hoe ontstond jouw liefde voor het theater?

“Nadat mijn ouders mijn broers en mij eerst hadden meegenomen naar de André van Duin Revue in Carré, volgde in 1975 ‘De engel van Amsterdam‘, mijn eerste musical. Ik was net tien jaar. Jasperina de Jong speelde de hoofdrol. Ik was verkocht. Later was het ook de eerste LP ik die van mijn zakgeld kocht. Ik koesterde zowel het programma als de langspeelplaat.Nog steeds heb ik ze in mijn bezit. Na korte tijd kende ik zelfs de teksten uit mijn hoofd. De combinatie van dat prachtige Carré met een muzikaal spektakel waren voor mij als jongetje overrompelend. Het zaadje was in vruchtbare aarde gevallen….”

“Door Jos Brink en Frank Sanders heb ik leren kijken.”

Je leerde twee mensen kennen die een grote invloed op jouw leven en loopbaan zouden krijgen.

“Mijn studie en coming-out werden gedomineerd door Jos Brink en Frank Sanders. Die leerde ik kennen tijdens mijn eerste studiejaar Nederlands. Later mocht ik overstappen naar Theaterwetenschap aan dezelfde universiteit. De band met de twee heren was intens en waarschijnlijk heb ik daar meer geleerd dan in vier jaar Theaterwetenschap.  Mijn coming-out was dus ook helemaal niet zo bijzonder. Het was bijna vanzelfsprekend, gewoon niet ingewikkeld. Mijn ouders en broers hebben er geen seconde een probleem van gemaakt. Ze zagen dat ik gelukkig was en daarmee was de kous af.”

“Toen ik Nederlands studeerde wilde ik iets met theater doen. Op de middelbare school was ik lid geweest van de toneelgroep en daar moest dus een vervolg op komen. Een vriendin van mij zat in het orkest van de ‘STAR’, een musicalwerkgroep die geleid werd door Frank Sanders. En dat leek me wel wat. Ik ging deel uitmaken van het gezelschap en daar leerde ik Jos kennen. Een klik. Meteen. Zonder aarzeling. Hoe zoiets groeit moet je niet gaan analyseren. Het gebeurde gewoon. Jos wilde graag kinderen en dat was in die tijd nog niet zo logisch voor twee mannen. Maar hij had die vaderdrang. En daar was ik. Een opgeschoten puber van achttien. Keurig opgevoed. Maar een groentje op het gebied van theater.

Jos en Frank hebben me leren kijken. Wat is mooi, wat niet. Wat werkt wel op het toneel en wat slaat dood. Geleerd hoe voorstellingen gemaakt worden en waar je allemaal op moet letten. Een praktijkopleiding van onschatbare waarde. Hun invloed werkt nog altijd door in mijn werk.”

Wat maakt jouw werk als regisseur zo bijzonder?

“Het leukste aan mijn vak is dat je als regisseur de kapitein op het schip bent. Je overlegt met iedereen en probeert richting te geven aan de voorstelling. Wat willen we vertellen? Wat moet het publiek oppikken? Als acteur ben je verantwoordelijk voor je eigen partij, een puntje van de taart. Als regisseur ben je verantwoordelijk voor de hele taart, inclusief de slagroom. Over alles is nagedacht. Echt over alles. Er gebeurt niets waar niet over gesproken is. Ik doe het natuurlijk niet alleen maar met een heel team. Maar uiteindelijk ben ik  verantwoordelijk en mag ik erop worden afgerekend als het mislukt. De echte baas is de producent maar gelukkig hebben we een uitstekende werkverhouding en krijg ik vaak alle vrijheid om nieuwe dingen te proberen.”

“Als regisseur ben ik verantwoordelijk voor de hele taart, inclusief de slagroom.”

Hoe kijk je naar ‘Evita’ die dit najaar in premiere gaat?

“EVITA is over de hele wereld al zo vaak gespeeld en toch is er in mij een grote drang om een onderscheidende versie te maken. Op dit moment zit ik midden in dat proces. Lees veel boeken, kijk films en documentaires. Op basis van die kennis gaan met het creatieve team aan de slag en komt er een concept wat we verder gaan ontwikkelen. ‘Evita‘ is en blijft natuurlijk het verhaal van Eva Perón, maar er zitten elementen in die van alle tijden zijn. Ook nu zien we machtige vrouwen die daadkrachtig in de weer zijn met het doorbreken van ‘het glazen plafond’. In ieder geval zal ‘onze’ EVITA geen kopie zijn van eerdere producties. De voorstelling krijgt een eigen gezicht.”

Hoe onderscheid jij je in je vak?

“Iedere regisseur heeft zijn eigen manier van werken. Zijn eigen stijl. Zoals gezegd denk ik over alles na en heeft alles een reden. Dat betekent niet dat de acteur geen enkele vrijheid heeft. Ik daag iedereen uit om in het repetitieproces zoveel mogelijk aan te bieden. Ik daag de acteur uit en de acteur daagt mij weer uit. Daartoe probeer ik de juiste sfeer te creëren. Daarbij zijn voor mij drie ‘V’s’ belangrijk. Dat zijn achtereen volgens visie, vertrouwen en vrolijkheid. In de eerste plaats met een regisseur weten wat hij wil. Hij moet de acteur richting kunnen geven en kunnen bijsturen als dat nodig is. Daarnaast moet er vertrouwen zijn. De acteur moet zich veilig bij me voelen. Binnen de vier muren van de studio mag alles uitgeprobeerd worden wat goed is voor de rol. Liefst dus ook geen foto’s of filmpjes maken. En zeker niet zonder toestemming. En natuurlijk is het belangrijk dat er vrolijkheid is.

Als er veel gelachen wordt, ook bij zware onderwerpen, is er een ontspannen sfeer. In die sfeer durf je ook veel meer. En dat is juist iets dat ik graag in een repetitie zie. Een acteur moet alles kunnen uitzoeken en uiteindelijk maakt de regisseur dan de goede keuze.”

“Visie, vertrouwen en vrolijkheid vormen de basis”

Je bent op musicalgebied van alle markten thuis. Wat doe je nog meer?

“Naast musicals doe ik ook veel andere dingen. Concerten, toneelstukken, kluchten, cabaretvoorstellingen. Die veelzijdigheid vind ik leuk. Soms sta je voor een grote groep, een maand later heb je maar drie mensen tegenover je. Zie overal een uitdaging in. Ik ben zeer gelukkig als ik mag blijven werken als regisseur. Ik hoop dan ook dat ik mensen kan blijven inspireren en dat mijn eigen inspiratie blijft stromen. Dat ik nieuwe wegen durf in te slaan en dat mijn werk, ondanks mijn eigen stijl, nooit vanzelfsprekend  wordt.”

Of hij een ultiem project heeft? “Nee, niet echt. Hoewel ‘Hamlet‘ altijd welkom is. ‘My Fair Lady‘ was echt een wens. En die droom kwam gelukkig prachtig uit. En ik wilde altijd al graag een show van Andrew Lloyd Webber doen. Hij is mijn held. Nou, EVITA komt eraan. Stephen Sondheim behoort eigenlijk ook wel op de lijst te staan. Dus wie weet?”

Meer weten over zijn producties? www.degraafencornelissen.nl

Foto: Roy Beusker

•••

Adverteren op Gaykrant en daarmee onafhankelijke journalistiek met een regenboograndje mogelijk maken?

Klik hier voor meer informatie!

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.